Priester Penne
U bent bezoeker 527159

Woord van de Pastoor

Vakantiewoord - Ik ben eenzaam

YOUTUBE-FILMPJE BIJ DIT WOORD: https://www.youtube.com/watch?v=H-OWh77rMmc

Heel wat mensen zijn toch geschrokken van de cijfers over eenzaamheid die onlangs werden gepubliceerd. De helft van de Belgen voelt zich eenzaam. En als je dan denkt dat het over oude mensen gaat, dan heb je het helemaal mis. Vooral bij de jonge Belgen is het probleem groot. Maar liefst 54,5 procent van leeftijdsgroep 20 tot 34 jaar voelt zich soms tot altijd eenzaam. Bij mijn eigen leeftijdsgroep, 35 tot 50 jaar, is dat 53 procent. Bij de 70-plussers voelt 28,3 procent zich eenzaam. Zie: https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/07/04/meer-dan-de-helft-van-de-jonge-belgen-voelt-zich-eenzaam/

Wanneer je daar met mensen over spreekt, begrijpt men dat ook. Oudere mensen hebben nog grotere families en sterkere familiebanden. Oudere mensen hebben dikwijls nog een sterk gemeenschapsleven en zijn betrokken bij dorpsgebeurtenissen en het verenigingsleven.
Vele van onze jongere mensen zijn dikwijls enig kind in het gezin en hebben weinig familie. Heel wat van onze verenigingen houden op te bestaan vanwege gebrek aan jongere leden en jongere mensen die verantwoordelijkheid nemen in de besturen. Waar vroeger mensen in een buurt elkaar allemaal kenden, is er nu in veel buurten onderling geen contact meer en kent men elkaar nauwelijks. Als ik bij doop- en huwelijksgesprekken er wel eens naar vraag, dan komt dikwijls een antwoord dat men er niet echt tijd en behoefte aan heeft.
Toen ik een tijd geleden een begrafenis deed van een veertiger die uit het leven stapte en de nabestaanden wees op het kleine groepje aanwezigen en vroeg of de overledene geen vrienden had, kwam het antwoord: “Wel op Facebook en via de computerkanalen maar niet in het echte leven…”

Ook onze parochies worden getekend door het gebrek aan betrokkenheid van mensen die jonger zijn dan 50. Wekelijkse kerkgangers en kerk-dragende mensen die jonger dan 50 zijn, zijn meestal op een hand te tellen in een aantal parochies. Daar ligt een grote uitdaging voor de Kerk en wie weet de oplossing ?

Vorig jaar was er in de nationale media nog aandacht voor de begrafenis in Tollembeek van een parochiaan die in alle eenzaamheid was gestorven, die geen nabestaanden had en die alleen dreigde begraven te worden. Als je de cijfers leest van zoveel mensen in ons land die zich eenzaam voelen, dan moet je toch vrezen voor de toekomst dat dit toch wel veel meer gaat voorkomen. Ik zie het trouwens nu al dat in uitvaarten minder mensen komen dan 20 jaar geleden, toen een heel dorp nog betrokken werd bij een uitvaart omdat men de overledene kende en ook huis-aan-huis een rouwbrief werd bezorgd.

Langs de ene kant ligt er een enorme uitdaging om eenzaamheid van mensen te doorbreken, om als Kerkgemeenschap het gemeenschapsgevoel te versterken maar langs de andere kant moeten we natuurlijk ook respect hebben voor mensen die graag op zichzelf leven. Sommige mensen leven nu eenmaal graag op zichzelf met zo weinig mogelijk contacten en sommigen kiezen er bewust voor om zo weinig mogelijk contacten te hebben. Dat moet je natuurlijk respecteren maar toch dienen we in respect voor hoe anderen hun leven willen invullen, oog te blijven houden voor elkaar.

Toen ik hierover nadacht moest ik denken aan het verhaal uit het Boek Genesis, hoofdstuk 4 vers 9. Kain heeft zijn broer Abel vermoord. En God vraagt aan Kain waar zijn broer is. Kain antwoordt daarop: “Ik weet het niet. Moet ik dan op mijn broer passen ?”, in andere Bijbelvertalingen staat de vraag: “Ben ik mijn broeders hoeder ?”.
Ik denk dat we dat we dat als christenen zeker moeten doen: op een goede manier op elkaar passen. Op elkaar passen is natuurlijk niet zich bemoeien met iemands leven of elkaar constant zitten bespioneren maar op een gezonde manier oog hebben voor elkaar. Christenen zijn geen mensen die alleen in verbondenheid met God in deze wereld leven maar ook leven met andere mensen die broers en zussen van ons zijn, kinderen van dezelfde Vader. Op een bepaald ogenblijk werden de volgelingen van Jezus “christenen” genoemd. Ze kregen die naam omdat hun gedrag anders was dan het gedrag van hen die geen volgeling van Jezus waren. Dat gedrag was een sterke verbondenheid met God maar ook met de medemensen. Oog hebben voor een medemens, ook al gaat die een eigen levensweg, hoort daar zeker ook bij. Laten we op elkaar passen, elkaars hoeder zijn !

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.