Priester Penne
U bent bezoeker 527353

Woord van de Pastoor

Advent en adventskrans

DIT WOORD IN YOUTUBE-VERSIE: https://www.youtube.com/watch?v=usCdnD5zJtU


 


We beginnen weer de advent, de periode van vier weken voor Kerstmis. Het woordje advent komt van het Latijnse Adventus en dat betekent “de komst, er aan komen”. Het is een tijd waarin we uitzien naar de komst van God.


Als je advent zegt, dan denken de meeste mensen onmiddellijk aan Kerstmis. Natuurlijk is dat niet verkeerd maar advent is meer dan ons voorbereiden op Kerstmis, het Geboortefeest van onze Heer Jezus Christus. Voorbereiden op het Geboortefeest  is het eigenlijk pas echt vanaf 17 december. In de adventstijd vóór 17 december ligt vooral de nadruk op: de Heer is op komst. Eens komt de Heer terug, we verwachten als christenen de terugkomst van Jezus Christus, op het einde der tijden. Houd ik daar rekening mee en wat betekent dat voor mij. Misschien laat die terugkomst nog wel een tijd op zich wachten maar  vroeg of laat zullen we voor Hem komen te staan wanneer ons lichaam het begeeft en zullen we de Heer ontmoeten, wat hebben we Hem dan te bieden. Het wordt sterk verwoord in het evangelies van de eerste zondag van de advent waar we Jezus horen zeggen: “Weest dus waakzaam want gij weet niet op welke dag uw Heer komt”. Op de tweede zondag van de advent horen we de oproep van Johannes de Doper: “Bereidt de weg van de Heer, maakt zijn paden recht”.


 


Het symbool bij uitstek van de advent is de adventskrans. Er is wellicht geen kerk of kapel meer te vinden waar er in de advent geen adventskrans te vinden is. Alles op en rond die krans heeft ons iets te vertellen over wat de advent is.


 


Een adventskrans is natuurlijk rond. De ronde vorm doet ons denken aan een ring, een trouwring, zonder begin of einde. De God waarin we geloven is een God van liefde en trouw. Hij is er altijd geweest en zal er altijd zijn. Hij geeft Zijn volk nooit op, Hij geeft elk van ons nooit op. Daarom heeft Hij Zijn Zoon naar ons gestuurd.


 


Op de adventskrans staan vier kaarsen. De vier kaarsen verwijzen naar de vier zondagen in de advent. Elke zondag wordt er een kaars meer aangestoken. Hoe dichter we bij het Kerstfeest komen, hoe meer licht, teken van Gods Licht wat in de wereld komt met Kerstmis. Jezus zal van zichzelf ook zeggen dat Hij het Licht der wereld is. Wanneer de vier kaarsen aan zijn, dan is het in de week daarop Kerstmis. In het klein rituaal van de Kerk lezen we dat “de vier kaarsen, die geleidelijk aangestoken worden, zondag na zondag, tot het hoogfeest van Kerstmis, de herinnering is aan de verschillende etappes van de heilsgeschiedenis vóór Christus en symbool van het profetisch licht dat langzamerhand de nacht verlichtte van de verwachting tot het opgaan van de zon van de gerechtigheid”.


 


De krans is gemaakt van groene dennentakken. Die den trotseert met zijn groene takken de winter. Daar waar al het andere groen verdort en verdwijnt, blijft de groene dennenboom. Het is een teken van de hoop maar ook een teken van de trouw van God.


 


Rond de takken van de adventskrans wordt een paars lint gewikkeld. Dat paarse lint verwijst naar de liturgische kleur van de advent. De gewaden van de priester in de advent hebben de paarse kleur. De paarse kleur is de kleur van inkeer. We maken het sober, we bezinnen ons over God die Komende is, over de betekenis dat God mens is geworden in Jezus Christus. Kan God ook in mijn leven komen ? Zijn er obstakels voor Hem in mijn leven ?  Kan het Kind Jezus met Kerstmis ook in de kribbe van mijn hart gelegd worden ?


 


Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.


www.priesterpenne.be


 


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.