Priester Penne
U bent bezoeker 503630

Woord van de Pastoor

Carnaval en vastentijd

DIT WOORD IN YOUTUBE-VERSIE:https://www.youtube.com/watch?v=ulqBG4Iv_gc


 


In België, in Nederland en op zovele plaatsen in de wereld vieren veel mensen carnaval. Wij kennen allemaal de beelden van verklede mensen, praalwagens, optochten, maskers, prins carnaval. Je bent carnavalist of je bent het niet. De ene kijkt er een heel jaar naar uit en de andere heeft een hekel aan alles wat nog maar met carnaval te maken heeft. Sommigen zeggen dat het een heidens feest is. Anderen zeggen dan weer dat carnaval een katholiek volksfeest is, een traditie die ontstaan is vanuit katholieken die het er nog eens goed van namen voor de vastentijd. We moeten zeggen dat het vooral dat laatste is.


 


Carnaval wordt vanouds gevierd in de drie dagen voor Aswoensdag, het begin van de jaarlijkse veertigdagentijd naar Pasen. Traditioneel wordt er carnaval gevierd van de zondag tot de dinsdagavond voor Aswoensdag. Met Aswoensdag begint de voorbereiding op Pasen. Vanaf Aswoensdag bezinnen de gelovigen zich op wat Jezus Christus van ons wil, we bezinnen ons op ons leven als christen en op onze christelijke roeping. We weten uit het evangelie dat Jezus veertig dagen de woestijn in ging voor Hij zijn openbaar leven echt begon, een tijd van vasten en gebed. De veertigdagentijd voor Pasen was in eerdere tijden een tijd waarin er streng werd gevast. In de dagen voor die zware vastentijd werd er nog eens flink gegeten en gedronken en gefeest voor men aan de strenge vastentijd begon. Het was een tijd waarin er geen vlees werd gegeten. En daar moeten we ook de naam van carnaval gaan zoeken. Carnaval komt van het Latijnse “Carnem levare” wat betekent “het wegnemen van het vlees”.


 


Carnaval en Aswoensdag en de jaarlijkse Veertigdagentijd naar Pasen zijn dus voor christenen eigenlijk onlosmakelijk met elkaar verbonden, het ene kan niet zonder het andere. Voor velen zijn de carnavalsdagen leuke dagen van anders zijn, feesten, plezier maken, zich verkleden. Heel wat mensen zien het als dagen van uitspattingen en het zou niet reëel zijn als we zouden zeggen dat het in een aantal gevallen niet zo is maar toch… Met mate en met de oorsprong voor ogen is het goed om carnaval te vieren. Carnaval zal voor een christen uitmonden in het bijwonen van de aswoensdagviering en het zich laten tekenen met een askruisje en daar in de kerk te horen: “Mens, gedenk dat gij stof zijt en tot het stof der aarde wederkeert” of de oproep “Bekeer u en open uw hart voor het evangelie”. De overgang van het carnavalsfeest naar de aswoensdagviering en het begin van de kerkelijke boetetijd zal ons laten beseffen dat veel dingen vergankelijk zijn. Na de ontspanning van carnaval beginnen we de inspanning van de veertigdagentijd die  - zoals de eerste prefatie van de veertigdagentijd zegt -  is: “een tijd van meer toeleg op het bidden en grotere aandacht voor de liefde tot de naaste, van grotere trouw aan de sacramenten waarin wij zijn herboren. Zo groeien wij tot de volheid der genade die Gij uw kinderen hebt toegezegd”.


 


Carnaval, aswoensdag en een goed beleefde veertigdagentijd op weg naar Pasen, de combinatie die niet los van elkaar gezien kan worden. Zo gezien is het goed om carnaval te vieren. Alaaf…


 


Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.


www.priesterpenne.be


 


DOPELINGEN IN DE BLOEMETJES: http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-galmaarden/dopelingen-in-de-bloemetjes-a3076768/


 


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.