Priester Penne
U bent bezoeker 502286

Woord van de Pastoor

Over orgaandonatie

Vorige week was er in Bever een avond over orgaandonatie. Bij de huisbezoeken hoorde ik in de afgelopen dagen verschillende mensen hun mening er over geven. In België is iedere overledene boven de 18 jaar donor, tenzij de persoon bij leven heeft aangegeven dat hij of zij dat niet wilde zijn. Toch wordt er nog altijd aan de familie toestemming gevraagd. In de praktijk blijkt 15 procent van de donoren verloren te gaan doordat de familie weigert. Je hoort mensen die vóór orgaandonatie zijn en als argument geven dat ze zelf ook graag geholpen zouden worden met een donororgaan als het nodig zou zijn. Anderen zien het zelf helemaal niet zitten en willen niet dat er aan hun dode lichaam geraakt wordt.


 


Bij die verhalen moest ik denken aan de begrafenis die ik enkele jaren geleden moest doen van een jongeman van twintig jaar. Hij verongelukte op weg naar zijn werk. Toen de ouders in het ziekenhuis aankwamen was hij al hersendood. Bij het roerloze lichaam hadden ze afscheid moeten nemen. Ik herinner me nog hoe ik daar met die ouders aan tafel zat. In hun verdriet gaven hen twee dingen troost. Er was hun geloof, het geloof dat de dood niet het laatste woord had, ze geloofden dat hun zoon thuisgekomen was bij de Heer en dat ze hem daar eens zouden terug zien. Maar er troostte hen ook nog iets anders. Hun zoon had een donorcodicil. Na zijn sterven waren er verschillende organen weggenomen. Zes mensen werden er mee geholpen. Het hart van hun zoon klopte verder in een andere mens, in een mens die daardoor geholpen was. Ook via de andere organen leefde er een stukje van hun zoon verder in een andere mens.


 


In de afgelopen dagen hoorde ik verschillende mensen vragen hoe onze Kerk daar nu over denkt ? De Rooms-Katholieke Kerk staat positief tegenover orgaandonatie. Ze legt wel de nadruk op de vrijheid en de vrijwilligheid.


Paus Pius XII stelde in die tijd al: ,,Orgaandonatie is goed, maar orgaandonatie mag niet beschouwd worden als een vanzelfsprekende plicht van naastenliefde. De vrijheid en vrijwilligheid dient, ook na de dood, gerespecteerd te worden, evenals de wensen van de nabestaanden.''


Paus Johannes Paulus II zei in 1991: “Het ter beschikking stellen van organen, hetzij materiaal dat voor de donor tijdens het leven niet voor het overleven noodzakelijk is, hetzij de tijdens het leven bewust genomen beslissing om na de eigen dood vitale organen ter beschikking te stellen,  moet worden gezien als een gift van zichzelf. Er is een analogie tussen het genereuze schenken van een stuk van eigen lichaam en de gift die Jezus Christus heeft gedaan toen Hij zijn eigen leven gaf: door de gave wordt de dood op een bepaalde manier overwonnen.”?


Op 30 augustus 2000 noemde hij het doneren van organen "een ware daad van liefde" en maakte duidelijk dat voor de katholieke kerk de hersendood een aanvaardbaar moment voor transplantatie is.


De Nederlandse bisschoppen verklaarden in 1995: ,,Het lot van mensen die ernstig ziek zijn en wachten op een transplantatie gaat ons zeer ter harte. (...) Daarom herhalen wij onze aansporing tot het beschikbaar stellen van organen na de eigen dood.''


Van Paus Benedictus weten we dat hij een groot voorstander is van orgaandonatie. Als kardinaal Ratzinger vulde hij een donorkaart in.


 


Ik denk dat het goed is als wij er allen eens over nadenken en er ons een mening in vormen want vroeg of laat kunnen we allemaal met deze materie te maken krijgen. Mogen wij als gelovigen ons geweten hierin laten spreken.


 


Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.


www.priesterpenne.be


 


Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.