Zowel in Galmaarden ( Zie: http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-galmaarden/eeuwelinge-werd-eerst-gedoopt-dan-pas-geboren-a1875222/ ) als in Bever heeft in de afgelopen maand de oudste parochiane haar honderdste verjaardag gevierd. Bij de ene werd het bescheiden, in familie- en vriendenkring gevierd, bij de andere was het een echt volksfeest met een drukbezochte dankmis, receptie, eetmaal en volksbal waarbij de feestelinge tot ver over drieën ’s nachts aan het feestgedruis deelnam. ( Zie: http://www.editiepajot.be/regios/4/articles/37877 ) Als men tegenwoordig mensen wil aanduiden als heel oud, dan zegt men wel eens: “Die is nog van voor de oorlog”. Onze eigen twee eeuwlingen zijn inderdaad nog van voor de eerste wereldoorlog, ze zijn beiden geboren in mei 1914 en de eerste oorlog is uitgebroken eind juli 1914, ze waren dus al baby’s van 2 maanden oud. Een van hen vertelde mij dat ze nog herinneringen had aan hoe ze op het einde van de oorlog op de schoot van Engelse soldaten heeft gezeten en met hun haren speelde…
Ook al is het aantal honderdjarigen door de goede gezondheidszorgen de laatste jaren flink gestegen, het blijft toch nog altijd bijzonder wanneer mensen de kaap van de honderd halen. In de afgelopen tijd vroegen parochianen mij of er in de Bijbel ook al honderdjarigen voorkwamen. Ik ben het even gaan opzoeken. In het begin van de Bijbel vinden we heel wat hoogbejaarden. U moet maar eens het vijfde hoofdstuk van het boek Genesis lezen. De eerste generaties mensen leefde volgens de Bijbel heel lang. We lezen in dat vijfde hoofdstuk dat Adam 930 jaar was toen hij stierf. Zijn zoon Set werd 912 jaar. Enos werd 905, Kenon 910, Mahalalel 895 jaar, Jared 962 jaar, Henoch stierf relatief jong en werd amper 365 jaar. Zijn zoon Metuselach echter werd de oudste van de hele Bijbel, hij bereikte de leeftijd van 969 jaar. In de Nederlandse taal is er een uitdrukking met een verwijzing naar de oudste Bijbelse figuur Metuselach. In de uitdrukking “Zo oud als Metusalem” wordt gezegd dat iemand naar eigentijdse maatstaven heel oud is. Zijn zoon Lamech werd weer een stuk minder oud, amper 777 jaar. Lamech werd op zijn 182ste de vader van Noach. Ja, men bleef tot op hoge leeftijd kinderen krijgen in de Bijbel. De laatste zin van het vijfde hoofdstuk in Genesis vertelt ons: “Toen Noach 500 jaar oud was, verwekte hij Sem, Cham en Jafet”.
Het is in de tijd van Noach dat er een beperking komt in het aantal levensjaren. In het zesde hoofdstuk van Genesis vers 3 lezen we: “Toen dacht de Heer: ‘Mijn levensgeest mag niet voor altijd in de mens blijven, hij is immers niets dan vlees, hij mag niet langer dan 120 jaar leven”. Iemand merkte vorige week op: stel u eens voor dat die leeftijden van het begin van de Bijbel ook vandaag nog van toepassing waren, dan stond heel onze streek vol bejaardenhuizen en was er wellicht ook niemand meer te vinden die Minister voor de Pensioenen wilde worden…
Sommige mensen worden 100, anderen een flink stuk minder. Mensen kunnen daar soms echt mee worstelen. Ook op gelovig gebied kan dat invloed hebben. Men stelt zich dan de vraag: “Waarom sterft mijn dierbare zo jong, waarom moet ik zo jong sterven ?”. Gelukkig hebben we als christenen de zekerheid dat hoe kort of hoe lang ons leven hier duurt, ons leven overgaat in de Eeuwigheid op Zijn Belofte dat wie in Hem gelooft Eeuwig Leven heeft.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.