Op maandagavond 30 maart om 19.30 uur is er de jaarlijkse Chrismawijding in de kathedraal van Mechelen. In elk bisdom vindt er in de Goede Week zo een viering plaats. De priesters hernieuwen hun wijdingsbeloften aan de bisschop maar ook worden de oliën gezegend en gewijd. Misschien leveren we dit jaar eens een extra inspanning om die viering bij te wonen.
In dit woordje wil ik eens stilstaan bij de drie soorten olie die we in de Kerk gebruiken. Elk van die oliën heeft zijn eigen werking. Het zalven met oliën wil bij elk Sacrament duidelijk maken dat de Heer met de mens die gezalfd wordt persoonlijk bezig is.
Er is de catechumenenolie, de olie voor de doopleerlingen, de olie die gebruikt wordt vóór het Doopsel. Volwassen doopleerlingen worden in een aparte plechtigheid in de tijd voor het Doopsel, met deze olie gezalfd. Deze olie wordt ook gebruikt in de doopplechtigheid voor kinderen. In het gebed dat de priester of de diaken daarbij bidt komt duidelijk naar voren dat dit de beschermende olie van de Kerk is. Zoals we ons bijvoorbeeld insmeren met zonneolie om ons te beschermen tegen de stralen van de zon, zo bidden we dat het kind beschermd mag zijn tegen de Kwade: “De kracht van Christus, de Heiland, moge je beschermen en sterken. Als teken daarvan zalven we je met de olie in de naam van onze Heer, de Gezalfde, die leeft en heerst in de eeuwen der eeuwen. Amen.”
Er is ook de ziekenolie, deze wordt gebruikt voor het Sacrament van de Ziekenzalving. Het is de genezende olie van de Kerk. Zoals we zalf of olie gebruiken om een wonde te laten genezen of een huid die schraal is te verzachten, zo wordt bij het Sacrament van de Zieken gebeden om genezing. De Heer geneest ! De priester zalft de zieken op het voorhoofd en in (of op) de handen en bidt daarbij: “Moge onze Heer Jezus Christus, door deze heilige zalving en door Zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van Zijn Heilige Geest. Amen. Moge Hij u van zonden bevrijden, u heil brengen en verlichting geven. Amen.”
De derde olie is de belangrijkste olie, het Chrisma. Deze olie verwijst bij uitstek naar Jezus Christus, de Gezalfde, dit wil zeggen gezalfd met Gods Geest. Het is olie en de bisschop vermengt die olie in de Chrismamis met reukwerk. Het Chrisma wordt gebruikt bij de Sacramenten die men in het leven maar 1 keer kan ontvangen: het Doopsel, het Vormsel en het Priesterschap. Deze Sacramenten geven een onuitwisbaar merkteken op de ziel. Het is de sterkende olie van de Kerk. Door de zalving met Chrisma ontvangen wij bijzonder de kracht van de Heilige Geest. Zoals sportmensen hun benen insmeren met olie om goed een wedstrijd te kunnen lopen, zo wordt men gezalfd opdat men levenslang sterk zou staan als gedoopte, gevormde, als priester. De zalving met Chrisma gebeurt bij die Sacramenten telkens op een andere plaats: bij het Doopsel is het op de kruin van het hoofd, bij het Vormsel op het voorhoofd en bij het Priesterschap in de handen. Bij het Doopsel bidt de priester of de diaken: “De almachtige God, Vader van onze Heer Jezus Christus, heeft je bevrijd van zonde en het nieuwe leven gegeven door water en de Heilige Geest. Hij zalft je met het chrisma van het heil. Daardoor behoor je tot het volk van God en word je voor altijd lidmaat van Christus, die gezalfd is tot priester, koning en profeet. Amen.” Bij het Vormsel zalft de bisschop of zijn vertegenwoordiger met het Chrisma en bidt daarbij: “Ontvang het zegel van de Heilige Geest, de Gave Gods”.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.