Priester Penne
U bent bezoeker 500174

Woord van de Pastoor

Allerheiligen

Onlangs las ik het verhaal dat toen Alexander de Grote op zijn sterfbed lag, hij zijn generaals bij zich liet roepen en hij vertelde hun drie wensen voor zijn begrafenis.
Zijn eerste wens was dat de beste artsen zijn kist moesten dragen. Zijn tweede wens was dat al zijn geld, zijn goud, zijn edelstenen en de rijkdom die hij had verzameld, die moesten verspreid worden langs de weg naar de begraafplaats. En zijn derde wens was dat zijn handen moesten losgelaten worden ,buiten de kist, zodat iedereen zijn handen kon zien.
Een van de generaals was verbaasd over de ongewone verzoeken en vroeg om uitleg aan Alexander.
Dit was wat Alexander te zeggen had.
Ik wil dat de beste artsen mijn doodskist dragen om aan te tonen dat zelfs de beste artsen ter wereld niet in staat zijn om mij te genezen.
Ik wil dat de weg wordt bedekt met mijn schat zodat iedereen ziet dat de materiële rijkdom die op aarde is verworven, op aarde blijft.
Ik wil dat mijn handen in de wind zwaaien zodat mensen begrijpen dat we met lege handen naar deze wereld komen en deze wereld met lege handen achterlaten.

Ik moest aan dat oude verhaal denken toen ik deze gedachten voor Allerheiligen begon te schrijven. Wat in dat eeuwenoude verhaal verteld wordt, geldt ook voor ons: zelfs de beste artsen ter wereld kunnen er niet voor zorgen dat we niet doodgaan. Ze kunnen het met therapieën, pilletjes en dure vaccins serieus rekken maar uiteindelijk gaan we hier allemaal dood. We kunnen in ons leven heel wat rijkdommen verzamelen, veel bezittingen hebben maar we nemen niets mee. Geen enkele kist heeft een trekhaak voor een kar naar de Eeuwigheid. Al ons geld en al ons bezit gaan we moeten achter laten en hoe meer we achter laten, hoe meer successierechten onze nabestaanden moeten betalen en hoe meer we hebben, hoe meer onze nabestaanden ruzie bij de verdeling kunnen maken. Ook vandaag nog worden mensen met lege handen geboren en met lege handen zullen we deze aarde eens verlaten.

Als je dat zo overweegt, dan zou je denken: wat een triest bestaan is het hier toch. Je leeft enkele jaren, je schakelt de beste doctoren in die je leven zo lang mogelijk rekken maar toch houdt het eens op. In die tijd heb je hard gewerkt, zaken ondernomen en dingen opgebouwd en uiteindelijk moet je het aan anderen laten. Is dat het leven ?
Allerheiligen wil daarop een antwoord geven. Een mens is meer dan een lichaam. Een mens is ook een ziel. De verpakking raakt inderdaad eens op maar de ziel, het eeuwige van de mens leeft verder. Wie voor Jezus Christus kiest in het leven, die wacht een toekomst na het leven hier op aarde. Als christenen spreken wij met Allerheiligen uit dat we eens mogen thuiskomen in die eeuwige Stad van God en daar mogen we weer samen zijn met zovelen die ons voorgingen. We nemen inderdaad niet mee wat we hier hebben maar we nemen wel mee wie we zijn.

In onze streken is het een goed gebruik dat op Allerheiligen de families die in het afgelopen jaar een dierbare naar de laatste rustplaats brachten, naar de kerk komen. Het is goed dat we dat blijven doen. Die bijeenkomsten zijn geen dodenherdenkingen maar momenten van Verrijzenisgeloof. Allerheiligen spreekt ons als christenen aan en vraagt ons: durf jij te geloven dat die mensen die je mist, waar je pijn om hebt omdat ze gestorven zijn toch met ons verbonden blijven ? Bij de uitvaart hebben we dat uitgesproken en met Allerheiligen wordt ons dat ook weer concreet gevraagd: geloof je dat die dierbare gestorvenen toch met jou verbonden blijven ? Ik ga u eerlijk zeggen: ik geloof dat. Er zijn een aantal dierbaren waar ik veel pijn heb om gehad toen ze gestorven zijn en ik zal ook eerlijk zeggen dat ik ook naar boven heb gekeken en gevraagd waarom ze afgepakt werden. Maar in de loop van de tijd heb gevoeld: ik blijf met hen verbonden over die grens van dit leven.
De Schriftlezingen van Allerheiligen geven dat ook aan. Uit het Boek Openbaring wordt er gelezen over over een grote menigte die niemand tellen kan, voor de troon van het Lam. Wel, ik ben er ten diepste van overtuigd dat bij die grote menigte ook die dierbaren zijn die ik mis en die ik liever in mijn leven had gehouden. De apostel Paulus zegt ons: “Wij worden kinderen van God genoemd en we zijn het ook”, sinds we gedoopt zijn horen we bij God, zijn we Zijn kind en een echte Vader laat zijn kind nooit los, zo laat God ons ook niet los in de dood maar laat ons bij Hem thuiskomen. Allerheiligen wil ons dat in herinnering brengen. Gelooft ge dat uw dierbare in dat leven bij God is en van daar dicht bij ons blijft ? Ik ben er van overtuigd dat we soms hun aanwezigheid en hun hulp echt kunnen voelen, al is het anders dan anders. Soms zou je hun aanwezigheid willen voelen en je voelt niets en in andere momenten zul je van gebeurtenissen moeten zeggen: dit kan niet anders dan met hun hulp gebeurd zijn. Probeer in die overtuiging te leven en durf te geloven dat we hen eens zullen terugzien wanneer ook onze weg zal zijn afgelegd. In het Allerheiligenevangelie horen we de zaligsprekingen. “Zalig” betekent “Welkom in het Eeuwige Leven”. Hele groepen heet de Heer daar in het evangelie welkom, een hoopvol teken voor ons. Laten we daar oprecht op vertrouwen, we gaan eens daar thuiskomen waar die geliefden van ons al zijn. Zalige Allerheiligen.

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.