Priester Penne
U bent bezoeker 527418

Woord van de Pastoor

Over een hond aan de boom en een gestorven poes

Mensen en dieren, een apart onderwerp ! Veel mensen zijn goed voor hun dieren, sommige dieren worden werkelijk vertroeteld met zorg en eten waar veel mensen in arme gebieden alleen maar kunnen van dromen. Maar we kennen ook allemaal verhalen van mensen die - voor ze op vakantie gaan – hun hond ergens aan een boom vastbinden of verhalen over honden en katten die ergens achtergelaten worden. Vorige week las ik in de krant dat ieder jaar in de Belgische dierenasielen ongeveer zeventigduizend dieren worden achter gelaten. http://www.nieuwsblad.be/Article/Detail.aspx?ArticleID=DMF26062008_066

Onze Kerk veroordeelt dat en heeft daar een duidelijke mening over: “Dieren zijn schepselen van God. God omgeeft hen met zijn providentiële liefdevolle zorg. Alleen al door hun bestaan zegenen en prijzen ze de Heer. Ook de mensen zijn de dieren welwillendheid verschuldigd. Men kan hier denken aan de fijngevoeligheid waarmee heiligen als Franciscus van Assisi of Filippus Neri de dieren hebben behandeld.” (CKK 2416)

Mag je een dier wel in gevangenschap houden ? Mag je wel vlees eten, is het niet beter om vegetariër te zijn ? En proefdieren, kan dat wel en hoe ver kan dat gaan ? Hoe denkt onze Kerk daar nu over ? In de nieuwe Catechismus van de Katholieke Kerk staat “God heeft het beheer over de dieren toevertrouwd aan degene die Hij naar zijn beeld heeft geschapen. Het is dus geoorloofd zich van dieren te bedienen om zich te voeden en te kleden. Men mag ze tam maken, opdat ze de mens zouden helpen in zijn arbeid en zijn vrije tijd. Als medische en wetenschappelijke proefnemingen op dieren binnen redelijke perken blijven en bijdragen aan de zorg voor en het behoud van mensenlevens, zijn ze moreel aanvaardbaar.” (CKK 2417)

In een ander punt zegt de Kerk dat men dieren niet mag laten lijden maar dat men dieren ook niet mag vermenselijken in omgang en zorg, een dier blijft een dier. “Dieren nutteloos laten lijden of hun leven verspillen is in strijd met de menselijke waardigheid. Eveneens is het onwaardig voor dieren buitensporig grote sommen uit te geven, die beter besteed zouden worden om de menselijke ellende te verlichten. Men mag van dieren houden; maar de genegenheid die alleen aan mensen toekomt mag men niet aan dieren verspillen” (CKK 2418)

In het leven moeten we sterk staan door ons Verrijzenisgeloof, dat we elkaar bij de Heer eens zullen terug zien. Dat kan het verdriet bij een sterven enigszins verzachten. Van dieren geloven we dat niet. Ik hoor wel eens mensen vragen: ga ik mijn geliefde gestorven hond of poes in de Hemel ook terug zien ? Dieren en mensen zijn door God geschapen en hebben de levensadem gekregen. De mens is naar het beeld en de gelijkenis van God geschapen, de dieren niet (ik weet dat sommigen daar wel eens over twijfelen !). Uit deze gedachte geloven wij dat het leven van een dier eindigt wanneer hun lichaam sterft. Een dier heeft – in tegenstelling tot de mens - geen onsterfelijke ziel, voor een dier is het met de dood helemaal afgelopen.

Mogen deze gedachten ons goed laten omgaan met onze dieren.

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.


Het “Wekelijks Woord” verschijnt weer begin augustus, er is vakantie voor de weekbladen waar dit woord in verschijnt… Een prettige vakantie voor elk.

Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.