Dopen
Ik hoorde een verhaal over een jongentje van negen jaar wat verongelukte. Het kind woonde in een dorp zoals Luyksgestel, waar ook bijna iedereen rooms-katholiek is. Nu was het jongentje dat niet, het was niet gedoopt. De ouders zijn wel rooms-katholiek maar deden er niets aan en ze vonden dat hun kinderen zelf later wel voor een doop en een kerk konden kiezen. Toch vroegen die ouders een kerkelijke uitvaart en een begrafenis op het parochiekerkhof, zoals iedereen in het dorp deed. De pastoor - een ingoede man - moest met pijn in het hart zeggen dat dit niet mogelijk was. Een kerkelijke uitvaart is er voor gedoopten. Nu kennen we wel een uitvaart voor dood- of pasgeboren kinderen, van wie men veronderstelt dat ze spoedig na de geboorte zouden gedoopt zijn. De pastoor kon dit misformulier - met de beste wil van de wereld - natuurlijk niet gebruiken want het kind zat al in groep 5. Hij kon niet doen alsof alles normaal was. De ouders hadden het kind niet alleen niet laten dopen, het kind had ook de eerste communie niet mogen doen. Hoe graag de pastoor het ook had willen doen, het was voor hem onmogelijk, het was een gevolg van de keuze die de ouders zelf hadden gemaakt. Toen kwam er plots een onverwachte wending in het verhaal. De oma kwam met de bekentenis dat zij ooit het kind had gedoopt toen ze moest oppassen. Toen had ze wijwater genomen en had ze de naam van het kind genoemd en gezegd \"Ik doop je in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest\". Ze had geleerd \"in nood mag en moet iedereen dopen\" en ze vond dat er nu nood was. Als diepgelovige vrouw deed het haar verschrikkelijk veel pijn dat haar kleinkinderen niet gedoopt werden, ze zag dit als nood en zowel het overleden kindje als de andere kindjes uit hetzelfde gezin had de oma zo gedoopt. Het verongelukte kind heeft een kerkelijke uitvaart gekregen door de bekentenis van de oma, het kind was gedoopt... Als Kerk zeggen wij dat dit stiekem dopen thuis door de grootouders zonder het weten van de ouders niet mag (behalve in stervensgevaar), ook al is het doopsel geldig. De Kerk slaat zeer terecht het doopsel als de eigen ouderlijke verantwoordelijkheid zó hoog aan dat ze niet accepteert dat grootouders hun kleinkinderen dopen zonder toestemming van de ouders. Toch kan ik er enig begrip voor opbrengen en moet ik zeggen dat deze bekentenis van die oma geen alleenstaand geval is. Ook in onze Pastorale Eenheid ken ik verschillende grootouders die me dat bekend hebben. Telkens beluister ik hun pijn maar ook hun zorg om het eeuwig heil van het kind. Ze hebben geleerd dat Jezus in het evangelie zegt: \"Indien gij niet wordt herboren uit water en geest kunt gij het rijk der hemelen niet binnengaan\". Bovendien zwijgen die grootouders niet over hun geloof als de kleinkinderen op bezoek zijn. Ze voelen zich als de grootouders onder het communisme: als missionarissen proberen ze stiekem het geloof toch door te geven. Onze Paus benadrukte begin januari de noodzakelijkheid van de doop. Voor Benedictus XVI is de doop \"een noodzakelijk neen\" tegen de dominante cultuur van de dood. \"Wie tot de familie van God behoort, is nooit alleen\", zo zei de paus. Het leek me goed eens stil te staan bij deze problematiek. Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.