DIT WOORD IN YOUTUBE-VERSIE: https://www.youtube.com/watch?v=H-OWh77rMmc
Zo midden in de vakantie brachten alle kranten het nieuws dat in Brugge op drie dagen tijd drie mensen dood in hun huis werden gevonden. Ze stierven een natuurlijke dood maar hun lichamen lagen er al weken, tussen de tien en de dertig dagen en in al die tijd had blijkbaar niemand die mensen gemist. Het betrof hier ook geen vereenzaamde hoogbejaarden. Naast een vrouw van 80, een man van 41 en een vrouw van 47. Schrijnend te moeten lezen dat ze dan nog werden ontdekt omdat de stank niet meer te harden was en de vliegen tegen de ramen plakten.
Zo een bericht doet toch elke keer schrikken. In de twintig jaar dat ik priester ben, heb ik jaarlijks toch wel zo iemand moeten begraven: iemand die al wat langer overleden was en die dan na korte of lange tijd toevallig wordt gevonden. Als mensengemeenschap mogen we ons dan elke keer verliezer voelen: dat we dat niet eerder gezien hebben, dat we die eenzame mens toch niet nabij konden zijn in het moment van sterven. Elke keer worden dan naar zovele excuses gezocht waarom het niet eerder gemerkt is…
Het is niet iets wat alleen in steden gebeurt maar overal, ook in onze dorpen komt het voor. Aan het begin van de vakantie hebben we in Tollembeek ook een man begraven die al een aantal dagen overleden was vóór iemand het toevallig merkte. Het verhaal haalde toen ook de nationale media. Niet alleen omdat het in een dorp gebeurde maar ook vanwege de relatief grote belangstelling bij het afscheid dat we als parochiegemeenschap hadden georganiseerd voor de man die geen directe nabestaanden had. Zo een eenzaam sterven maakt me elke keer stil en laat me denken aan wat er bij die mensen toch moet omgegaan zijn om in hun stervensmoment niemand bij zich te hebben…
Het is geen gemakkelijke klus om zoiets te voorkomen want sommige mensen leven nu eenmaal graag op zichzelf met zo weinig mogelijk contacten en sommigen kiezen er bewust voor om zo weinig mogelijk contacten te hebben. Dat moet je natuurlijk respecteren maar toch dienen we in respect voor hoe anderen hun leven willen invullen, oog te blijven houden voor elkaar. Toen ik hierover nadacht moest ik denken aan het verhaal uit het Boek Genesis, hoofdstuk 4 vers 9. Kain heeft zijn broer Abel vermoord. En God vraagt aan Kain waar zijn broer is. Kain antwoordt daarop: “Ik weet het niet. Moet ik dan op mijn broer passen ?”, in andere Bijbelvertalingen staat de vraag: “Ben ik mijn broeders hoeder ?”.
Ik denk dat we dat we dat als christenen zeker moeten doen: op een goede manier op elkaar passen. Op elkaar passen is natuurlijk niet zich bemoeien met iemands leven of elkaar constant zitten bespioneren maar op een gezonde manier oog hebben voor elkaar. Als rolluiken neer of gordijnen dicht blijven is het een signaal om in de gaten te houden.
Op een bepaald ogenblijk werden de volgelingen van Jezus “christenen” genoemd. Ze kregen die naam omdat hun gedrag anders was dan het gedrag van hen die geen volgeling van Jezus waren. Dat gedrag was een sterke verbondenheid met God maar ook met de medemensen. Oog hebben voor een medemens, ook al gaat die een eigen levensweg, hoort daar zeker ook bij. Laten we op elkaar passen, elkaars hoeder zijn en zo zullen schrijnende verhalen van mensen die dagenlang dood waren eer men ze vond misschien meer voorkomen kunnen worden…
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
TERUGBLIK OP GEBEDSUUR ROEPINGEN: http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-galmaarden/jonge-priester-servaas-bosch-draagt-mis-op-a3222516/
TOT WOENSDAG IN DE PANNE ? https://editiepajot.com/regios/4/articles/55315
GOUDEN SINT-ROMBOUTSKRUIS: https://editiepajot.com/regios/6/articles/55410
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.