Priester Penne
U bent bezoeker 500250

Woord van de Pastoor

Gedachten bij de verschijning van de Heer aan Thomas

YOUTUBE-FILMPJE BIJ DIT ONDERWERP: https://www.youtube.com/watch?v=aO9k_7gC3V4

Onlangs vertelde bij een doopgesprek de vader van het kind dat hij eigenlijk nooit echt gelovig geweest was tot hij eens toevallig op reis in Frankrijk met zijn ouders even in Lourdes was. Daar had hij de Hemel dichtbij gevoeld en sindsdien wist hij het zeker: God bestaat.

Onlangs vertelde een vrouw mij dat ze eigenlijk nooit echt het gevoel had gehad dat ze gelovig was tot op een korte tijd haar schoonzus en haar schoonvader stierven. De manier waarop ze waren overleden en de uitvaart en de manier waarop haar man en schoonfamilie er kon mee omgaan, hadden haar de zekerheid gegeven dat we niet verdwijnen in het niets maar dat we thuiskomen bij God en vandaar met elkaar verbonden blijven.

Ik moest aan die twee verhalen denken toen ik het verhaal van Thomas las, het verhaal wat op de tweede zondag van Pasen centraal staat. De mensen noemen hem gemakkelijk “de ongelovige Thomas”. Zoals wij het moeilijk zouden hebben als men tegen ons komt vertellen dat ze onze overleden grootmoeder gezien hebben, zo had hij het moeilijk toen de apostelen hem op de eerste Paasdag vertelden dat ze Jezus gezien hadden. Het kon allemaal wel zijn maar hij geloofde het niet, tenzij hij het zelf zou zien. En dan gebeurde het, een week later verschijnt de Heer weer aan Zijn leerlingen. En onmiddellijk wordt Thomas door de Heer aangesproken. Zonder iets anders te zeggen, richt Jezus zich onmiddellijk bij die verschijning naar Thomas. Hij mag onmiddellijk doktertje komen spelen bij Jezus: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig”. En Thomas ging door de knieën. Nu geloofde hij ook en van harte dat de Meester die vermoord was, weer leefde. “Mijn Heer en mijn God”, roept Thomas uit. Ja, nu geloofde Hij echt.

Twee dingen mogen we uit dit verhaal zeker meenemen.

Een eerste gedachte is: Jezus wil dat mensen in Hem geloven en dat ze door hun geloof in Hem gelukkig zijn, hier op aarde maar ook in het Leven na dit leven. Jezus wil niet alleen dat mensen in Hem geloven maar Hij doet in elk mensenleven tekenen om Zich te tonen als degene in Wie we moeten geloven. Hij laat het niet bij één teken maar Hij gaat tot het uiterste om mensen tot geloof in Hem te brengen, hun ziel te redden. Zoals Jezus Thomas niet zomaar opgaf, zo doet Hij dat bij iedere mens. Jezus had ook kunnen zeggen: “Ja, ik ben nu op Pasen aan de leerlingen verschenen, ze hebben mij allemaal gezien en Thomas die er niet bij was heeft pech gehad, hij moet het maar geloven wat de anderen hem zeggen”. Nee, Jezus liet het daar niet bij, dan maar nog eens verschijnen en Thomas zeggen dat Hij het mag controleren. “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen”. We noemen de zondag na Pasen de barmhartigheidszondag. In elk mensenleven doet de Heer tekenen om mensen tot geloof te brengen. Sommigen zullen ze snel oppikken en vanuit Hem gaan leven, bij anderen zal Hij veel meer moeite hebben eer ze in Hem als de gekruisigde en verrezen Heer gaan geloven en sommigen zullen alle tekenen verwerpen en Hem nooit als schat voor het leven hier en in de Eeuwigheid aannemen. Ik heb dat al zo dikwijls ervaren dat mensen op een sterfbed nog de Heer aannemen, de Heer blijft tot de laatste momenten pogingen ondernemen om hen Zijn vriendschap te geven.

De tweede gedachte is of wij in ons leven duidelijke momenten kunnen noemen waarop we de Verrezen heer duidelijk dicht bij ons hebben gevoeld. Zoals die verhalen die ik aan het begin van dit woordje vertelde, die man in Lourdes en die vrouw bij het sterven van haar schoonvader en schoonzus, zo hebben de meeste gelovigen momenten die ze kunnen aanduiden als Thomasmomenten. Het zijn momenten waarop men door de knieën is gegaan en de Heer dichtbij voelde. Ik hoop dat elke Eucharistie, dat gebedsmomenten zo’n momenten mogen zijn maar ook dat ge in de zorg en nabijheid van andere christenen de Verrezen Heer dicht bij u moogt voelen. Misschien zijn er in deze coronatijd ook zo al van dit ervaringen geweest. Anderzijds moeten we er ook voor zorgen dat mensen langs ons de Heer kunnen vinden en ontmoeten, door ons gelovig getuigenis, door onze woorden en daden. Als gelovigen hebben we soms een zware verantwoordelijkheid dat Jezus langs ons of misschien precies niet langs ons bij mensen kan komen. Laat ons vurige getuigen zijn en wegen zodat we voor de Heer een weg zijn om velen bij Hem te laten horen.

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.