Priester Penne
U bent bezoeker 502504

Woord van de Pastoor

Godsvertrouwen

Vorige week ging het in de lezingen in de Mis over het Godsvertrouwen. We hoorden daar in de Schriftlezing “Jezus was niet ja en neen; in Hem was slechts ja” (II Kor. 1,19) en “Groot is ons Godsvertrouwen dankzij Christus” (II Kor. 3,4). Het is goed om het af en toe nog eens heel uitdrukkelijk tot je door te laten dringen dat Jezus, met Wie je onlosmakelijk verbonden bent sinds je Doopsel, je nooit in de steek laat. Als het leven goed gaat, dan twijfel je daar wellicht niet aan. Maar wanneer het leven moeilijk wordt of wanneer er geraakt wordt aan iets of iemand wat je heel dierbaar is, dan gaan mensen wel eens twijfelen. Hoe gemakkelijk maken mensen in de diepste duisternis van hun leven niet de opmerking: “Als God zou bestaan, dan zou Hij dat toch niet toestaan…”

Net in die dagen dat we die zinnen over het Godsvertrouwen hadden gelezen, werd ik door vrienden gebeld of ik met hen eens wilde komen praten. Hun jongste kind – bijna acht jaar -heeft volgens de prognoses van de doktoren maar een maand meer te leven. Met lood in de schoenen ben ik er naartoe gegaan. Het lijden van een kind en de pijn van de ouders raakt je tot in het diepste van je wezen. Machteloos sta je met de ouders bij het bedje van zo’n kind, daar passen geen mooie verhalen want je voelt aan: dit zou toch niet mogen zijn…

In de afgelopen tijd zijn deze ouders toegegroeid naar dit moment, elk op hun manier. Spreken over de dood is nooit gemakkelijk en zeker wanneer het over het nakende sterven gaat van je kind: het is een omgekeerde wereld, ouders moeten hun kind niet zien voorgaan. In het hele gesprek heb ik als een refrein laten klinken dat ik niet geloof dat dit het einde is. Het komt er op aan dat je durft te geloven dat we over de grens van dit leven met elkaar verbonden blijven, dat God Zijn ja-woord blijft spreken. Dat is de kern van ons Godsvertrouwen: Hij wil dat we leven, leven over de grens van dit leven.

Op het einde van het bezoek heb ik samen met de ouders, het zusje en de opa gebeden bij het stervende kind. Een stervend kind wordt niet bediend maar wordt het Vormsel toegediend. Dat heb ik in dat moment ook gedaan. Acht jaar geleden heb ik dit kind gedoopt, in vreugde en blijdschap hebben we toen dit kind aan Gods Hand toevertrouwd en ons geloof uitgesproken dat Hij het kind nooit meer zou loslaten. In deze donkere momenten hebben we bij dit Vormsel ook uitgesproken dat het ja-woord van God aan Zijn mensen altijd blijft gelden.

We mogen de Hemel nabij weten, ook in de donkerste momenten van ons leven. Ik had voor deze ouders een beeldje meegenomen van Maria met het kindje Jezus. Dat beeldje hebben ze met klitterband op het ziekenhuisbed vastgezet als een teken van geloof en vertrouwen dat we mogen vertrouwen dat we in Zijn Hand geboren zijn, bij leven en dood.

Hoe is het met ons Godsvertrouwen ?

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne

Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.