Priester Penne
U bent bezoeker 501114

Woord van de Pastoor

Dood, weinig volk, vergeten

In de afgelopen maanden heb ik verschillende uitvaarten gedaan waar maar enkele mensen bij aanwezig waren. In de meeste gevallen was het een bewuste keuze van de familieleden: men wilde in alle eenvoud met alleen familieleden en goede vrienden afscheid nemen en de overledene aan Gods Zorg toevertrouwen. In enkele gevallen was het zo dat de overledene weinig of geen familie of contacten had en er daardoor maar een handjevol mensen waren. Hoe apart was het toen ik een tijd geleden in Tollembeek op het kerkhof met 4 mensen erbij de grafgebeden zegde voor een overleden parochiaan. Ja, we zien steeds meer de wens om een uitvaart klein en intiem te houden. In tegenstelling tot vroeger waar het hele dorp een rouwbrief kreeg en iedereen uitgenodigd werd, waar de hele Kerkgemeenschap voor haar overleden lid kwam bidden, wil men nu in veel gevallen graag in een kleine kapel of als dat niet in een dorp aanwezig is, in een kleine aula van een rouwcentrum afscheid nemen. Men kan dat jammer vinden, men kan er tegen zijn, men kan vinden dat het helemaal tegen de gemeenschapsgeest ingaat maar het is nu eenmaal een realiteit.


 


Een tijd geleden zei me iemand: “Ik dacht dat de overledene meer betekend had voor de mensen want er was zo weinig volk in de uitvaart”. De waarde van een leven wordt niet afgemeten in het aantal mensen op je uitvaart. In de uitvaart van de heilige Theresia van Lisieux, een grote heilige, waren maar enkele mensen aanwezig. God alleen kent de waarde en de betekenis van een leven. Hij weet alles wat we hebben gedaan en wat we niet hebben gedaan. Ik moet denken aan de woorden uit het Matteusevangelie 6,3-4 waar Jezus zegt: “Als je aalmoezen geeft, laat dan je linkerhand niet weten wat je rechterhand doet. Zo blijft je aalmoes in het verborgene, en jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen”.


 


In november bidden we bijzonder voor onze overledenen. De meesten van ons gaan die maand zeker naar de begraafplaats om de graven van dierbaren te bezoeken. Voor christenen is het niet alleen eens terugdenken aan mensen die overleden zijn maar het is er met een gebed uitspreken dat onze band niet geëindigd is. Dood is voor ons niet dood en weg is voor ons niet weg, vertrouwend op het woord van de Heer: “Ik ben de Opstanding en het Leven. Wie in mij gelooft, zal leven, ook wanneer hij sterft en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal nooit sterven.” (Johannes 11, 25-26)


 


Over sterven en dood zijn er veel gedichten en gedachten. Ik erger me wel eens als ik op kaarten en prentjes teksten zie staan in de trant van: “Je bent pas dood als iedereen je vergeten is” en “Dood ben je als er niemand meer aan je denkt”. Dat is onchristelijk want voor christenen gaat het ook verder als niemand nog aan je denkt.  Ook wanneer niemand meer aan je denkt en wanneer je grafzerk al lang weg is, leven we verder in Gods Hand. Onze naam staat sinds ons Doopsel geschreven in Gods Hand en niets of niemand, zelfs niet de dood en het door iedereen vergeten zijn, kan onze naam uit Gods Hand wegwissen.


 


Wanneer we in de dagen van Allerheiligen en Allerzielen over onze begraafplaatsen lopen en de vele of geen bloemen op graven zien, mogen we die gedachte meenemen. Wanneer niemand meer aan ons zal denken, dan zijn we niet dood. Een van de mooiste beloften van God in de Bijbel mogen we daar tot ons laten doordringen: “Kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg ? Zelfs al zou zij het vergeten, Ik vergeet jou nooit. Ik heb je in Mijn Handpalm gegrift” (Jesaja 49,15-16).


 


Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.


www.priesterpenne.be 


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.