Een tijd geleden was er wat persbelangstelling voor het feit dat voor het eerst in de kerkgeschiedenis van Bever een vrouw deel uit maakte van de kerkfabriek. Zie: http://www.editiepajot.be/regios/4/articles/33644
Toen ik hier in de parochies Galmaarden, Bever en Tollembeek aan de slag ging, was dat een van de eerste dingen die ik opmerkte. De kerkfabrieken zijn nog echte mannenbolwerken. Daar waar het hele kerkgebeuren minstens door twee derde vrouwen wordt gedragen, is er geen vrouw te bespeuren in onze kerkfabrieken. Ik ben blij dat men in Bever er voor gekozen heeft een signaal te geven door te kiezen voor een vrouwelijke kandidaat. Paus Franciscus heeft onlangs trouwens ook nog een oproep gedaan dat vrouwen meer leidinggevende rollen moeten innemen in het bestuur van de kerk. In zijn ondertussen beroemde interview zegt Paus Franciscus ook: “Men moet meer ruimtes scheppen waarin de vrouw in de Kerk krachtiger aanwezig kan zijn”. Hopelijk wordt dit signaal opgepakt…
Vorige week moest ik een woordje doen in een gebedsviering bij het begin van het werkjaar van een vrouwenvereniging. Ik heb daar het korte stukje evangelie genomen, Lucas 8,1-3. In dat stukje evangelie lezen we duidelijk dat vanaf het begin van het christendom ook vrouwen hun taak hadden. Met dat evangelie wilde ik daar alle vrouwen eens bemoedigen dat vrouwen altijd belangrijk zijn geweest in het gezelschap van de Heer. Dat Jezus ook vrouwen als zijn vertrouwelingen koos, was een van de voorbeelden dat Hij niets moest hebben van het strikte sociale onderscheid in zijn tijd. Niet alleen mannen vergezelden Jezus maar, zo zegt dat evangelie ons: “ook enkele vrouwen die van boze geesten en ziekten verlost waren”. En het evangelie noemt er daar zelfs enkele met naam. Bij die enkele vrouwen stond ik even stil.
Maria Magdalena is de bekendste van die vrouwen die daar genoemd worden. We lezen daar dat er bij haar zeven boze geesten waren uitgegaan. We ontmoeten ze ook op andere plaatsen in het evangelie. Wanneer al de mannen zijn weggelopen en wanneer Jezus aan het kruis hangt te sterven zal zij onder het kruis staan, bij de begrafenis zal ze zijn en als eerste zal ze ontdekken dat het graf leeg was.
Een tweede die daar wordt genoemd is Johanna, de vrouw van Chusas, de rentmeester van Herodes Antipas, een rijke vrouw dus. Johanna ging met Jezus mee tijdens zijn laatste reis van Galilea naar Jeruzalem; zij was na de kruisiging ook bij de begrafenis. Even later ging ze met andere vrouwen naar het graf om het lichaam te zalven. Toen ze ontdekten dat dit was verdwenen, meldden ze dit meteen aan de apostelen. Omdat die Johanna alleen bij Lucas wordt vermeld, was ze misschien een van de bronnen van zijn verhaal.
De laatste die daar met naam wordt vermeld is Suzanna, een welgestelde vrouw die met Jezus optrok nadat Hij haar had genezen van een duivelse bezetenheid. Deze vrouwen hielpen Jezus met hetgeen zij bezaten, wat waarschijnlijk financiële hulp inhield, al zullen ze ook wel hebben gekookt en schoongemaakt. In de ogen van de joodse rabbi’s van hun tijd was zo’n gemengde groep van mannen en vrouwen rond Jezus een schandaal, maar Jezus maakte wat dat aangaat geen onderscheid. Vrouwen waren net zo goed welkom als leerling.
Onder het kruis stonden vrouwen en het waren ook vrouwen die als eersten te horen kregen dat Jezus uit de dood was verrezen. Het mag een bemoediging zijn voor al die vrouwen die in onze kerkgemeenschappen werkzaam zijn. Zonder hen konden onze kerkgemeenschappen niet meer stand houden.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
CHIROMIS BEVER: http://www.editiepajot.be/regios/4/articles/33768
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.