Onlangs was ik bij een oudere vrouw op huisbezoek. Haar dochter komt vier of vijf keer per dag bij haar oude moeder op bezoek. Zo kan deze moeder in het huis blijven waar ze al meer dan vijftig jaar woont en waar zovele herinneringen liggen. Ik sprak mijn bewondering naar die dochter uit dat ze dat toch maar deed. Ze gaf mij als antwoord: “Ja, ik heb de Tien Geboden nog geleerd. Een daar staat in: ‘Vader, moeder zult gij eren’ en ge moet met iets uw Hemel verdienen.”
Het verhaal over die vrouw die ik bezocht is niet een alleenstaand iets. Ik zie bij vele van onze oudere mensen de hulp van hun kinderen zodat ze zolang mogelijk in hun vertrouwde huis kunnen blijven. Ze willen iets van de zorgen en liefde teruggeven die ze zelf ontvangen hebben als kinderen. En natuurlijk staat het ook in de Tien Geboden, zoals die vrouw mij zei.
Ik geef hier de uitleg zoals ik het terug vind in de Kleine Katholieke Catechismus: “Het vierde gebod: Eer uw vader en uw moeder. Dit betekent dat we onze ouders moeten liefhebben en op goede voet met hen staan. We mogen niet vergeten dat we ons leven en ons geloof aan hen te danken hebben. We moeten respecteren wat ze zeggen, zelfs al hebben we een andere mening, onze familie helpen wanneer ze hulp nodig hebben. We moeten onze ouders steunen wanneer ze oud zijn en hen niet alleen laten. Hen deelgenoot maken van ons eigen leven. Een goede vader of moeder voor onze eigen kinderen zijn. Ons inzetten voor kinderen die geen ouders of familie hebben.”
Het is een tekst die we eens tot ons mogen laten doordringen, hoe we het zelf doen of hoe er voor ons gezorgd wordt.
De afgelopen dagen stuurden mij enkele mensen een bericht door dat op Facebook nogal veel wordt gedeeld. Het is een nadenkertje:
“Een zoon nam zijn vader mee naar een restaurant om te genieten van een heerlijk diner. Zijn vader was vrij oud en een beetje zwak. Tijdens het eten viel er af en toe eten op zijn shirt en broek en er bleef ook wat eten achter rond zijn mond. De andere gasten keken naar de oude man met rare blikken, maar zijn zoon bleef kalm. Nadat ze allebei klaar waren met eten, hielp de zoon zijn vader stilletjes en nam hem mee naar het toilet. Hij veegde etensresten van zijn gezicht en probeerde voedselvlekken van zijn kleren af te wassen; hij kamde zijn haar en zette zijn weer bril op. Toen hij het toilet verliet, heerste er een diepe stilte in het restaurant. De zoon ging de rekening betalen toen een andere oude man opstond en aan de zoon vroeg: 'Denk je niet dat je hier iets hebt achtergelaten? ' De jongeman antwoordde: 'Nee, ik heb niets achtergelaten.' Toen zei de vreemdeling tegen hem: 'Je hebt hier een les achtergelaten voor elke zoon en een hoop voor elke vader! ” Het hele restaurant was zo stil, je kon een speld horen vallen.”
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.