Tevreden zijn
De jaarlijkse Veertigdagentijd nodigt ons uit om eens met God naar ons leven te kijken. We stellen onszelf heel eerlijk de vraag of ik voldoende aandacht heb voor mijn band met God, voor mijn band met mijn medemensen en of ik wel leef zoals God mij heeft bedoeld. We noemen het een tijd van bekering. Dat kan een zwaar woord lijken maar toch is het zo : waar moet ik me meer keren naar God, waar moet ik me meer keren naar mijn medemensen, waar moet ik me meer keren naar mezelf.
Toen ik nadacht over dat meer keren naar mezelf zodat ik leef zoals God me heeft bedoeld, moest ik denken aan een mailtje met mooie inhoud, wat ik onlangs kreeg. Het mag ons eens de vraag stellen of ik daar iets kan van leren voor mijn eigen leven.
Een man van 92 jaar, klein, zeer trots, goed gekleed en goed geschoren, elke ochtend om acht uur op, zijn haren keurig gekamd, verhuist vandaag naar een bejaardenhuis. Zijn vrouw van 70 jaar is pas overleden en daarom moest hij verhuizen. Na vele uren te hebben gewacht in de wachtkamer, glimlacht hij vriendelijk wanneer men hem zegt dat zijn kamer klaar is. Als hij zich met zijn rolstoel naar de lift beweegt, beschrijf ik hem de kleine kamer met het doek dat voor het raam hangt en dat dient als gordijn. “Ik vind het heel mooi”, zegt hij met het enthousiasme van een jongen van acht jaar, die net een jong hondje heeft gekregen. “Mijnheer Winst, u heeft nog niet eens de kamer gezien, wacht eerst eens even.” “Dat heeft er niets mee te maken”, zegt hij. “Geluk is iets dat je van tevoren kiest. Of ik mijn kamer mooi vind, hangt niet af van de meubels of van de decoratie. Dat hangt eerder af van hoe ik dingen waarneem.” “Ik heb al in mijn hoofd besloten dat ik mijn kamer mooi vind. Het is een beslissing die ik elke ochtend neem als ik wakker word.” “Ik heb de keuze om de hele dag in bed te blijven liggen en alle moeilijkheden te gaan tellen van mijn lichaamsdelen waarmee ik problemen heb òf opstaan en de hemel bedanken voor de lichaamsdelen die wel werken.” “Elke dag is een cadeau en zolang ik mijn ogen kan openen, richt ik mij op de nieuwe dag en denk aan alle gelukkige herinneringen uit mijn leven.”
Hoe dikwijls morren we naar God en onze medemensen over dingen die moeilijk zijn in ons leven ? Hoe snel zien mensen niet meer het licht als er enkele donkere wolken aan de hemel zijn ? Hoe dikwijls zeggen we dan niet te denken dat God en iedereen ons in de steek heeft gelaten ? Die moeilijkheden van het leven van elke dag staan ook dikwijls onze band met God, ons bidden en onze goede omgang met onze medemensen in de weg. Op onze weg naar Pasen mogen we opstaan met de Heer, opstaan uit alles wat ons neerdrukt en uit het verhaal van die oude man leren goede dingen te zien in elke levenssituatie.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.