Bij een huisbezoek vertelde mij onlangs een vrouw hoeveel ze in haar leven al te lijden had gehad van roddel en kwaadsprekerij. Ja, haar leven was niet altijd vlekkeloos verlopen en er waren moeilijke momenten geweest maar wat mensen achter haar rug allemaal vertelden en van gebeurtenissen maakten, dat had haar al veel pijn gedaan en nog. Er waren mensen die haar niet moesten en die verhalen vertelden om haar een slechte naam te geven.
Ik denk dat elke mens dat vroeg of laat meemaakt: er gebeurt iets en mensen om je heen geven er hun eigen interpretatie aan en maken er een eigen verhaal van. Mensen met wie de verhouding misschien minder goed is, grijpen dan een bepaalde gebeurtenis aan om je in een kwaad daglicht te zetten. Ze vertellen dat aan andere mensen die er op hun beurt ook nog wat details aan toevoegen en dan krijg je heel aparte verhalen. “Haat en nijd is zonde van de tijd”, zegt de spreuk maar sommigen richten met hun giftige tong toch grote schade aan in mensenlevens. In alle middens komt het voor, ja, ook bij christenen en ja, ook bij religieuzen en priesters is het niet vreemd…
Die eenvoudige vrouw stelde mij de vraag: “Christenen mogen toch niet roddelen he?”, want de mensen waar ze onder te lijden had, waren ook mensen die kerkbetrokken zijn.
In de Catechismus van de Katholieke Kerk lezen we daar enkele dingen over. In nummer 2475 wordt verwezen naar de Heilige Schrift: “Christus’ leerlingen ‘hebben zich bekleed met de nieuwe mens, die naar Gods beeld is geschapen in ware gerechtigheid en heiligheid’ (Ef. ‘,24). ‘Bevrijd van leugen’ (Ef. 4,25) moeten ze ‘alle boosheid, bedrog, valsheid en intriges afleggen’ (I Petr. 2,1)
Zelfs het Kerkelijk Wetboek heeft het er over in nummer 220: “Het is niemand geoorloofd de goede naam die iemand geniet onwettig te schaden, of het recht te schenden van wie ook om de eigen privacy te bewaren”.
Net in deze dagen stuurde iemand mij een mooi verhaaltje van Socrates, de Griekse wijsgeer. Het verhaaltje mag ons heel wat leren!
Socrates liep eens door de straten van Athene. Plotseling kwam een man opgewonden naar hem toe en zei: 'Socrates, ik moet je iets vertellen over je vriend die...' 'Ho eens even', onderbrak Socrates hem, 'heb je datgene wat je mij wil zeggen gezeefd door de drie zeven?' 'Wat drie zeven', vroeg de man verbaasd. 'Laten we het proberen' stelde Socrates voor.
'De 1e zeef is de waarheid. Heb je onderzocht of alles wat je zeggen wilt waar is?' 'Nee, ik hoorde het vertellen en...' 'Ah juist!
Dan is het toch zeker wel door de 2e zeef gegaan? De zeef van het goede? Is het iets goeds wat je over mijn vriend wilt vertellen?' Aarzelend antwoordde de man: 'Nee, dat niet, integendeel...' 'Hm, hm, zei de wijsgeer, 'laat ons dan de 3e zeef gebruiken.
Is het noodzakelijk om mij te vertellen wat je zo opwindt?' 'Nee, niet direct noodzakelijk'. ' Welnu', zei Socrates glimlachend, 'als dat wat je vertellen wilt, niet waar is, niet goed is en niet noodzakelijk is, vergeet het dan en belast mij er niet mee.'
Kijk eerst maar eens in de spiegel van je eigen ziel. Erken eerst maar eens bij jezelf of alles wat jij doet waar, goed en noodzakelijk is, alvorens je jezelf verheft boven de ander.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.