Aandacht hebben voor elkaar
Op de laatste dag van het jaar hebben we in Nieuwrode afscheid genomen van Fré.
Al enkele dagen had niemand hem gezien of contact met hem gehad. Men belde de politie. Op Kerstavond vond men hem dood in zijn huis. Net op een moment dat iedereen zich klaarmaakte om met familieleden en dierbaren aan de feestdis te gaan, net op een moment dat we als gemeenschap ons klaarmaakten om Gods Nabijheid te vieren, moesten we vaststellen dat een mens uit ons eigen midden eenzaam en alleen gestorven is, misschien al enkele dagen dood in zijn huis lag. Fré heeft wat als een zonderling geleefd, hij had met weinig mensen echt contact. Hij leefde zijn eigen leven; sinds het sterven van zijn vrouw teruggetrokken, samen met zijn dieren. Er meldden zich geen familie of nabestaanden die de begrafenis zouden regelen. In alle eenvoud, zonder iemand er bij, zou hij een laatste rustplaats vinden op de begraafplaats van Nieuwrode. Ik heb dan maar het initiatief genomen om gebedsmoment te houden op de begraafplaats. Ik heb een aantal buren bezocht en een oproep gedaan op Facebook wie tien minuten tijd had om bij het afscheid van deze dorpsgenoot te zijn. Met dertien waren we op Oudjaarsdag daar op de begraafplaats van Nieuwrode en hebben; Elk voelde aan dat het goed was dat we dit hebben gedaan. Ik heb daar de woorden van God uit Jesaja 49,14-15 gelezen: “Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een moeder zich niet erbarmen over het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten; Ik vergeet u nooit!”
Als christenen moeten we aandacht hebben voor de medemensen die God op ons pad heeft gezet, bijzonder voor hen die het moeilijk hebben. Velen van ons kennen nog de werken van barmhartigheid. Velen hebben het rijtje nog ooit in een catecheseles moeten leren: de hongerigen spijzen, de dorstigen laven, de naakten kleden, de vreemdelingen herbergen, de zieken verzorgen, de gevangenen bezoeken en de doden begraven. Het is een opdracht van Jezus Christus zelf om voor deze categorieën te zorgen want Hij vereenzelvigt zich met deze mensen als Hij zegt: “Alles wat je voor één van deze minste broeders van Mij hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.” (Matteüs 25, 40). Jezus noemt die categorieën mensen daar voorafgaand: “Want Ik had honger en jullie hebben Me te eten gegeven, Ik had dorst en jullie hebben Me te drinken gegeven. Ik was vreemdeling en jullie hebben Me opgenomen. Ik was naakt en jullie hebben Me gekleed. Ik was zien en jullie hebben naar Me omgezien. Ik zat in de gevangenis en jullie kwamen naar Me toe.” (Matteüs 25,35-36) Er zijn wel eens mensen die zeggen dat het begraven van de doden er toch niet bij staat in wat Jezus daar zegt. Dat klopt. Paus Innocentius III heeft in 1207 dat zevende werk van barmhartigheid toegevoegd. Hij haalde dit werk uit het boek Tobit hoofdstuk 1 vers 17 waar we lezen: “Ik gaf brood aan de hongerigen en kleren aan de naakten; als ik het lijk van een volksgenoot buiten de muren van Nineve zag liggen, dan begroef ik het.”
Elke christen afzonderlijk maar ook elke gemeenschap van christenen mag zich regelmatig de vraag stellen of we naast het goed verzorgen van onze band met de Levende Heer ook genoeg aandacht hebben voor die mensen voor wie het leven niet meezit. De aandacht en zorg die we als christenen aan Fré hebben gegeven mag daar een goede poging van geweest zijn.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne
www.priesterpenne.be
DE KERKELIJKE CIJFERS VAN 2022 VAN DE FEDERATIE HOLSBEEK: https://www.leuvenactueel.be/nieuws/holsbeek/pastoor-andy-penne-vertelt-weer-meer-mensen-laten-zich-dopen-of-kiezen-een?nid=13700
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.