Priester Penne
U bent bezoeker 502474

Woord van de Pastoor

Ingrid Betancourt

Een belangrijke gebeurtenis in de afgelopen vakantie was de vrijlating van Ingrid Betancourt, na 6 jaar gevangenschap door het Colombiaanse rebellenleger FARC.
In een interview sprak ze over haar diepe geloof, over vergeving, over haar innerlijk worstelen.

Zes jaar gevangenschap en weg van al je geliefden zouden je zeker verbitterd en hard kunnen maken naar hen die je gevangen houden. Betancourt is dat niet geworden. Ze laat daar een houding zien, vanuit haar christen-zijn. “Het enige antwoord op geweld is een antwoord van liefde. Ik herinner me heel goed de commandant. Ik zie hem voor me. Hij was zo wreed geweest, zo gruwelijk. Toen hij voor me ging zitten, kon ik toch voor hem glimlachen. Het is erg moeilijk om van je vijand te houden. Je kan niet van iemand houden die je zoveel pijn doet. Maar ik vond in Christus een soort springplank. Ik zei: ‘Ik haat hem maar voor jou [Christus] stop ik met te zeggen dat ik hem haat’. En het feit dat ik het woord haat niet in mijn mond nam gaf mij rust.”

Sommigen zijn en blijven heel verbitterd naar anderen die ooit iets verkeerd deden. Een-blijvend-boze-houding maakt een mens niet gelukkig, integendeel. Zo geeft ook Betancourt ons een voorbeeld. “Ik denk dat ik erin geslaagd ben om echt te vergeven. Inderdaad, mijn gijzelnemers, maar niet alleen hen. Je moet ook vergiffenis schenken aan je makkers die van tijd tot tijd moeilijke momenten hadden, aan je vrienden die zich jou niet meer kunnen herinneren, de mensen op wie je rekende en die je tekort hebben gedaan, de personen van wie je hield en die je afschuwelijke dingen hebt horen zeggen, zoals: ‘Dat ze gegijzeld werd, heeft ze zelf gezocht.’ Er is veel te vergeven.” Die woorden kunnen ook aan ons de vraag stellen: kan ik mensen dingen vergeven, ook hen die me misschien ten diepste hebben gekwetst ?

Hoe hield ze zes jaar gevangenschap uit ? Door haar geloof ! “Gedurende al mijn jaren van gevangenschap heb ik de hand van God op mij gevoeld, maar nog veel meer op de dag van mijn bevrijding.” Het gebed en het lezen van de Bijbel waren haar grote krachtbronnen. Het gebed heeft haar ‘getransformeerd’. Toen ze met het geweld werd geconfronteerd, ontdekte ze dat er twee manieren waren om daarmee om te gaan. Ten eerste kun je toelaten dat het je ‘lelijk’ maakt. “Je wordt dan zuur, kribbig, wraakzuchtig en je laat je hart vollopen met rancune. Maar je kunt ook voor de andere weg kiezen, de weg die Jezus ons heeft gewezen. Hij vraagt ons: zegen je vijand. Iedere keer als ik in de Bijbel las voelde ik dat die woorden tot mij gericht waren. Alsof Hij zelf voor mij stond en precies wist wat Hij tegen me zeggen moest. En dat ging recht naar mijn hart.”

Voor Betancourt was het voorbeeld van Moeder Maria, zoals ze in de Bijbel wordt getekend, het recept om stand te houden en geestelijk niet te breken. “Maria is me daarbij tot grote steun geweest. Dat was fundamenteel voor mij, omdat in een ambiance van spirituele eenzaamheid waarin alles om mij heen vijandig en agressief was ik heb moeten leren niet te reageren op de wijze van toen ik vrij was en werd omringd door mensen die van me hielden: leren zwijgen, leren het hoofd te buigen. Soms was de enige persoon met wie ik kon praten, en dat geheel inwendig, de Maagd. Daarom, bravo Maria. Zij heeft enorm gesteund.”

Mogen we leren uit dit sterke getuigenis en zo ook zijn in moeilijke momenten !

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.



Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.