Prentje schrijven en de oude schuur
Ergens in oktober moet er even tijd gemaakt worden voor het Allerzielenprentje. In de vieringen van Allerzielen worden prentjes uitgereikt met de namen van de overledenen van het laatste jaar. Voor dat prentje zoek ik bij elkaar: een tekst die spreekt over ons Verrijzenisgeloof, een gebed en de namen van de overleden parochianen sinds Allerzielen vorig jaar. Als ik zo die namen lees, dan denk ik bij de meesten aan hun leven en sterven en aan hun gelovig zijn. De meesten heb ik gekend, de Sacramenten toegediend en ben hen nabij geweest op hun laatste stukje levensweg. Er zijn de herinneringen aan de laatste gesprekken. In deze dagen kreeg ik toevallig ook een tekst doorgemaild die me nog meer laat stilstaan bij die velen die ons voorgingen…
Een paar maanden geleden kwam een onbekende man me een aanbod doen dat me aan het denken zette. Hij wou de oude schuur kopen die ik ooit van mijn vader erfde. Dat bouwval daar aan het eind van de weg. Ik zei hem rechtuit dat hij ze niet allemaal op een rij had. Hij was zo een stadsmens. Dat kon je zien aan zijn kleren, zijn auto, zijn handen en aan zijn taal. Hij zei dat hij toevallig voorbij reed en die prachtige schuur zag die daar zo tussen de bomen stond. En hij wou weten of die wellicht te koop was. Ik antwoordde dat hij een raar idee had over schoonheid. Ooit was het een prachtig bouwwerk geweest. Maar de vele winters hadden hun invloed gehad. Sneeuw en ijs en gure winden hadden hun uitwerking niet gemist. De zomerzon had genadeloos ingebrand op het hout. Niet één lik verf bleef over en het hout was met de jaren zilvergrijs geworden. Het gebouw had zijn beste tijd gehad en leek meer dan vermoeid door de jaren. En dat noemde de man dan prachtig. Toch zetten zijn woorden me aan het denken. Ik stapte door het veld en staarde naar die oude schuur. De vreemde man had me gezegd dat hij het hout van de schuur wou gebruiken in zijn nieuw landhuis dat hij even verderop zou gaan bouwen. Hij zei dat niemand zulke mooie tinten kon schilderen. Enkel de jaren van genadeloze stormen en brandende zon konden zo mooi de houtnerven uitlogen. Plots kwam het in me op dat ook jij en ik als die schuur zijn. Doorheen de koude stormen en de brandende zon, worden we ook zilvergrijs en trekken de jaren groeven in onze buitenkant. Terwijl onze binnenkant met de jaren mooier werd… terwijl we tevens hier en daar wat scheef begonnen te trekken. Maar Hij die ons maakte weet wat Hij met ons voor had. Hij die ons geschapen heeft, gebruikte de ruwe seizoenen en de stormen van ons leven om ons te vormen. Het is Zijn meesterwerk dat onze ziel vormt zoals niets anders dat zou doen.
Gisteren werd de oude schuur gesloopt. Het hout werd weggevoerd om opnieuw te schitteren in het huis van de weldoener. En ik geloof dat jij en ik op een dag ook weggevoerd zullen worden naar het Grote Huis in de Hemel. En ik geloof dat ook wij mooier zullen zijn wanneer de seizoenen van het leven voorbij gegaan zullen zijn en we mogen bijdragen tot de schoonheid van het Vaderhuis.
Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
GERARDUSBEDEVAART OP DE WEEBOSCH
Afgelopen zondag was Mgr. Mutsaerts op de Weebosch. Een verslag vindt u hier: http://www.schooljournals.net/weebosch/index.php?action[]=IArticleShow::showArticle(\'22908\')
Wilt u het Woord van de Pastoor voortaan in uw mailbox ontvangen? Klik hier.