Jozef van Arimathea
DIT WOORD IN YOUTUBE-VERSIE: https://www.youtube.com/watch?v=EExMYnNcnwM
Een begrafenisondernemer vertelde mij dat hij ook een patroon heeft. Vele beroepsgroepen hebben een patroon en voor de begrafenisondernemingen is dat Jozef van Arimathea. U ziet wellicht ook onmiddellijk de link: Jozef van Arimathea was degene die aan Pilatus vroeg om het dode lichaam van Jezus te mogen begraven in zijn graf.
Graag wil ik in dit woordje even stilstaan bij wat we uit de Heilige Schrift weten van deze Jozef, afkomstig uit Arimathea.
Volgens de evangelist Matteüs was Jozef van Arimathea een heel bemiddeld man die geloofde dat Jezus de Messias was. We kunnen er lezen: “Toen het avond was geworden kwam een rijk man, een zekere Jozef van Arimathea, die zich ook als leerling bij Jezus had aangesloten” (Matteüs 27,57) Marcus leert ons dat Jozef van Arimathea een rechter was want hij beschrijft hem als “een vooraanstaand lid van de Hoge Raad, die zelf ook in de verwachting van het Rijk Gods leefde” (Marcus 15, 43). Lucas geeft ongeveer dezelfde beschrijving van een rechter die niet akkoord was met de gang van zaken, Jozef was “lid van de Hoge Raad, een welmenend en rechtschapen man, die dan ook niet had ingestemd met hun plannen en handelwijze. Hij was afkomstig uit de Joodse stad Arimathea en leefde in de verwachting van het Rijk Gods”. (Lucas 23, 50-51). Johannes zegt ons dat Jozef “een leerling was van Jezus, maar in het geheim uit vrees voor de Joden”. (Johannes 19,38)
Alle vier de evangelies vertellen ons dat de vooraanstaande jood Jozef van Arimathea naar Pontius Pilatus gaat en vraagt om het lichaam van de dode Jezus. Dat was niet zo vanzelfsprekend want Pilatus was geen gemakkelijke man. Pilatus staat het welwillend toe. Toen Jozef aan Pilatus het lichaam van Jezus ging vragen, wist Pilatus nog niet dat Jezus al dood was. We kunnen zeggen dat het van Jozef toch een moedige daad was om dat te durven vragen.
Jozef neemt het lichaam weg van het kruis en wikkelt het dode lichaam van Jezus in een smetteloze lijkwade en legt het lichaam neer in zijn graf dat hij pas in de rots had laten uithouwen. Het feit dat het om een nieuw graf gaat laat veronderstellen dat Jozef nog niet zo lang uit Arimathea naar Jeruzalem was verhuisd en in zijn nieuwe woonplaats een nieuw familiegraf liet uithouwen. De evangelist Johannes vertelt ons dat Jozef nog hulp kreeg van Nikodémus: “Nikodémus, die Hem vroeger ‘s nachts bezocht had, kwam ook en bracht een mengsel van mirre en aloë mee, ongeveer honderd pond. Zij namen het lichaam van Jezus en wikkelden het met de welriekende kruiden in zwachtels, zoals bij een joodse begrafenis gebruikelijk is.” (Johannes 19,39-40)
Wanneer dat allemaal gebeurd is, sluit Jozef van Arimathea het graf af. Matteus zegt ons: “Nadat hij een grote steen voor de ingang van het graf gerold had, ging hij heen.” (Matteus 27,60) Jozef van Arimathea was daar blijkbaar niet op zijn eentje bezig met al die dingen, de evangelies vertellen ons dat Maria Magdalena en Maria, de moeder van Joses er bij waren en toekeken.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.