Bij uitvaarten wordt dikwijls gevraagd om een persoonlijk liedje ten gehore te brengen. Op een of andere manier wordt er in de meeste Vlaamse parochies wel gevolg gegeven aan de vraag van die rouwende familieleden. Voor of na de liturgie of op een moment dat een persoonlijk woord wordt gesproken en zonder dat de liturgie tekort wordt gedaan, geeft men dan ook de gelegenheid om een lied te laten horen. Meestal verwoordt zo een lied iets van het leven van de overledene of van de gevoelens van de nabestaanden. Ik heb daar in de loop der jaren eigenlijk nooit problemen mee gehad, de meeste mensen hebben wel het gezonde verstand wat kan en wat niet kan bij een kerkelijke uitvaart.
Onlangs stond er in de krant toch een voorval waarbij de pastoor een gevraagd liedje weigerde. Het betrof het liedje van Yevgenie, “Oud en versleten”. http://www.youtube.com/watch?v=ulwXiPB7jiQ De pastoor had moeite met de tekst: “Als ik oud ben en versleten en ik voor mijn raampje sta of in mijn rolstoel neergezeten, nauwelijks weet dat ik nog besta…Geef me dan alsjeblief een spuitje of een duwtje door het raam. Ik schrijf vooraf wel een briefje dat het per ongeluk is gegaan…”. In de kranten werd aangegeven dat de pastoor het zag als een soort reclame voor euthanasie. Ik zou persoonlijk om een andere reden bezwaar gehad hebben. Namelijk: zo gaan wij als christenen niet met elkaar om. Oude, versleten mensen of mensen in een rolstoel geven wij standaard geen spuitje en nog minder pleiten wij als christenen om die mensen door een raam te duwen ! Misschien dat men in sommige middens wel zo met elkaar wil omgaan maar christenen doen dat niet en begrijpelijk dat men als pastoor zegt dat zoiets niet in een christelijke uitvaartliturgie past.
Naar aanleiding van dat gebeuren in Putte belde de krant Het Nieuwsblad naar mij met de vraag of ik ooit een liedje had geweigerd. Ik heb hen verteld dat ik al enkele keren mensen had gewezen op de tekst van het liedje Papa van Stef Bos. http://www.youtube.com/watch?v=9DC4KTyBKD8 Op zich een mooi liedje over een zoon die steeds meer op zijn vader lijkt, alleen staat in dat liedje de zin: “Ik heb een goddeloos geloof” en “Jij gelooft in God, dus jij gaat naar de Hemel en ik geloof in niks dus we komen elkaar na de dood nooit meer tegen”. Ik vraag dan aan mensen: is jullie geloof werkelijk goddeloos en voelen jullie het zo dat jullie elkaar nooit meer gaan terug zien ? Meestal komt dan wel het antwoord dat ze wel aanvoelen dat ze elkaar wel zullen terug zien en dat ze aanvoelen dat door die ene zin het liedje eigenlijk ongeschikt is voor een christelijke uitvaart waar we heel de tijd uitspreken dat we over de grens van de dood met elkaar verbonden blijven. Een tijd geleden werd het liedje toch in een uitvaart gespeeld en daarbij sprak de zoon de harde werkelijkheid uit dat ze elkaar nooit meer zouden terug zien want vader geloofde in God en in het Eeuwige Leven en voor hem was het allemaal afgelopen en eindigde het met de dood van het lichaam. Het lijkt me een harde manier om zo afscheid te moeten nemen. In zo een moment ben ik toch blij te kunnen geloven in de belofte van de Verrezen Heer: “Wie gelooft en gedoopt is, zal worden gered”. (Marcus 16,16) Gelukkig de mens die dat als refrein voor zijn levenslied heeft.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.