As op ons hoofd
YOUTUBE-FILMPJE MET DIT ONDERWERP: https://www.youtube.com/watch?v=SwwZy65w4lo&ab_channel=AndyPenne
We beginnen over enkele dagen weer onze weg naar Pasen. De jaarlijkse Veertigdagentijd zetten we in op Aswoensdag. De gelovigen worden bijzonder uitgenodigd om met Aswoensdag naar de kerk te komen en een askruisje te halen als een duidelijk teken van het serieus nemen van onze weg naar Pasen. Het Askruisje halen is een duidelijk teken dat we werk gaan maken van onze band met God, onze medemensen en met onszelf. In de coronatijd strooiden we als duidelijk teken as op ons hoofd, nu zullen we de gelovigen met Aswoensdag weer tekenen met een askruisje. Bij het geven van het askruisje kan de priester of de diaken twee formules gebruiken. De eerste en meest gebruikte formule herinnert ons aan onze sterfelijkheid en dat we eens voor God zullen komen te staan. Men gebruikt dan de woorden uit Genesis 3,19: “Mens, gedenk dat gij stof zijt, en tot het stof der aarde wederkeert”. Men kan ook een andere formule gebruiken die ons oproept werk te maken van ons leerling van Jezus zijn, de zin uit Marcus 1,15: “Bekeer u en open uw hart voor het evangelie”.
Iemand vroeg mij een tijd geleden of dat bestrooien met as, dat geven van een askruisje iets was wat de Kerk had uitgevonden. Nee, helemaal niet, het is een heel Bijbels gebruik. Op verschillende plaatsen in de Bijbel vinden we hoe mensen zich met as bestrooien en een grauwe zak aantrekken als boetedoening, als een teken dat men aan de band met God wil werken en weer wil leven zoals Hij het wil. En elke keer wanneer ze zich met as bestrooien, zich bekeren van hun zonden en God om genade vragen, dan wordt hun gebed verhoord.
Ik geef zo eens enkele Bijbelse voorbeelden van die boetedoening en het met as bestrooien.
In het boek Judit kun je lezen hoofdstuk 4 vers 11 hoe het volk berouw heeft en God om genade smeekt en zich wil bekeren: “En alle mannen, vrouwen en kinderen van Israël die in Jeruzalem woonden, wierpen zich neer voor de tempel, strooiden as op hun hoofd en spreidden hun boetekleed uit voor het aanschijn van de Heer”. De Heer verhoorde hen want twee verzen later kunnen we lezen, in vers 13: “De Heer luisterde naar hun gebed en zag hun nood.”
Een heel bekend verhaal is wat er gebeurt wanneer de profeet Jona de stad Nineve tot bekering oproept. Jona zegt daar tot de Ninevieten dat ze nog veertig dagen hebben en hun stad zal vernietigd worden. En de Ninevieten nemen de oproep serieus. In hoofdstuk 3 van het boek Jona lezen we in vers 4: “Maar de Ninevieten zochten hun steun bij God; zij riepen een vasten uit en allen, van groot tot klein, trokken zij boetekleren aan.” In de volgende vers 5 lezen wij dat ook de koning ingaat op de oproep tot bekering: “Het woord van Jona kwam ook de koning van Nineve ter ore; hij stond op van zijn troon, legde zijn staatsiegewaad af, trok een boetekleed aan en zette zich neer in het stof.” En ook daar is er resultaat want in vers 10 lezen we al: “En God zag wat zij deden; Hij zag hoe zij terugkwamen van hun heilloze wegen. En God kreeg spijt, dat Hij hen met dat onheil bedreigd had. Hij bracht het niet ten uitvoer.”
Wanneer u met Aswoensdag getekend wordt met een askruisje, weet dan dat we in een heel oude en Bijbelse traditie gaan staan.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.