Priester Penne
U bent bezoeker 502156

Woord van de Pastoor

Grootvader geplant

Op de radio hoorde ik op een regenachtige herfstmorgen het liedje “Grootvader geplant”, gezongen door Urbanus.  http://www.musictory.com/music/Axelle+Red/Grootvader+Geplant Ik kende het liedje niet maar het gaf me wel stof tot nadenken in deze dagen naar Allerheiligen toe. Urbanus bezingt hoe hij als kind keek naar de begrafenis van zijn grootvader. Aan de hand van dit liedje mogen we eens kijken naar onze eigen tocht naar het kerkhof in deze Allerheiligendagen.


 


In het eerste gedeelte van het lied verwijst de schrijver naar het sterven: hoe grootmoe een Weesgegroet bad, hoe hij daar met een palmtakje stond, hoe er geweend werd en hoe er gezegd werd dat het veel te vroeg was. Wanneer we bij het graf van onze dierbaren staan, denken we terug aan het moment dat we afscheid namen. Sommigen hebben diepgelovig afscheid genomen, anderen zijn plots gestorven. Bij elke dierbare heb je zeker het gevoel dat het te vroeg is, ook al zijn ze stokoud. Je neemt geen afscheid van een leeftijd maar van een mens van wie je hield.


 


Het vervolg van het lied beschrijft de begrafenis zelf door de ogen van een kind. Misschien hebben we, staande bij het graf, ook herinneringen aan hoe we met een uitvaart afscheid hebben genomen van onze dierbare. Bij dat graf hebben we toen wellicht met tranen en pijn gestaan, misschien met het gevoel dat we niet konden leven zonder onze dierbare. En toch ging onze weg verder. Hopelijk hebben we ondertussen gevoeld dat we over de grens van dit leven als christenen met elkaar verbonden blijven.


 


Op een humoristische wijze wordt daar in dat lied de kern van de kerkelijke uitvaart weergegeven: “De pastoor heeft gewijd water rondgestrooid, omdat anders grootva uit zou drogen. En de pastoor zei dat hij ooit zou wederkeren, maar pas na dat God het heeft gezegd. En opdat hij het niet eerder zou proberen wordt straks een dikke steen op hem gelegd”. In die zinnen ligt de kern van ons hele christelijke leven vervat. Als gedoopten mogen we weten dat het niet zal eindigen met de dood van ons lichaam wat vergaat of verdroogt in een graf, onze ziel leeft verder bij de Heer. Hij laat Zijn gedoopte kinderen niet los in het gat van de dood, we mogen thuiskomen. Op de laatste dag van deze tijd zal er ook de verrijzenis van het lichaam zijn, dat geloven we op het woord van de Heer zelf die ons zegt: “Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: er zal een uur komen, ja het is er al, waarop de doden de stem van Gods Zoon zullen horen en die haar horen, zullen leven… Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, er uit te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.” (Johannes 5, 28-29)


 


Met die herinneringen en die gelovige zekerheid mogen wij in de komende dagen de graven van onze dierbaren bezoeken. In liefde en gebed blijven we met elkaar verbonden en eens zien we elkaar terug bij Hem.


 


Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.


www.priesterpenne.be


 


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.