Aan het begin van de advent hadden we in de kapel van Galmaarden een bijzonder moment. 27 langdurig zieken en hoogbejaarden ontvingen er het Sacrament van de Ziekenzalving. We hadden het goed voorbereid door er uitgebreid met de mensen over te spreken en de leden van Ziekenzorg hebben de meesten thuis opgehaald en naar de kapel gebracht. Toen we nadien in het parochielokaal nog koffie dronken hoorde ik heel mooie reacties. Iemand drukte het uit als: “Het voelde als die Hemel die op aarde kwam”. http://www.youtube.com/watch?v=mpkvmHe1sgg
Een aantal mensen was van te voren huiverig om dat Sacrament te ontvangen. Was dat niet iets voor mensen die doodgingen ? Vroeger werd het Sacrament inderdaad bijna uitsluitend aan de stervenden toegediend; het laatste Oliesel werd zelfs uitgesteld tot een moment dat de zieke niet meer kon zondigen. Ruim veertig jaar geleden heeft men er de nadruk op gelegd dat het op de eerste plaats een Sacrament voor zieken is. In dat Sacrament mag de lijdende mens erin gesterkt worden dat God hem nooit in de steek laat, ook niet in die momenten van pijn en lijden en verzwakking. Bij het Sacrament van de Ziekenzalving ligt de nadruk op Gods Nabijheid bij de lijdende en zieke mens. De Heer wil dichtbij de lijdende mens zijn. De Bijbel vertelt ons dat Jezus zieken de handen oplegde en zijn leerlingen opdracht gaf zieken de handen op te leggen en met olie te zalven. We lezen dat ook in de brief van Jacobus, hoofdstuk 5, verzen 14 en 15: “Is iemand onder u ziek? Laat hij de presbyters van de gemeente roepen. Zij moeten een gebed over hem uitspreken en hem met olie zalven in de naam van de Heer. En het gelovige gebed zal de zieke redden en de Heer zal hem oprichten. En als hij zonden heeft begaan, zal het hem vergeven worden.” In het Sacrament van de Ziekenzalving komt de Heer dichtbij elk die lijdend is. We bidden dat de Heer de zieke mag oprichten. Dat oprichten heeft 2 betekenissen. We bidden dat de Heer de zieke lichamelijk mag oprichten maar ook dat de Heer de zieke eens mag oprichten door de dood heen in de Verrijzenis.
De kern van de ziekenzalving is de handoplegging, de zalving met de ziekenolie en het gebed. De priester legt de zieke de handen op als een teken van Gods Hand die dichtbij de lijdende mens is. Het is ook een teken van de Heilige Geest die de lijdende mens sterk wil laten staan. Bij ziekte en lijden kun je gaan twijfelen, kun je bang worden. Gods Hand is nu dicht bij je.
Daarna zalft de priester de zieke op het voorhoofd en in de handen met de Ziekenolie, het is olie die de bisschop gezegend heeft. De priester bidt daarbij: “Moge onze Heer Jezus Christus door deze heilige zalving en door Zijn liefdevolle barmhartigheid u bijstaan met de genade van zijn Heilige Geest. Moge Hij u van zonde bevrijden, u heil brengen en verlichting schenken”.
Dat symbool van de zalf, de olie kennen we. We gebruiken zalf, olie om te verzachten, te verlichten en te sterken, ook om te laten genezen. De pijn en het verdriet die lijden met zich meebrengt mag verzacht worden door de zekerheid van Gods Nabijheid. Deze zalving geneest ook, vergeeft onze zonden. Als de zieke niet meer de zonden kan belijden, is er vergeving van zonden door deze zalving. Vanwege die zondevergeving kan en mag het Sacrament ook alleen door een priester gebeuren.
We noemen het Sacrament van de Ziekenzalving niet meer het Laatste Sacrament. Dat zal uiteindelijk de laatste Heilige Communie zijn. We spreken dan over het Viaticum, de Heilige Teerspijze, Christus als brood voor onderweg op onze laatste reis.
Met die handoplegging en die zalving bidden wij om het rustige vertrouwen van Gods Nabijheid en steun, die hebben we niet alleen nodig op het sterfbed maar ook en misschien vooral in de moeilijke tijd die daaraan vooraf gaat, in elke moeilijke tijd van pijn en lijden.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.