David en Goliath
Een aantal jaren geleden werd ik gevraagd om een eerste communieviering te doen in de kapel van Gasthuisberg. Een achtjarig jongetje had een zware operatie achter de rug en wilde graag zijn eerste Communie ontvangen. Hij wilde zo snel mogelijk Jezus ontvangen. Ik heb toen op een zondagmiddag daar die Mis opgedragen. Dat was een emotioneel moment. Het jongetje lag op zijn bed tijdens de Mis, zijn ouders en familie zaten in een kring rond hem. Toen ik de jongen enkele dagen eerder bezocht, had ik hem gevraagd om in zijn kinderbijbel twee lezingen te zoeken voor zijn viering. Als evangelie had hij een stukje uit het tiende hoofdstuk van het Johannesevangelie gekozen, Jezus die van Zichzelf zegt dat Hij de Goede Herder is. Het jongetje voelde zich als een gewond schaapje dat door de Herder op de schouders werd gedragen. De eerste lezing die het jongetje voor zijn eerste communieviering koos, verraste mij: het verhaal van David en Goliath. De jonge David die de reus Goliath verslaat. Ik zag de link zelf niet onmiddellijk maar het jongetje legde het me uit. Het zieke jongetje zag zichzelf als de kleine David. Zijn ziekte zag hij als de reus Goliath, en hij zou ze, net als de kleine David, verslaan. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen met de jongen en heeft hij zijn ziekte overwonnen. Dat verhaal van David en Goliath heeft voor mij sinds die eerste communieviering in de kapel van het UZ Leuven een bijzondere klank gekregen.
Het verhaal van David en Goliath vindt u in uw Bijbel in het eerste boek Samuel, hoofdstuk 17. David, de simpele herder, heel jong, 14 of 15 jaar misschien, niet militair getraind, behaalt de zege met slinger en steen op de Filistijnse reus. Met geloof en vertrouwen op de Heer gaat de knaap David naar de vechtersbaas Goliath. Koning Saul had het David afgeraden: “Jij kunt toch niet met die Filistijn gaan vechten! Je bent nog maar een knaap en hij is een vechtersbaas, vanaf zijn jonge jaren.” De herdersjongen David laat zijn geloof spreken: “De Heer, die mij gered heeft uit de klauwen van leeuwen en beren, Hij zal mij ook redden uit de handen van die Filistijn.” De Bijbel zegt dat Goliath 2,90 meter groot was. Een mooie zin is dat David tot de Filistijn zegt: “Gij komt op mij af met zwaard en werpspies, maar ik kom op u af met de naam van de Heer van de legermachten”. Eigenlijk was het een hopeloze situatie dat die kleine David iets zou kunnen vermogen tegen Goliath. Maar hij liet zijn geloof en vertrouwen spreken en hij overwon. De boodschap van dit Bijbelverhaal is niet dat een kleine jongen toch een reus kan verslaan. Het verhaal houdt ons voor dat David niet met een steen of een slinger Goliath omver legde maar met zijn geloof en vertrouwen op de Heer. Het mag een spiegel voor ons zijn. Soms kunnen wij ook denken van bepaalde dingen dat ze hopeloos zijn. Maar laten wij ons geloof en ons vertrouwen op de Heer wel voldoende spreken. In een heel aantal zaken is dat zo. Het kan donker in je leven zijn en je kunt je alleen voelen: laat je geloof spreken in Zijn Nabijheid. Je hebt brokken in je leven gemaakt, gezondigd, tekort geschoten: laat Zijn Vergeving toe. Er is de pijn om het sterven van een dierbare, de dood die op je pad komt: laat je geloof spreken in Hem en het Eeuwige Leven dat hij ons te bieden heeft. Met geloof en vertrouwen op de Heer kunnen we heel wat aan. Met geloof en vertrouwen op God kunnen we de grootste bedreigende reuzen aan. Lees het verhaal over David en Goliath…
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.