In deze dagen vertrekken heel wat mensen op vakantie. Als ik sommigen zie vertrekken met al hun valiezen en volgepakte auto’s dan denk ik wel eens dat ze nooit meer terugkomen. Maar dan gaan ze toch maar een weekje weg... Deze week zei een parochiaan mij dat hij er echt aan toe was, de laatste werkweken waren zo druk geweest voor hem dat hij aan rust toe was.
Elk jaar, zo rond de vakantie, vraagt toch wel altijd iemand of Jezus in het evangelie iets over het houden van vakantie vertelde. Helaas, het woordje vakantie staat niet in het evangelie. Ik denk dat tweeduizend jaar geleden het woordje vakantie nog niet eens bestond. Ze zullen in die tijd momenten gehad hebben waar het minder druk was met het werk op het land maar wellicht bleef het daarbij. Een catalogus met vakantiebestemmingen en vakantiegeld bestond nog niet. Je moet maar eens aan mensen die ouder dan 80 zijn vragen naar welke exotische oorden zij op vakantie gingen: ze zullen je vol onbegrip aankijken…
Jezus heeft dan wel niet letterlijk over vakantie gesproken maar we mogen zeker zeggen dat Hij er niet tegen was en dat Hij elk van ons zeker aanspoort op één of andere manier wat vakantie te houden, het wat rustiger aan te doen, even te kijken naar de grote lijnen van je leven. Soms kunnen we in de drukte van ons leven onszelf verliezen. Dan is het goed om de rust en de stilte en de andere kant van het leven op te zoeken om onszelf terug te vinden en te zien waar het werkelijk om gaat in het leven. In Marcus 6, 30-32 kunnen we lezen dat Jezus op een bepaald moment naar een afgelegen plaats gaat om ze even op rust te laten komen. De leerlingen hadden het druk gehad met het onderwijzen van mensen en Jezus zegt dan: “Ga nu mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en een tijdje uit te rusten”. Jezus trekt zijn leerlingen even weg uit de drukte “want het was een voortdurend komen en gaan van mensen zodat ze zelfs niet de kans kregen om te eten”. In dat stukje evangelie kunnen we duidelijk lezen dat Jezus vindt dat een mens zich af en toe wat rust moet gunnen, tijd voor zichzelf moet nemen en zeker tijd moet maken om te eten. Zonder voldoende rust en eten houdt geen mens het uit.
Een vorm van vakantie, iedereen is het aan zichzelf op een of andere manier verplicht. Kom eens tot stilstand en kijk een waar je mee bezig bent in je leven. Ga eens weg uit de dagelijkse sleur. Voor de ene zal het een reis van duizenden kilometers zijn, voor een andere uren aan een strand liggen en voor nog een andere gewoon wat rustig thuis in de tuin zitten. Ik hoorde ooit eens een pastoor zeggen tegen iemand die zichzelf nooit rust gunde: “Als God zelfs op de zevende dag ging rusten, wie ben jij dan dat jij je nooit rust gunt ?”. Jezus doet het ons in elk geval ook voor. Het hele evangelie is één getuigenis hoe Jezus een druk leven heeft gehad, van ’s morgens tot ’s avonds prediken, zieken genezen, wonderen doen, mensen nabij zijn maar regelmatig maakte Hij het stil, gunde Hij zich rust en zorgde Hij voor contact met de Hemelse Vader. In die stilte en rust en die gesprekken met de Hemelse Vader heeft Hij altijd ontdekt wat Hij moest doen, wat het vervolg van Zijn Weg was. Ook dat mag vakantie voor ons zijn. Zorg dat na de vakantie mensen aan jou kunnen zien dat je vakantie hebt gehouden, niet alleen aan je bruine kleur maar vooral aan je enthousiasme en je inzet.
Ik gun al mijn parochianen een goede vakantie en een veilige thuiskomst.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.