Allerheiligen en octopus Paul
In deze dagen naar Allerheiligen en Allerzielen waarin veel mensen denken aan hun geliefde overledenen is afgelopen dinsdag het beroemde wonderbeest Octopus Paul gestorven. Octopus Paul was zonder twijfel de grote ster van het voorbije WK in Zuid-Afrika. Octopus Paul werd bekend door zijn \'voorspellingen\' over welk team een wedstrijd in het toernooi zou gaan winnen. Hij kreeg acht keer de vraag voorgelegd wie de winnaar zou worden, inclusief de finale Spanje-Nederland. Telkens had het dier het bij het rechte eind. We herinneren ons allemaal wel de beelden hoe zijn verzorgers telkens twee doosjes met mosselen in zijn aquarium neerlieten. Elk doosje bevatte een vlaggetje van een land dat een wedstrijd zou gaan betwisten. Paul koos steevast voor het doosje met de vlag van het land dat de match uiteindelijk zou winnen. Mensen vragen zich al af wie nu de toekomst moet voorspellen. Komt er een nieuwe Octopus Paul of zullen we nooit meer iets van de toekomst vernemen ? Wij, als christenen, hebben voor onze toekomst Jezus Christus en Zijn Woord.
Als octopus Paul toch moest doodgaan, dan kon hij dat niet beter doen dan doodgaan in deze dagen van Allerheiligen en Allerzielen. Ook al zou de indruk kunnen leven dat deze dagen over het verleden en over de mensen van het verleden gaan, deze dagen gaan over de toekomst en de vraag: wat heb ik in de toekomst te verwachten ? Voor voetbalwedstrijden kunnen we een octopus nodig hebben om te kijken wie er gaat winnen maar voor ons leven hebben we geen octopus nodig en zeker geen twee potjes waar mosselen in zitten. Voor onze toekomst zouden we de twee potjes met “leven” en “dood” erop kunnen neerzetten. Als christenen mogen we weten dat de beide potjes van dood en leven gekozen zullen worden. Onze toekomst is dood en leven. We gaan allemaal dood maar door de dood mogen we het leven bij God binnengaan. Paulus drukte het zo mooi uit in de tweede Korinthierbrief: “Wij weten het: als de tent die onze aardse woning is, wordt neergehaald, heeft God voor ons een gebouw gereed in de hemel, een onver¬gankelijk, niet door mensenhand vervaardigd huis.” (2 Kor. 5,20) Wanneer we een octopus boven twee potjes met mosselen zetten, is er bij minstens een van de kampen ongerustheid dat hij hen niet zou kiezen. Als christenen, sterk verbonden levend met de Heer Jezus Christus, hoeven we niet bang te zijn wanneer ons leven zal eindigen want het betekent voor ons niet verdwijnen in een donker gat maar thuiskomen bij Hem. Daar mogen we op vertrouwen, dat beloofde Hij ons: “Laat uw hart niet verontrust worden. Gij gelooft in God, gelooft ook in Mij. In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen.” (Joh. 14)
Ook al heeft octopus Paul veel toekomst voorspeld, als dier had hij een sterfelijke ziel en had hij zelf na dit leven geen toekomst, enkel wat leuke herinneringen blijven. Dat is het verschil tussen een dier als octopus Paul en ons, christenen. Als gedoopten mogen we weten dat we een onsterfelijke ziel hebben en daardoor ook een toekomst hebben. We mogen weten dat er meer van ons overblijft dan een lichaam wat vergaat tot stof of as en meer overblijft dan herinneringen. We mogen thuiskomen in de Eeuwige Stad, op die plek bij onze liefdevolle God waar zovelen ons in trouw aan Hem zijn voorgegaan. Dat is onze toekomst en daarvoor hebben we het Woord van Jezus Christus en geen voorspellingen van een octopus nodig.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.