Priester Penne
U bent bezoeker 527287

Woord van de Pastoor

Sterrenkindjes

 

Deze week vroegen vrienden mij een Mis op te dragen voor hun sterrenkindje. Na twaalf weken was de zwangerschap geëindigd. Ze hadden hun kindje een naam gegeven, ze wilden in een Mis hun blijvende verbondenheid ook uitdrukken met hun overleden kindje waar ze naar hadden uitgekeken. Met die ouders en enkele anderen vierden we de Heilige Mis.
In de afgelopen maanden had ik enkele doopgesprekken waarbij er uitgebreid werd gesproken over de dankbaarheid om het kind dat er nu was maar ook de pijn van een of meerdere miskramen die in die gezinnen waren geweest. Er was toen de vreugde geweest van de zwangerschap en ineens was die afgebroken. Welk een pijn dat had gegeven: zoveel dromen en verwachtingen bij die ouders maar ook bij grootouders die stuk gingen. Pijn ook om – wellicht goedbedoelde - reacties die men had gekregen. Voor hen was het een verlies van een kind waar ze naar uitkeken, ook al was het nog maar een aantal weken zwangerschap. Het waren niet zomaar enkele celletjes, ze verloren een kind. Elke zwangerschap die afbreekt is het verloren gaan van een leven.

 

Sommige ouders spraken me ook over het Sterrenregister dat er in hun stad was en dat ze daar hun kindje lieten inschrijven. Vroeger gebeurde er bijna niets wanneer vrouwen een miskraam kregen of een kindje veel te vroeg werd geboren, men moest er maar niet meer over spreken en naar de toekomst kijken. Wettelijk is het in België nog altijd zo dat als een kind geen 140 dagen gedragen is, het niet moet worden aangegeven. Heel wat Vlaamse gemeenten hebben ondertussen een Sterrenregister. Daarin kunnen ouders een stilgeboren kind laten opschrijven, ouders moeten geen bewijzen aanleveren, men kan het kind ook een naam geven. Ook al is het zelfs al jaren geleden, men kan het kind daar nog altijd laten inschrijven. Voor ouders die een kind op deze manier verloren, heeft het een grote symbolische waarde.

 

Ik ken ondertussen verschillende ouders die hun stilgeboren kind een naam gaven en als gelovigen erop vertrouwen dat hun kind in Gods Hand nu is. Het leven wat ontstond in de moederschoot is door God gegeven, het brak af, het is thuisgekomen bij God. Ze vertrouwen in blijvende verbondenheid en vertrouwen er op dat hun kindje voor hen ten beste mag spreken. Een vader vertelde mij dat als hij iets nodig had, hij bad tot het stilgeboren kindje en hij verkreeg het.  Een moeder vertelde mij dat ze er op vertrouwde dat wanneer zij ooit zal sterven, dat haar kindje dat ze nooit heeft gezien, haar zal opwachten aan de andere kant van het leven. Ik word er elke keer stil van wanneer ik ouders zo hoor spreken over hun kindje naar wiens geboorte ze zo uitkeken en wiens geboorte er nooit is gekomen.

 

Advent is een tijd van verwachting, wachten op de Komst van de Heer, wachten op de geboorte van het Kind Jezus. In deze tijd van verwachting mogen we ook eens aan die vele kinderen denken die voor de geboorte zijn overleden, kinderen van wie misschien maar een paar mensen wisten dat er verwachting was. We mogen denken aan wat we bij de adventsprofeet bij uitstek lezen, bij de profeet Jesaja, hoofdstuk 49 vers 15 en 16: “Maar zou een vrouw haar zuigeling vergeten, zich niet ontfermen over het kind dat zij droeg? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit. Ik heb je in Mijn Handpalmen gegrift…”

Gods Zegen, uw priester en Pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be

 


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.