Home
Woord v.d. Pastoor
Priester Penne
Opname in de kerk
Dopen
Communie
Vormsel
Huwelijk
Jubilea
Uitvaart
Boete & verzoening
Ziek zijn
Maria
Links
Contactinformatie

Priester Penne

U bent bezoeker 402484 .

Nieuws > Kerkelijke uitvaarten in Federatie Holsbeek sinds 1 september 2017

PAROCHIE SINT-MAURUS HOLSBEEK

Op dinsdag 31 oktober was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Achille Hendrickx. Hij werd geboren in Holsbeek op 10 september 1939 en is overleden in het UZ Gasthuisberg op 25 oktober 2017. Hij woonde op de Biekedelle.
Het laatste stuk levensweg van Achille was niet gemakkelijk. Ineens kreeg zijn hele actieve leven een andere wending. Tussen februari en augustus verbleef hij in het ziekenhuis en daarna vond hij een thuis in het rusthuis. In juni had men ook ontdekt dat hij zwaar lijdend was. Nee, het was allemaal niet gemakkelijk om zo getekend te zijn. En toch werd er het beste van gemaakt. In die laatste zonnige herfstdagen genoot hij nog van de wandelingen die zijn gezin met hem maakte. Hij werd naar het ziekenhuis gebracht. Het zou maar voor enkele dagen zijn. Het waren dagen van stilaan afscheid nemen. Zijn gezin, dat hem in al die tijd zo sterk nabij is geweest, was hem ook in deze dagen dag en nacht nabij. Elk heeft op zijn manier afscheid kunnen nemen. Achille zei: “Er is maar ene weg”. Zijn gezin was ook bij hem toen hij de ene weg naar de Eeuwigheid is gegaan.
Zijn gezin beschreef Achille als een doordrijver, voor iedereen in de weer. Toen hij jonger was, ging hij overal klussen. De boog mocht niet altijd gespannen staan, zei hij, en hij dronk graag een pintje. Hij was gul en gaf graag weg als hij daarmee kon helpen. Zo was er zijn inzet voor mensen in Wit-Rusland. Lange jaren heeft hij het beste van zichzelf gegeven bij PBE, vroeger heeft hij nog even bij Stella gewerkt.
Zijn gezin was hem dierbaar. Voor hen was hij Pappie. Met Maria heeft hij lange jaren lief en leed gedeeld, “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid” zoals ze eens aan elkaar voor het Altaar van de Heer hadden beloofd. Na haar sterven op 20 mei 2010 heeft hij goed zijn plan getrokken: hij kookte, deed de strijk en ging moedig zijn weg. Voor zijn kinderen was hij een goede vader, streng maar rechtvaardig. Voor zijn kleinkinderen was hij een goede grootvader, behulpzaam, ze mochten hem alles vragen, hij was er altijd voor hen.
Achille kon genieten van de mooie dingen van het leven. Hij was een levensgenieter, een Bourgondiër. Hij had een stevige vriendengroep; het plotse sterven van Romain heeft hem pijn gedaan. Hij was gastvrij, aan tafel was er altijd plaats. Hij had verschillende hobby’s: er was het bierbrouwen, de fotografie, het hobbykok zijn. In zijn hobby’s is hij altijd tot het uiterste gegaan.
Het geloof dat hij thuis had meegekregen, heeft hij altijd in zijn hart bewaard. Ook in zijn laatste uren hebben we dat gezien. Hij liet de priester vragen die hem de handen oplegde en zalfde met de ziekenolie. Voor hem was dit sterven niet het einde van alles, niet de ondergang van alles, maar de Overgang naar het Eeuwige Leven bij God. Daar is alle lijden en pijn voorbij en daar mogen we weer samen zijn met hen die we hier moesten missen. Dat gunnen we Achille nu ook na die laatste moeilijke tijd. In liefde en gebed blijven we met elkaar verbonden, over de grens van dit leven. Ons gebed nu en in de toekomst is dat Achille gelukkig mag zijn bij God, bij Moeder Maria en de heiligen, samen met Maria en die vele anderen die hem voorgingen op de weg naar de Eeuwigheid.

Op zaterdag 16 december was er in onze Sint-Mauruskerk de Engelenmis voor Niels Robberechts, zoon van Hans Robberechts en Maaike Buys uit het Langeveld. Hij werd geboren in Leuven op 23 juli 2011 en is er overleden op 12 december 2017.
Sinds 12 oktober is er voor Hans en Maaike en hun gezin een onwezenlijke tijd aangebroken. Een tijd van hopen en vrezen. Het hartje van Niels was niet goed. Al van voor Allerheiligen was Niels in het ziekenhuis. Het was wachten op een nieuw hart. De laatste twee weken ebde de hoop stilaan weg. Elk heeft gedaan wat in de mogelijkheden lag, maar het mocht niet zijn. Niels is in de armen van zijn ouders overleden.
Niels was een lief en vriendelijk kind, met een hart van goud. Een speciaal kind, rijk van binnen. Hij was stil, zacht, integer, hij drong zich niet op, iedereen zag hem graag. Gehecht aan zijn mascotte Michael. Voor Hans en Maaike was hij het eerste kind; samen met grote zus en kleine broer waren er zoveel plannen.
In september was hij begonnen met pianoles. Hij hield van schommelen, Mario spelen, regenbogen tekenen. Flinterdun kon hij knippen. Hij was gefascineerd door geuren.
Enkele dagen voor zijn sterven werd Niels nog gedoopt. In dat eenvoudige teken heeft God zich aan Niels verbonden en Zijn belofte ook aan Niels gedaan dat Hij hem nooit meer zou loslaten. Nu onze handen hem hebben moeten loslaten, vertrouwen wij dat Niels nu geborgen is in Gods Hand.
Niels was in september aan het eerste leerjaar begonnen en kon al schrijven: “Ik ben Niels Robberechts”. Zijn naam staat nu geschreven in Gods Hand en niets of niemand, ook niet de dood, kan die naam daaruit wegwissen.
Toen Niels onlangs naar het kerkhof ging en hij vragen stelde of de doden onder een steen lagen, is hem verteld dat ze niet onder de steen, maar in de Hemel bij de sterren waren. Door die velen uit onze kring die ons op de weg van het geloof voorgingen, mag hij daar nu opgevangen worden.

Op vrijdag 16 februari was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Palmyre Persoons weduwe van Albert Claes, van de Rotselaarsebaan. Zij werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 30 april 1922 en is overleden te Holsbeek op 9 februari 2018.
Het sterven van Palmyre heeft veel mensen verrast. Lang bleef ze de zelfstandige en sterke vrouw en niets had ook maar iets laten vermoeden dat we afscheid zouden moeten nemen. Ze dacht dat ze honderd zou worden. Op 11 januari ging ze tijdelijk naar het rusthuis om de lange wintermaanden thuis wat te ontvluchten, het was een soort vakantie. Sinds Kerstmis werd het wel wat minder maar ze dacht dat ze daar bovenop ging komen. Ineens waren de krachten op.
Palmyre was een zeer zelfstandige vrouw, principieel, minutieus, gereserveerd. Haar huis was haar thuis en daar moest alles piekfijn in orde zijn. Het wereldgebeuren bleef haar aandacht hebben, ze keek naar het nieuws en las de krant. Als ze een idee had, kreeg je er haar niet van af. In de zaak in bouwmaterialen van haar man deed ze de boekhouding en was ze de altijd-aanwezige.
Met Albert deelde ze lief en leed tot hij in 2001 is overleden. De laatste jaren van zijn leven was Albert in het rusthuis en twee keer per dag ging ze er naartoe om mee voor hem te zorgen. Zijn sterven bracht haar in een leegte maar dankzij goede contacten met vriendinnen nam ze de draad weer op.
Palmyre was een principiele en strenge moeder, met stevige moederhand heeft ze Harry de weg door het leven gewezen. Met haar kleinzoon had ze een sterke band, de vele foto’s in huis lieten zien hoe belangrijk hij voor haar was.
Palmyre hield van de vakanties met de vriendinnen. Ze ging graag naar Okra en naar het Convent.
Aan het geloof van haar jeugd is ze altijd trouw gebleven. Zo lang het mogelijk was, kwam ze trouw naar de Mis. Dikwijls heeft Palmyre gezegd: “Het is geen cadeau om zo oud te worden”. Bijna al haar leeftijdsgenoten heeft ze zien voorgaan, zovele vertrouwde dingen werden door de tijd meegenomen. Nu mag ze die velen weer terugvinden in het Eeuwige Vaderland.

Op vrijdag 4 mei was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Rachel Delauré weduwe van Albert Thys, van de Heideweg. Zij werd geboren te Holsbeek op 8 augustus 1937 en is er overleden op 25 april 2018.
Al enkele maande sukkelde Rachel wat met de gezondheid maar niets had dit toch laten vermoeden. Onverwacht is ze overleden.
Haar familie beschreef haar als een sociale vrouw, opgewekt en druk, super open, extravert, vrijgevig, hardwerkend, een goedlachse spraakwaterval, ze babbelde met iedereen. Ze was een sprankelende tachtiger, ze hield zo van het leven. Ze liet een onuitwisbare indruk na bij elk die haar zag: iedereen begroette ze, ze toonde oprechte interesse en ze nodigde mensen uit in haar huis. Tweeënveertig jaar was ze werkzaam als kassierster bij Metaleuven. “Rachelleke van de kassa” deed haar werk met hart en ziel, ze beheerde de kassa alsof het van haar was, ze kende alle klanten.
Met Albert deelde ze lief en leed tot hij in 2003 is overleden. Met Georges kreeg ze weer levensvreugde, hij was ook bij haar toen ze is overleden. Haar familie was haar dierbaar. Het sterven van haar hoogbejaarde moeder, bijna twee jaar geleden, had haar getroffen; ze heeft goed voor haar moeder gezorgd. Ook met het gezin van haar broer was ze heel begaan, altijd had ze wel iets mee voor de kinderen.
Velen hebben ook weet van haar grote zorg voor haar grote tuin. Elke zaterdag ging ze naar Scherpenheuvel, daar brandde ze bij Moeder Maria kaarsen voor zovele intenties. In de eerste dagen van de meimaand-Mariamaand hebben we haar uit handen gegeven en toevertrouwd aan Gods Handen. Moge Moeder Maria voor haar ten beste spreken. Moge ze daar nu rust en vrede vinden, samen met Albert, met haar ouders en die vele anderen die haar voorgingen naar de Eeuwigheid.

Op donderdag 12 juli was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Roland Demeyere echtgenoot van Myriam Simoens, van het Meesbergpad. Hij werd geboren te Brugge op 8 maart 1942 en is overleden te Leuven op 5 juli 2018.
Twee jaar en twee maanden duurde de weg die Roland moest gaan met zijn ziekte. Het eerste jaar kon hij nog genieten maar het tweede jaar werd het steeds moeilijker, het was stilletjes aan inleveren en afbouwen. Zolang als het enigszins mogelijk was, ging hij nog overal mee naartoe, hij ging ervoor. Hij wist dat hij er niet goed voor stond, hij wist wat komen ging en bereidde zich als gelovige ook goed voor door de Sacramenten te ontvangen. Toch nog sneller dan verwacht is hij overleden. Myriam en de kinderen waren dicht bij hem.
Roland was een innemende en lieve man, een gevoelig mens, altijd bezorgd om anderen, zeker voor zijn patiënten. Zijn beroep van anesthesist was zijn roeping, hij maakte lange dagen en hij ging helemaal op in zijn werk. Zijn werk was toewijding aan zijn patiënten die hem altijd mochten bellen. Zijn werk was niet iets wat in uren te begrenzen was, altijd was hij bezig met zijn werk, de vele papieren in huis zijn er ook een teken van…
Met Myriam zou hij volgend jaar vijftig jaar getrouwd zijn. Met een grote liefde en zorg is ze Roland nabij geweest in die laatste moeilijke tijd. Myriam heeft als een sterke vrouw goed voor hem gezorgd en er alles voor gedaan zodat hij thuis kon blijven. Voor zijn kinderen was hij een goede vader. Door de drukke beroepsbezigheden was hij wel eens de afwezige maar sinds het pensioen werd er veel tijd ingehaald. Hij was trots op zijn kinderen, het gezin kwam op de eerste plaats, hij genoot er van. Zijn kleinzoon Niels was zijn oogappel en zijn strohalm, hij keek elke keer weer uit naar de komst van hem, voor Niels wilde hij echt opa zijn.
Roland kon genieten van de kleine en de mooie dingen van het leven. Hij genoot van samen zijn met anderen, in gezelschap vertelde hij graag zijn verhalen. Hij hield van tennis, de Spaanse les, televisie kijken, sport volgen, klassieke muziek, reizen, concerten en musea bezoeken.
Het geloof was zijn sterkte en zijn kracht in die laatste tijd. Hij vroeg zelf om de Sacramenten der Zieken te ontvangen, een duidelijk teken dat God hem ook nabij was in die laatste moeilijke periode en zou laten thuiskomen in het Eeuwige Leven.

Op zaterdag 8 september was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Roger Kockaerts echtgenoot van Maria Mertens. Hij woonde in Asseltveld. Hij werd geboren te Holsbeek op 12 mei 1926 en is overleden in Wezemaal in het WZC De Lelie op 1 september 2018.
Stil en ongemerkt is Roger overleden. Een hele weg ging aan dit sterven vooraf. Beetje bij beetje moest hij aan krachten inleveren en van de sterke man van weleer bleef er steeds minder over. Het hoefde voor hem ook zo niet meer. Hij werd steeds stiller en hij was nu op .
Roger was een perfectionist en een harde werker. Bij velen blijft het beeld van hem als “de landmeter” die graag in de natuur vertoefde. Hij oefende het beroep van landmeter uit vanaf 1948 en hij begon te werken bij het kadaster. Na enkele jaren kon hij aan de stad Leuven beginnen als landmeter. Daarin heeft hij het beste van zichzelf gegeven. Lange tijd deed hij een dubbel job. Hij werkte bij de stad Leuven als hoofd van de Tekendienst voor de wegen en rioleringen, en daarnaast werkte hij in de weekends en zijn vrije dagen nog als zelfstandig landmeter in bijberoep. Hij heeft vele uren gemaakt en hard gewerkt dus voor zijn gezin, dat hem erg dierbaar was. Met Maria was hij meer dan 65 jaar getrouwd. Met veel liefde en zorg zijn ze elkaar nabij geweest in de grote en kleine dingen die de hoge jaren met zich meebrachten. Voor zijn kinderen was hij de strenge en de hardwerkende vader. Tot op het einde hadden vader en zonen een sterke band van respect en er waren meer gelijkenissen dan verschillen. Roger heeft zijn normen en waarden wat betreft hard werken kunnen doorgeven aan zijn zonen. Ook de band met de kleinkinderen, Quirina en Thomas, was sterk en mooi.
Veel tijd voor hobby’s was er niet door zijn drukke beroepsbezigheden maar toch was er occasioneel ook wel eens tijd om met de mannen van het werk een pint te gaan drinken.
Een andere bijzondere bezigheid (bij slecht weer) was zijn opzoekingswerk in zovele archieven om de stambomen van zijn families te kunnen samenstellen.
Het christelijke geloof heeft Roger thuis meegekregen. Met de waarden en normen van ons geloof heeft hij zijn leven opgebouwd. Lang heeft hij samen met Maria zijn geloof in onze kerk gevoed door het regelmatig bijwonen van de Eucharistie. Naar vele uitvaarten is hij gekomen. Zo dikwijls heeft hij horen verkondigen dat het leven niet ophoudt wanneer ons lichaam het begeeft. Hij mag nu thuiskomen in het Eeuwige Vaderland bij de Heer.

Op donderdag 13 september was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Albert Herregods weduwnaar van Jeannine Buyckx. Hij woonde in het WZC Sint-Margaretha. Hij werd geboren te Adegem op 28 juli 1923 en is overleden te Holsbeek op 7 september 2018.
De laatste jaren was Albert lichamelijk getekend maar tot het einde bleef hij goed bij de pinken, ja, scherp van geest. Zelf merkte hij de laatste tijd dat de krachten op waren. “Ik ga geen 95 meer worden”, zei hij al enkele maanden geleden maar toch haalde hij nog zijn verjaardag. Als een kaarsje is zijn levensvlammetje gedoofd.
Albert was een streng maar rechtvaardig man, kordaat. De hoge jaren maakten hem wel zachter. Hij was een goed mens, gemakkelijk ook om een babbel mee te maken. Hij dwong respect af door de manier waarop hij sprak, intellectueel. Hij bleef leergierig. Op zijn negentigste leerde hij nog werken met een tablet en daar zocht hij de dingen op. Hij bleef betrokken bij het gebeuren om zich heen, er was zijn inzet als lid van de bewonersraad.
Jarenlang gaf hij het beste van zichzelf als douanier. Hij was van opleiding onderwijzer maar voelde zich aangetrokken om bij de douane te werken, “eerder om het schone uniform dan om de grote verdienste”, zei hij wel eens.
Zijn gezin was hem dierbaar. Met Jeannine was hij 62 jaar getrouwd toen ze twee jaar geleden plotseling overleed. Het leven zonder Jeannine was anders geworden en hij miste haar maar moedig ging hij verder. Voor zijn kinderen was hij een strenge vader, de laatste jaren was hij de zachte, begrijpende en fiere vader. Hij was ook dankbaar voor de bezoeken van de kleinkinderen.
Albert hield van televisie kijken, hij volgde het voetbal en het wielrennen maar ook “Sturm der liebe”.Hij hield van kaarten, lezen over zoveel. Alle weetjes over de Verenigde Staten bleven hem boeien. Er waren zijn kruiswoordraadsels en hij genoot van uit eten gaan.
Het geloof wat hij thuis heeft meegekregen, heeft hij altijd bewaard. In het rusthuis voedde hij zijn geloof met het bijwonen van de wekelijkse Eucharistieviering. Hij geloofde oprecht dat hij door de dood terug zou komen waar zijn echtgenote was en naar dat weerzien keek hij uit. Moge hij na een leven met haar weer samen zijn in de eeuwigheid.

Op zaterdag 19 januari 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Agnes Frooninckx weduwe van Frans Vandeborne. Ze woonde voorheen aan de Wingeweg. Ze werd geboren te Lubbeek op 1 maart 1940 en is overleden te Aarschot in het WZC Poortvelde op 13 januari 2019.
Toch nog onverwacht is Agnes overleden. Tijdens het verzorgen is haar hart stilgevallen. Het sterven van Agnes heeft veel mensen laten schrikken, ook al ging het al een tijd minder. De laatste jaren werd Agnes steeds meer getekend. Herinneringen vervlogen snel en ze kon steeds minder. Met veel liefde werd ze door haar gezin en de verzorgenden omringd. Sinds ruim twee jaar had ze haar vertrouwde huis aan de Wingeweg moeten verlaten en vond ze een thuis in een zorgcentrum. Steeds meer ging haar toestand achteruit. Met Nieuwjaar werd ze nog eens gehaald om in de kring van het gezin samen te zijn maar toen merkten we al dat het eigenlijk niet meer ging.
We bewaren van Agnes het beeld van iemand die graag een praatje maakte, ze was perfectionistisch, ze was zorgzaam en bezorgd voor elk die op haar levenspad kwam. Als ze kon zorgen en helpen dat voelde ze zich gelukkig. Als huisvrouw heeft ze het beste van zichzelf gegeven, haar leven stond in het teken van haar gezin en haar gezin mocht niets tekort komen.
Met Frans deelde ze lange jaren lief en leed, zoals ze eens aan elkaar voor het Altaar van de Heer hadden beloofd: “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid, armoede en rijkdom”. Op vlak van gezondheid hebben ze in het gezin heel wat moeilijkheden gekend maar samen hebben ze het beste gegeven voor het gezin. Ze leefde voor haar kinderen. Voor Kris en Johan was ze een overbezorgde moeder. Ook de band met de kleinkinderen was sterk.
Agnes hield van de kleine dingen van het leven. Ze hield van bloemschikken. Als er iets moest genaaid worden, dan stond ze er klaar voor. Ze kon ook goed koken.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen, heeft ze altijd in haar hart bewaard. Biddend was ze met de Hemel verbonden. De kapel van Lubbeek was haar dierbaar. Ook aan haar kinderen heeft ze het geloof meegegeven en hen de weg naar de kerk gewezen. Wanneer er in haar gezin examens moesten worden gedaan, dan stak ze trouw een kaarsje aan. Moge ze nu thuiskomen in het Eeuwige Licht van God.

Op vrijdag 1 februari 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Simonne De Backer weduwe van Leo De Koster. Ze woonde in WZC Sint-Margaretha. Ze werd geboren te Kessel-Lo op 1 januari 1936 en is overleden te Holsbeek op 26 januari 2019.
Al een tiental jaren was Simonne getekend door haar ziekte. Herinneringen vervlogen heel snel en ze werd steeds meer verstrooid maar ze heeft het nooit echt beseft. Leo heeft lang voor haar gezorgd. Na zijn overlijden in 2014 vond ze een thuis in het rusthuis van Holsbeek, dicht bij haar familie. Het laatste jaar was echt contact met haar niet meer mogelijk. Toch genoot ze nog van de zorgen en de bezoekjes, “het is toch plezant” en “het is toch lief dat je komt”: hoorden we haar zeggen. Tot september bleef ze rondlopen in de Vlindertuin en toen werd het steeds stiller. Haar familie heeft in die laatste dagen bij haar gewaakt, haar petekind was dicht bij haar toen ze is overleden.
In haar kindertijd was ze een deugnietje, een speelvogel, met veel fantasie, herinneringen aan het vele krieken eten en het met de paraplu naar beneden springen, aan het ravotten. Ze was vlijtig op school. Al op haar negentiende was ze regentes Nederlands, geschiedenis en aardrijkskunde. Lange jaren heeft ze les gegeven en in die tijd ook veel zien veranderen. Tot haar vijfenvijftigste gaf ze les in het Miniemeninstituut in Leuven.
Op latere leeftijd trouwde ze met Leo. Het was een grote verandering voor haar: het bracht de verhuis van Vlierbeek naar Opwijk met zich mee. In 1994 gaven ze elkaar het ja-woord en ze waren nog twintig jaar getrouwd. Ze waren een fantastisch koppel, samen hebben ze genoten in de tijd die hen werd gegeven en ze vulden elkaar ook aan. In de laatste jaren van hun huwelijk waren ze beiden getekend maar ook dan vormden ze een twee-eenheid. Ook met haar familie was er een goede band.
Simonne hield van de natuur, van de stilte en van de zon. Er zijn mooie herinneringen aan haar weven en haar breien.
Ze was een gelovige vrouw. Ze heeft haar geloof beleefd en ook zelf in het onderwijs kunnen doorgeven. Ze ging dikwijls naar de Mis. Ook in het rusthuis ging ze trouw naar de Mis, ze zong de liturgische liederen mee en vanuit haar stoel dirigeerde ze. Van haar levenslied hier op aarde is nu de laatste noot gezongen. Nu mag ze bij de Heer thuiskomen…

Op vrijdag 1 maart 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Simonne Persoons weduwe van Frans Nackaerts. Ze woonde voorheen in de Gebroeders van Tiltstraat. Ze werd geboren te Holsbeek op 17 maart 1924 en is er overleden op 26 februari 2019.
De laatste week waren dagen van afscheid nemen van het leven. Omringd door haar kinderen heeft ze zachtjes de ogen voor deze wereld gesloten. Tot in de laatste dagen heeft ze graag gezongen, haar levenslied is nu stilgevallen.
Simonne was een sterke vrouw, men kon bij haar voor alles terecht. Ze had een brede interesse voor het wereldgebeuren. Ze gaf het beste van zichzelf als huisvrouw, ze gaf liefdevolle zorgen aan haar gezin en haar familie. Op latere leeftijd werd ze bejaardenhelpster. Ze was een heel zorgzame vrouw die tot op hoge leeftijd zelf op ziekenbezoek ging.
Haar gezin was haar dierbaar. Met Frans was ze meer dan 65 jaar getrouwd. Ze hebben lang samen van het leven genoten en zoveel ondernomen. Zijn sterven, nu 5 jaar geleden, heeft haar zeker een knak gegeven, een stuk van haar was ook gestorven. Voor haar kinderen was ze een goede moeder. Ze heeft zich weggecijferd voor hen en stimuleerde hen om te studeren, iets wat voor haar niet mogelijk was geweest door de tijdsomstandigheden. Voor haar kleinkinderen was ze een goede grootmoeder, een aantal van de kleinkinderen heeft ze mee opgepast. Ook van de achterkleinkinderen genoot ze. De grote familiemomenten waren belangrijk voor haar. Ze was altijd sterk betrokken bij de familie.
Simonne was graag mooi en maakte zich ook graag mooi. Ze las graag. Ze luisterde graag naar muziek. Er zijn mooie herinneringen aan haar koken; ook aan hoe ze graag op reis ging, gaan fietsen en kamperen. Ze hield van de natuur en ook van bloemen.
Het geloof dat ze thuis had meegekregen heeft ze altijd in haar hart bewaard. Zolang ze kon kwam ze naar de Mis, een tijd zong ze ook in ons kerkkoor en toen het naar de kerk gaan niet meer ging volgde ze de Mis op televisie. Ook in het rusthuis ging ze iedere vrijdag naar de Mis. Ze wist zich bijzonder verbonden met Moeder Maria, de Moeder van de Heer en ons aller moeder. Ze ging op bedevaart naar Lourdes en ook naar de novenen van Don Bosco in Heverlee. Hoeveel weesgegroeten zou ze niet gebeden hebben voor haar dierbaren ? Zoals ze hier zoveel heeft gebeden voor haar dierbaren, zo mag ze dat nu ook bij de Heer doen.

Op woensdag 6 maart was er in onze Sint-Mauruskerk de uitvaartliturgie van Mathilde Van Nerum weduwe van Paul Thiry. Ze woonde op de Meesberg. Ze werd geboren te Hoegaarden op 13 april 1924 en is overleden te Leuven op 2 maart 2019.
Op zaterdag 30 maart 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Jacques Verbruggen weduwnaar van Hélène Janssen. Hij woonde aan de Wingeweg. Hij werd geboren te Leuven op 9 juni 1941 en is er overleden op 21 maart 2019.
Op korte tijd moesten we afscheid nemen van Jacques. Eind februari werd hij naar het ziekenhuis gebracht. Niets liet ook maar iets vermoeden dat hij niet meer zou terugkeren. Complicaties brachten hem twee weken op de Intensieve Zorgen. Twee weken was er geen contact meer. Als een kaarsje is zijn levensvlammetje gedoofd.
We bewaren van Jacques het beeld van een hele sociale man. Als hij mensen kon helpen en nabij zijn, dan deed hij het. Hij was een fiere man. Hij heeft altijd gevochten, het leven heeft hem niet altijd verwend maar hij ging altijd door. Het is zoals zijn kinderen het boven de rouwkaart schreven: “Zijn hart was ruim en goed, hij lachte naar het leven, bewaarde steeds de moed om ’t beste van zichzelf te geven”. Hij was een sociale babbelaar, behulpzaam, zichzelf wegcijferend. Lange jaren was hij vertegenwoordiger in plastieken zakken, hij was een echte verkoper, vele kilometers heeft hij voor zijn job gemaakt doorheen het hele land.
Zijn gezin was hem dierbaar. Met Hélène deelde hij lange jaren lief en leed. Vijfenveertig jaar waren ze getrouwd. Haar sterven heeft hem getekend want ze was de drijvende kracht achter hem. Haar sterven heeft hij in stilte verwerkt maar het bleef hem pijn doen. Voor zijn kinderen was hij de goede vader, een vader met autoriteit, hij was er altijd voor hen. Hij was ook een goede grootvader, veel tijd heeft hij met zijn kleinkinderen doorgebracht. Voor hen was hij opa Jacques. Zo kenden ook schoolgenoten van hen Jacques want hij ging lezen op school. Ook met de familie was er een sterke band. Ze hebben hem opgevangen en het overlijden van Hélène helpen verwerken.
Jacques kon genieten van de kleine dingen van het leven. Hij bleef cursussen volgen , ook vanwege de sociale contacten. Zijn auto was zijn vrijheid, hij reed rond en ging zijn koffietje drinken.
Jacques was een gelovig man. In het rusthuis ging hij trouw elke vrijdag naar de Mis. Bewoners in een rolstoel ging hij halen en bracht hij naar de Eucharistieviering. Moge hij nu thuiskomen in het Eeuwige Pasen.

Op zaterdag 13 april 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Mariette Philipsen weduwe van Georges Van Meerbeek. Ze woonde aan de Leuvensebaan. Zij werd geboren te Holsbeek op 12 september 1932 en is overleden te Leuven op 9 april 2019.
Een lange en moeizame weg is afgelegd. Sinds begin 2017 was Mariette lijdend, ze heeft veel pijn gehad, in stilte heeft ze haar pijn gedragen want ze wilde niemand tot last zijn. De laatste zes weken was ze in het ziekenhuis, dagenlang bleef haar sterke hart strijden tegen de dood. Haar gezin is haar al die tijd liefdevol nabij geweest.
Mariette was een zachte vrouw die altijd klaar stond voor iedereen, zorgen was haar leven. Niets was haar te veel, altijd zou ze meezoeken naar oplossingen. Ze zorgde voor haar moeder, voor haar gezin en voor allen die op haar levenspad kwamen. Het was voor haar een moeilijk iets dat ze door haar ziekte niet meer kon zorgen zoals ze het eigenlijk zou willen. Als onthaalmoeder heeft ze lange jaren het beste van zichzelf gegeven.
Met Georges deelde ze lang lief en leed. Zijn sterven, 2 jaar geleden, heeft haar pijn gedaan. Voor haar kinderen was ze een echte moeder, “het beste moederke dat er was”, zegden ze, ze was bezorgd en zorgzaam, zichzelf wegcijferend. Het sterven van dochter Chris, enkele maanden geleden, bleef zwaar voor haar. Voor haar kleinkinderen was ze een lieve oma, ze kon geen nee zeggen. Ze was trots op haar achterkleinkind Lynn, dat was haar medicijn.
Mariette wilde voor iedereen goed doen. Haar goedheid voor haar medemensen mocht ze ook terug ontvangen. Veel mensen zijn bij haar op bezoek geweest in die moeilijke tijd. Ze heeft veel gegeven maar ze heeft ook veel terug gekregen aan zorgen en liefde en nabijheid.
Mariette moest niet veel hebben om gelukkig te zijn. Als ze maar kon gaan wandelen en in het zonnetje zitten, dan was ze gelukkig. Ze genoot van de natuur, van de bloemen en de hof, dat was haar ding. Ze kon goed koken, er zijn de herinneringen aan hoe ze elke zondag voor haar gezin kookte. Het geloof heeft ze thuis van haar ouders meegekregen. Ze is altijd een vrouw geweest die sterk is blijven leven uit de waarden van het evangelie. Lang heeft ze haar geloof gevoed door hier in onze kerk, samen met haar overleden echtgenoot, naar de Eucharistieviering te komen. Ze mag nu thuis komen in de Paasvreugde van de Heer.

Op Stille Zaterdag 20 april 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Elvire Govaerts weduwe van Victor Demaer. Ze woonde in WZC Sint-Margaretha. Ze werd geboren te Kessel-Lo op 12 juli 1921 en is overleden te Holsbeek op 14 april 2019.
Toch nog onverwacht is Elvire overleden. Elk stond er van verwonderd dat ze zo snel uit ons midden is weggevallen. Al lange jaren was ze in het rusthuis hier in Holsbeek en ze was er gelukkig en is er altijd graag geweest. Op Palmzondag stonden we rond haar doodsbed voor het Heilige Oliesel. Zo hebben we haar toevertrouwd aan Gods Zorg.
Elvire was een sterke vrouw met een sterke wil en een sterk karakter. Ze was braaf en goed maar ze had haar eigen ideeën. Alles was goed maar het moest wel langs haar passeren en ze moest haar zegen geven. Ze leefde volgens haar eigen ritme en op haar eigen manier. Als het zo was, dan was het zo, haar wil was wet. Netheid was een bijzonder woord in haar woordenboek, huis, flat en kamer moesten altijd proper zijn, er werd veel gepoetst. Ze was superproper, kuisen was haar hobby.
Velen hebben herinneringen aan de tijd dat ze samen met haar man het benzinestation in Wilsele uitbaatte. Sinds eind de jaren vijftig gaf ze zo het beste van zichzelf. Met veel mensen had ze op deze manier contact en velen kenden haar zo.
Met Victor was ze 68 jaar getrouwd, tot hij in 2013 overleed. In die bijzonder lange tijd hebben zo zoveel samen gedeeld. De band tussen hen was sterk en hun liefde is altijd jong gebleven. Tot in hun hoge jaren zaten ze hand in hand.
Haar zoon vertelde dat ze een goede moeder was, dat hij alles heeft mogen doen. Ze was fier op haar kleinkinderen en zag hen graag komen.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen heeft ze altijd in haar hart bewaard. In het rusthuis woonde ze trouw de Mis bij, tot het niet meer ging.
In de afgelopen tijd hebben we haar enkele keren horen zeggen: "Wat doe ik hier nog ? Dat ze mij komen halen". De laatste tijd sprak zo ook dikwijls over haar moeder. Ze zei: "Ik mag naar ons ma gaan, mijn kamer is daar". Toch nog onverwacht zijn de engelen haar komen halen om haar mee te nemen naar haar ma en haar kamer aan de Andere Kant en mag ze daar nu Pasen vieren aan de Overkant van het Leven.

Op dinsdag 25 juni 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Roos Danckers weduwe van Henri Van de Schoot. Ze woonde in WZC Sint-Margaretha, voorheen Langekant. Ze werd geboren te Ramsel op 30 april 1923 en is overleden te Holsbeek op 19 juni 2019.
Onverwacht is Roos overleden, de dood kwam letterlijk als een dief in de nacht. Niets had ook maar iets laten vermoeden. Ze heeft die nacht zelf aangegeven dat ze niet goed was en voor de dokter er was, was ze al overleden. Ook al is het sterven zo onverwacht gekomen, er is ook de dankbaarheid dat ze geen lijdensweg heeft gehad en dat ze zo lang in goede gezondheid is geweest.
We bewaren van Roos het beeld van een sterke vrouw, eerder teruggetrokken en stil. Haar huis was haar thuis en daar was ze gelukkig. De drukte van de straat en het verenigingsleven heeft ze nooit gezocht. Ze had een luisterend oor en als je dingen aan haar toevertrouwde, bewaarde ze die veilig in haar hart. Ze leefde voor haar gezin en haar huishouden. Zorgzaamheid was een belangrijk woord voor haar, het zorgen was haar al jong als oudste van een gezin van acht meegegeven. Als huisvrouw heeft ze het beste van zichzelf gegeven en voor hen heeft ze hard gewerkt.
Haar gezin was haar dierbaar; zonder woorden toonde ze haar liefde voor hen en zij wistern dat Roos veel van hen hield. Met Henri deelde ze lief en leed tot hij in 1986 is overleden. Voor haar kinderen heeft ze gedaan wat ze kon, ze konden alles tegen haar kwijt en nooit was haar iets te veel. Ook de band met de kleinkinderen was sterk. Ze zorgde voor hen als voor haar kinderen. Ook de achterkleinkinderen hadden haar aandacht.
Roos genoot van de kleine dingen: er was de zorg voor haar tuin, voor de groenten en de bloemen. Ze las elke dag de krant, volgde ROB en deed trouw mee aan de activiteiten in het rusthuis.
Het geloof dat ze thuis had meegekregen, heeft ze altijd bewaard. In de afgelopen vier jaar dat ze in het rusthuis was, ging ze trouw naar de Eucharistieviering op vrijdag. Ze had een groot vertrouwen op Moeder Maria: ze was enkele keren in Lourdes en ging naar Banneux en Scherpenheuvel. Ook op deze dag van haar uitvaart zou ze naar Scherpenheuvel zijn gegaan. Ze keek er al echt naar uit. Moge ze nu thuis zijn bij de Heer en Zijn Moeder.

Op zaterdag 29 juni 2019 namen we als Kerkgemeenschap afscheid van Maria Verbinnen weduwe van Maurice De Keyser. Ze woonde in WZE Sint-Margaretha, voorheen in Kortrijk-Dutsel. Ze werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 7 mei 1925 en is overleden te Holsbeek op 25 juni 2019.
Het was een lange en moeizame weg naar dit sterven. Lange maanden was Maria bedlegerig. De hoge jaren wogen zwaar. “Kom me toch halen”, hoorden we haar zeggen. Het was genoeg geweest voor haar. Omringd door haar dochters en kleindochter en de priester is ze stil en haast ongemerkt overleden. De krachten waren helemaal op.
Maria was een blije vrouw, reeds als kind was ze altijd aan het zingen. Ze was optimistisch; in de moeilijke momenten van het leven zei ze altijd: “het zal wel beter worden”.
Als huismoeder gaf ze het beste van zichzelf. Ook was er de zorg voor de aardbeien. Er zijn mooie herinneringen aan de tijd dat ze café had op de Bruul en in het Dorp in Kortrijk-Dutsel.
Haar gezin was haar dierbaar. Met Maurice deelde ze lange jaren lief en leed, tot hij in 2010 is overleden. Bijna 61 jaar waren ze toen getrouwd. De zestigjarige bruiloft werd nog gevierd en daar zijn nog mooie herinneringen aan. Voor haar kinderen was ze een goede moeder. Met strenge moederhand en met haar typische humor heeft ze haar kinderen de weg naar de volwassenheid gewezen. Met liefde en zorg zijn haar kinderen hun moeder nabij geweest. Maria had dat zelf ook voorgedaan, lang heeft Maria voor haar eigen moeder gezorgd. Ook met haar kleinkinderen was er een goede band, ze paste op de kleinkinderen, zo dikwijls zijn ze bij haar geweest. Ook de achterkleinkinderen kwamen graag bij haar want van Peet kregen ze snoepjes en chocolade.
Maria genoot van de kleine dingen van het leven. Maria danste vroeger graag. Ze hield van haar tuin, van naaien en borduren; voor alle kinderen en kleinkinderen borduurde ze een doekje. Ze hield van gateau’s maken, lezen. De laatste jaren was het kijken in haar fotoalbums een mooie bezigheid.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen, heeft ze ook altijd in haar hart bewaard. Lang is ze naar de Mis geweest en voedde ze zo haar geloof. “Le temps est passé, zei ons moe”, dat hoorden we Maria de laatste jaren zeggen. Zo is het nu ook: de tijd is voor Maria voorbij, nu is het voor haar Eeuwigheid geworden.

Op zaterdag 6 juli 2019 was er in onze Sint-Mauruskerk de kerkelijke uitvaart van Jos Vandeput weduwnaar van Yolande Vandezande. Hij woonde op Nobelberg. Hij werd geboren te Wilsele op 19 juli 1931 en is overleden te Leuven op 1 juli 2019.
Toch nog onverwacht is Jos overleden. De laatste maanden was hij flink verzwakt en toch: hij klaagde niet en was dankbaar voor alles wat men voor hem deed. Hij voelde zelf dat het einde naderde en hij had berusting. Sinds een maand had hij zijn vertrouwde huis verlaten en vond hij een thuis in het gezin van dochter Carine. We kunnen zeggen dat hij eigenlijk altijd van het leven is blijven genieten. Vorige week was hij nog mee naar zee gegaan. Enkele dagen was hij nu in het ziekenhuis. Midden in de nacht is hij ongemerkt overleden…
Jos was een rustige en stille man, gemakkelijk en weinig eisend. Al jong ging hij bij het leger, als adjudant bij de luchtmacht gaf hij lange jaren het beste van zichzelf.
Zijn gezin was hem dierbaar. Met Yolande deelde hij lief en leed tot ze bijna 20 jaar geleden is overleden. Te vroeg kwam de dood het samenzijn verbreken, ze hadden nog samen zoveel willen ondernemen. Jos ging zijn weg verder en samen met Victorine had hij nog tien jaar een goede vriendschap. Voor zijn kinderen was hij een goede vader. Jos was groot van gestalte maar voor zijn kinderen was hij ook groot in zijn vader zijn. Er zijn herinneringen aan hoe hij samen met hen optrok en ging wandelen en vissen. De studies van zijn kinderen volgde hij sterk op. Vader was er voor zijn kinderen en in zijn hoge jaren hebben zij ook sterke aandacht gehad voor hem, hij was er oprecht dankbaar voor. Hij was ook een goede grootvader. Voor zijn kleinkinderen had hij zorg en zij hebben ook alles voor hem gedaan.
Jos ging vroeger graag vissen en wandelen, deed hij graag een terrasje. Hij hield ook van een kaartje leggen, een tijdje ging hij nog kaarten bij KWB en OKRA.
Het geloof wat hij thuis had meegekregen, heeft hij altijd in zijn hart bewaard. De laatste jaren keek hij naar de Mis op de televisie. Hij is tien keer op bedevaart naar Lourdes geweest. Daar ontving hij ook de Ziekenzalving. Op de laatste dag van de meimaand ging hij ook nog mee op Federatiebedevaart naar Halle en Alsemberg. Op Tweede Pinksterdag was hij ook nog bij de bedevaart van onze parochies in Scherpenheuvel. Moge hij nu thuiskomen in Gods Eeuwige Liefde.



PAROCHIE SINT-CATHARINA KORTRIJK-DUTSEL

Op zaterdag 27 januari was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Fons Grammet echtgenoot van Hilda Van Oosterwijck, uit Linden. Hij werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 12 december 1929 en is overleden te Heverlee in Home Vogelzang op 22 januari 2018.
De krachten van Fons waren helemaal op. Een jaar was hij al bedlegerig, zijn hart was helemaal versleten, en toch genoot hij nog van het leven. In die laatste dagen zijn zijn naaste familieleden dicht bij hem geweest. Ook Hilda heeft in die laatste uren nog afscheid van hem kunnen nemen. Johan was dicht bij hem toen hij is overleden.
Fons was een minzaam man. Hij zei de laatste tijd zo dikwijls: "Ik ben gelukkig". Een zin die hij zelf uitsprak typeert wellicht zijn leven: "Het leven is wonderbaar maar je moet het weten te herkennen". Hij kon genieten van de kleine dingen, een aangename man, je kon er geen ruzie mee maken, een man met humor. Lang werkte hij bij de belastingen. Het liefste deed hij de zittingen bij de boeren in de dorpen, daar had hij mooie verhalen over.
Muziek was zijn leven. Tot in zijn laatste dagen speelde hij mondharmonica, zo bracht hij ook vreugde bij de mensen. Zijn liefde voor muziek vond zijn oorsprong in het gezang van een nachtegaal. Fons had een sterk muzikaal gehoor, hij maakte zelf muziekinstrumenten. Zijn huis heeft een hele verzameling. Naast muziek was foto's maken een passie. Over gemaakte foto's kon hij praten en je dingen laten zien die op het eerste zicht niet opvallen.
Met Hilda was hij bijna vierenvijftig jaar getrouwd. Fons leefde voor Hilda, hij heeft veel voor haar gedaan. Hoe mooi en hoe goed was het dat ze op zijn sterfbed nog uit het ziekenhuis naar de kamer van Fons kon gebracht worden en dat ze afscheid van elkaar konden nemen. Zijn familie was hem ook dierbaar. Johan heeft veel voor hem gedaan.
Met zijn geboortedorp Kortrijk-Dutsel is hij altijd verbonden gebleven. Hij kon mooie verhalen vertellen over de geschiedenis van ons dorp.
Het geloof heeft hij altijd in zijn hart bewaard. Elke week ging hij naar Scherpenheuvel. Op zijn schouw in huis stond de beeltenis van Jozef en Maria. Op zijn kamer in het rusthuis de beeltenis van Pater Pio. Over de dood sprak hij in beelden wat zijn geloof in het Eeuwige Leven duidelijk naar voren bracht. Fons was duidelijk niet bang voor de dood. De dood is voor hem geen ondergang geweest maar de overgang naar het Eeuwige Leven bij God.

Op dinsdag 27 februari was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Luc Wierinckx. Hij woonde op de Bruul. Hij werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 8 december 1951 en is overleden te Leuven op 20 februari 2018.
Het is zo snel gegaan. Luc moet zich die maandag niet goed gevoeld hebben. Hij belde zelf de hulpdiensten. Zijn hart begaf het en alles van zijn lichaam viel stil. Niets had ook maar iets laten vermoeden, zondag was hij nog gaan wandelen. Dinsdagavond is hij overleden.
Op zijn manier is Luc zijn weg door het leven gegaan. Het leven heeft hem niet altijd verwend. Hij kende mooie dagen maar er waren ook perioden met donkere wolken. Hij was graag alleen en op zichzelf en wilde niemand lastig vallen en bij niemand in het krijt staan. Hij was een gevoelig mens. Hij is ook altijd sterk met mensen bezig geweest en met mensen verbonden geweest. Er zijn de herinneringen aan het café wat zijn ouders hadden, hij was de jongste van een gezin van zeven kinderen. Luc heeft zelf “The Golden Sixties” open gehouden en er was zijn kapperszaak. Zijn beroep van kapper was zijn passie, hij volgde nog altijd les. Hij had twintig certificaten die spraken over zijn beroepskennis.
Als er problemen waren dan was hij er voor zijn kinderen en dan konden ze steeds bij hem terecht. Hij was dan wel geen knuffelvader maar zijn liefde was er voor hen. Bij het sterven van zijn schoonzoon Erik was Luc een sterke steun voor Nathalie. Ook zijn kleinkinderen zag hij graag. Met zijn goede vriend had hij ook een sterke band. Was hij enerzijds beroepshalve sterk verbonden met mensen, in zijn vrije tijd zocht hij de rust en maakte hij lange wandelingen.
Luc was een diepgelovige man. In zijn geloof heeft hij in de moeilijke dagen van zijn leven veel sterkte en kracht gehaald. Alles in zijn huis sprak over zijn diepe geloof. Vele beelden en prenten spraken over zijn sterke verbondenheid met God en de heiligen. Hij voedde zijn geloof met een sterk gebedsleven. Ook met de Eucharistieviering, hij was trouw in elk weekend in de kerk Kortrijk-Dutsel of van Holsbeek. Hij voedde zijn geloof ook met de bedevaarten die hij regelmatig ondernam. Hij had veel devotie voor de heilige Pater Pio. Luc was niet bang om te sterven. We geloven dat hij nu de rust en de vrede en het geluk mag vinden in het Eeuwige Leven bij God.

Op zaterdag 3 maart was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Liza Van Horebeek, weduwe van Lucien Vercammen. Ze woonde in Gobbelsrode. Ze werd geboren te Wezemaal op 31 januari 1933 en is er overleden op 25 februari 2018.
Een jaar was Liza nu in het rusthuis. Het ging niet meer om thuis te blijven, de hoge jaren wogen zwaar. De laatste tijd is het snel gegaan. Ze heeft het geweten dat het sterven dichter bij kwam. Ze zei: “Ik heb al veel overwonnen maar dit zal ik niet overwinnen”.
Ze was een sterke vrouw, gemakkelijk, altijd onder het volk, ze dacht eerst aan de andere en voor elk was ze in de weer. Iedereen kende haar. Ze leefde voor haar zaak. In 1959 heeft ze samen met Lucien de zaak overgenomen en hard heeft ze daar gewerkt: jaar en dag sleurde ze met de bakken, ze reed met de vrachtwagen en deed de bierronde. Lange dagen heeft ze gemaakt. Toen ze tachtig was, reed ze nog met de heftruck; ook de kas bleef ze tellen. Ze had een goed contact met de klanten, altijd was er wel tijd voor een babbel. In die lange jaren heeft ze ook heel wat zien veranderen van geschreven facturen naar het computertijdperk maar ook die nieuwe dingen kreeg ze onder de knie. Werken was haar leven, tot op het einde, zelfs met de rollator probeerde ze te poetsen. Je hield haar niet tegen, ze moest het kunnen doen. Wellicht is dat haar grootste lijden geweest: het uit handen geven van de zaak. Ze zei het ook: Kon ik nog maar werken”.
Haar echtgenoot Lucien is jong overleden, veertig jaar geleden maar moedig ging ze haar weg verder. Voor haar kinderen was ze een goede moeder, lang heeft ze voor het gezin eten gemaakt. Ook met de kleinkinderen was de band sterk.
Liza genoot van de contacten met de vrienden, de jaarlijkse reizen naar Tenerife met de vriendinnen en later met het gezin; koffie drinken en onder de mensen zijn op “Het Gouden Kruispunt”. Er was ook haar sterke band met haar hond die een trouwe gezel is geweest.
Haar geloof heeft Liza altijd bewaard. Haar gezinsleden zagen hoe ze altijd een kruis maakte over het brood en hoe ze een kruisteken maakte voor het eten. Teken van biddende verbondenheid met de Hemel. Ook naar Lourdes is ze eens geweest. Ze mag nu thuiskomeb bij de Verrezen Heer.

Op 3 maart was er, vanwege praktische moeilijkheden in Kortrijk-Dutsel, in de Sint-Pieterskerk te Sint-Pieters-Rode de kerkelijke uitvaart van onze parochiane Elza Meynaerts echtgenote van Florent Vrancken. Ze werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 22 februari 1937 en is er thuis overleden op 26 februari 2018.
Vier dagen na haar 81ste verjaardag is Elza overleden. In die laatste dagen is een longontsteking haar fataal geworden, de krachten waren op, als een kaarsje doofde haar levensvlammetje. Een lange kruisweg is afgelegd. Tien jaar was ze getekend, jaren bedlegerig, ze sprak niet meer maar in haar ogen kon je zoveel zien. Haar wereld was de kleine woonkamer, van het bed in de stoel en omgekeerd, al die jaren liefdevol verzorgd door Florent en het gezin. Hij was ook bij haar toen ze is de ogen voor deze wereld heeft gesloten.
Elza was een eenvoudige, zachte, lieve en rustige vrouw. Nooit heeft ze geklaagd, ook in de moeilijke momenten deed ze dat niet. Ze was er voor iedereen. Elza was iemand die niet oordelend of veroordelend was, respect had voor elk en iedereen kansen gaf. Ze heeft het beste van zichzelf gegeven als huisvrouw; ze werkte ook tien jaar in de Post, in de keuken.
Voor haar gezin was ze dag en nacht in de weer. Met Florent was ze bijna 60 jaar getrouwd. Wat heeft Florent in al die jaren goed voor haar gezorgd, dag en nacht zich weggecijferd voor haar opdat ze thuis kon blijven ! Het gemis zal groot voor hem zijn. Voor haar kinderen en kleinkinderen was ze een fantastische moeder en grootmoeder. Ze wilde alleen het beste voor hen. Ook al was er het grote gezin van acht kinderen, toch was er altijd plaats in huis voor de vrienden van de kinderen, ze waren altijd welkom. In haar gezin werd ze ook enkele keren geconfronteerd met het grote mysterie van de dood. Twee van haar kinderen, Wim en Kris, zijn jong gestorven; ze sprak er niet over maar er was haar stille rouw om de dood van haar twee kinderen. Lang heeft Elza ook voor haar broer Jef gezorgd.
Haar kinderen en kleinkinderen waren haar hobby. Ze genoot ook van televisie kijken, kleren maken, met de kaarten spelen. Mooie herinneringen zijn er ook aan hoe ze genoot om met het hele gezin naar de zee of de Ardennen te gaan. Ik beluisterde ook hoe ze lekker eten kon maken: tong in madeirasaus, soep met balletjes, Fabiolaschotel, pannenkoeken.
In het geloof waarin zij eens is gedoopt en waarin zij heeft geleefd, nemen we van haar afscheid. Zij blijft bij ons vanuit de Nieuwe Aanwezigheid bij de Heer.

Op dinsdag 6 maart was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Virginia “Nieke” Marrant, weduwe van Robert Motet. Ze woonde vroeger in de Gravenstraat. Ze werd geboren te Holsbeek op 21 oktober 1921 en is er overleden op 26 februari 2018.
Bijna drie jaar wist Nieke dat ze lijdend was. De laatste tijd voelde ze dat ze achteruit ging. Ze voelde aan dat ze er niet lang meer zou zijn. Haar dierbaren hoorden haar enkele dagen voor haar sterven nog zeggen: “Ik ga naar huis”. Verstandelijk bleef ze sterk maar de krachten waren op.
Nieke was een goedlachse vrouw, ze maakte graag plezier en ze hield van een grapje. Ze was graag onder de mensen; ook in die laatste tijd dat het allemaal moeilijker was, ging ze nog graag naar beneden en maakte ze nog graag een praatje. Nieke had een sterke wil, ze stond op haar strepen en ze wist wat ze wilde. Ze groeide op op de boerderij en heeft hard gewerkt, ze zorgde voor haar vader en is pas op latere leeftijd getrouwd. Ze gaf het beste van zichzelf op de boerderij en als huisvrouw.
Met Beire deelde ze lief en leed tot hij in 2000 is overleden. Haar familie was haar dierbaar, ze was dankbaar voor de bezoekjes die ze haar brachten, ze keek erg uit naar die familiebezoekjes.
Nieke genoot van te gaan dansen, ze was samen met haar man in een volksdansgroep. Ze ging graag op reis en ging graag wandelen.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen heeft ze altijd in haar hart bewaard. Er zijn herinneringen aan hoe ze poetste in de kerk. De kaars van de ziekenzalving heeft ze trouw bewaard.
Als laatste van haar generatie is ze overleden. Als ze in haar laatste dagen zei: “Ik ga naar huis”, dan getuigde ze daarmee dat ze naar het Eeuwige Vaderland ging waar zovelen haar al voorgingen. Daar mag ze nu thuis zijn, weer samen met hen die ze hier miste. In liefde en gebed blijven we met haar verbonden, over de grens van dit leven.

Op vrijdag 6 april was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Liza Grammet weduwe van Sylvain Smets. Ze woonde vroeger in de Dreef. Ze werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 19 september 1926 en is overleden te Leuven op 2 april 2018.
Het is in die laatste dagen allemaal snel gegaan. Op Stille Zaterdag had Liza nog het Paasfeest meegevierd in het rusthuis. Op eerste Paasdag ging het niet goed en werd ze naar het ziekenhuis gebracht. De krachten waren op. In de vroege ochtend van tweede Paasdag is ze overleden en is ze het Eeuwige Pasen binnengegaan.
Liza was een eenvoudige en rustige vrouw, hoog van jaren was ze altijd mee met haar tijd. Ze klaagde nooit en ze nam het leven zoals het kwam. Lang heeft ze zelfstandig blijven wonen in haar vertrouwde huis in de Dreef. Lichamelijk begonnen de jaren zwaar te wegen maar geestelijk bleef ze sterk. Net geen jaar was ze nu in het rusthuis. Ze heeft hard gewerkt in de aardbeien en in de fruitteelt. Bij vele mensen zijn er ook herinneringen aan haar inzet in het café wat ze tien jaar heeft gehad.
Haar gezin was haar dierbaar. Met Sylvain was ze 58 jaar getrouwd toen hij in 2007 is overleden. Voor haar kinderen was ze een goede moeder en er was ook een goede band met haar kleinkinderen.
Liza genoot van de kleine dingen van het leven. Ze kookte en ze bakte heel graag, ze hield van handwerken. Vroeger is ze ook nog bij KVLV geweest.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen heeft ze altijd in haar hart bewaard. Lang is ze in de parochiekerk naar de Eucharistieviering gekomen en toen dat niet meer ging, volgde ze de Mis op de televisie. Enkele keren ging ze op bedevaart naar Lourdes. Wekelijks ontving ze in het rusthuis de Communie, ze kwam de Heer bij haar. De Verrezen Heer mag haar nu belonen voor haar leven van inzet en trouw en opnemen in Zijn Heerlijkheid.

Op vrijdag 31 augustus was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Willy De Greef weduwnaar van Aline Govaerts. Hij woonde in de Gildestraat. Hij werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 11 maart 1922 en is overleden te Leuven op 26 augustus 2018.
Op korte tijd moesten we afscheid nemen van Willy. Hij is lang een sterke man geweest, dankbaar was hij dat hij thuis, in de vertrouwde Gildestraat, kon blijven, dichtbij zijn familieleden. Het is die laatste weken allemaal snel gegaan. De krachten waren op. In die laatste week was hij in het ziekenhuis. Hij wist dat de krachten op waren en hij gaf het ook aan, “het is hier gedaan”, zei hij. Zondagmorgen is hij stil gestorven.
Willy was sterk en slim, eigenwijs. Hij was een levensgenieter, en hij gaf dat ook als raad aan de mensen op zijn levenspad: “Profiteert er van”. Hij kon alles maken op zijn manier. Als meubelmaker gaf hij het beste van zichzelf. Mooie en sterke dingen heeft hij gemaakt. Hij had vakkennis, hij tekende mooie plannen voor de dingen die hij maakte. Velen in ons dorp hebben ook mooie herinneringen aan de tijd dat hij cafebaas was. Lange jaren heeft hij café gehouden, in de voetsporen van zijn groottantes. Er was ook de teelt van de aardbeien.
Met Aline deelde hij lief en leed tot ze in 1995 is overleden. Lange jaren waren ze samen en hij bleef haar missen. Hij was een gemakkelijke vader. Hij hield van zijn kleinkinderen, hij zag ze graag komen, ook met de achterkleinkinderen was er een sterke band.
Willy genoot van de kleine dingen. Vroeger had hij duiven. Hij ging graag op stap en daar genoot hij van. Er zijn ook herinneringen aan zijn inzet in de fanfare en bij het toneel.
Een rijkgevuld levensboek is gesloten. Als christenen spreken wij uit dat dit niet het einde van alles is, niet de ondergang van alles maar de overgang naar het Leven bij God. Het geloof wat hij thuis had meegekregen heeft hij altijd in zijn hart bewaard. In zijn jeugd is hij nog misdienaar geweest in onze kerk. Met de christelijke waarden heeft hij zijn leven geleefd en dat heeft hij ook aan zijn gezin willen doorgeven, met aandacht voor het belangrijke voor het leven. Een mooie uitspraak van Willy daarrond is: “Ik heb nog nooit een verhuiswagen achter een corbillard gezien”. Op zijn sterfbed sprak hij over een luchtvaart. Hij mag nu na dit lange leven naar de Andere Kant varen en daar, bij God, zien we elkaar eens terug. In liefde en gebed blijven we met hem verbonden, over de grens van dit leven.

Op donderdag 20 september was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Maria Vits. Ze woonde in de Hollestraat. Ze werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 7 juni 1946 en is overleden in WZC Edelweis te Begijnendijk op 14 september 2018.
Anderhalf jaar was Maria getekend door haar ziekte. Vorig jaar in maart was er de zware operatie en kon ze niet meer terug naar haar vertrouwde huisje in de Hollestraat. Ze vond een thuis in het rusthuis in Begijnendijk en aanvankelijk was dat zeker niet gemakkelijk voor haar. Ze was daar zorgzaam voor en begaan met haar oudere medebewoners. Op enkele dagen tijd is ze nu overleden.
Maria was een stille en heel eenvoudige vrouw. Ze is altijd bij haar ouders gebleven. Haar vader is onverwacht overleden en voor haar oude moeder heeft ze goed gezorgd. Na het overlijden van haar ouders was ze honkvast aan het ouderlijke huis. Veel kwam ze niet buiten. Haar huis was haar thuis en daar leefde ze haar leven alleen en op haar manier.
Ze was een bekwame vrouw, ze volgde in het middelbaar onderwijs handel en daarna heeft ze altijd in de Bank gewerkt, ze deed daar beleggingen en ze was graag gezien bij haar baas.
Ze was dankbaar voor de aandacht die ze kreeg van familieleden en buren. Ze was dankbaar wanneer ze bezoek kreeg en ze was dankbaar als ze een enkele keer op bezoek kon gaan. Ik beluisterde deze week herinneringen aan hoe ze bij KVLV was en graag mee op uitstap ging. Ze hield van foto’s maken van dieren en bloemen. Maria verzamelde mooie teksten die ze in een album plakte, teksten die ze dan weer gebruikte voor kaarten die we verstuurde voor de verjaardag van dierbaren. Ze hield ook van televisie kijken en boeken lezen.
Over hoe ze de dood zag heeft ze nooit gesproken maar ze gaf wel duidelijk aan dat ze net als haar vader en moeder begraven wilde worden in Kortrijk-Dutsel. Haar geloof is in de laatste tijd van haar leven zeker haar kracht geweest. Iedere week ging ze in het rusthuis trouw op donderdag naar de viering. In die laatste dagen voor haar sterven ontving Maria ook de Sacramenten der Zieken, ze heeft zelf de pastoor laten komen. De Heer heeft haar als een waakzame dienares aangetroffen. In liefde en gebed blijven we met haar verbonden.

Op zaterdag 9 maart 2019 was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Vic Vrancken sinds oktober weduwnaar van Elodie Duchesne. Hij woonde in Tessenderlo. Hij werd geboren te Kortrijk-Dutsel op 28 augustus 1934 en is overleden te Tessenderlo op 3 maart 2019.
Onverwacht is het hart van Vic stilgevallen. Hij had de afgelopen dagen wel wat geklaagd maar niets had ook maar iets laten vermoeden. Hij bleef de sterke man die altijd bezig was. Elk reageerde met ongeloof op zijn sterven want velen hadden hem nog bezig gezien in die afgelopen dagen. Stil en ongemerkt is hij uit ons midden weggevallen, zo kort na zijn vrouw en maar enkele dagen na zijn schoonzus Louisa. Niemand heeft kunnen vermoeden dat hij zo snel zou gaan…
Vic was een volkse mens, werken was zijn leven en hij hielp graag iedereen. Hij was een eenvoudige mens, hij vroeg niet veel en had niet veel nodig voor zichzelf. Tot in zijn hoge jaren deed hij nog veel, hij reed nog met de auto en hij werkte nog in zijn hof. Als elektricien heeft hij het beste van zichzelf gegeven, sterk verbonden met zijn broer Gaston. Hij kon veel, hij was een handige man. Door zijn humor en zijn grapjes was hij voor velen een plezante mens.
Zijn gezin was hem dierbaar. Met Elodie deelde hij lange jaren lief en leed tot ze afgelopen oktober is overleden. De sterke band die hen hier op aarde samen hield mocht blijkbaar niet lang onderbroken zijn. Voor zijn kinderen was hij de hardwerkende vader op wie ze altijd konden rekenen. Ook de kleinkinderen zag hij graag komen. Ze hielpen hem in de tuin.
Vic kon genieten van de kleine dingen van het leven. Je vond hem altijd aan 't werk in zijn hof, omringd door zijn katten en kippen. De oogst deelde hij graag met iedereen die hem dierbaar was.
Met zijn geboortedorp en de mensen van Kortrijk-Dutsel is hij altijd verbonden gebleven. Het was ook zijn wens om vanuit onze kerk een uitvaart te hebben en een laatste rustplaats te vinden hier op de begraafplaats. Het geloof wat hij thuis had meegekregen, heeft hij altijd in zijn hart bewaard. Zijn geloof mag nu beloond worden met het Eeuwige Leven.

Op zaterdag 6 april 2019 was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Elza Van Meensel, echtgenote van François Demarsin. Ze woonde vroeger in de Dutselstraat. Ze werd geboren te Nieuwrode op 20 maart 1931 en is overleden in het WZC Sint-Margaretha te Holsbeek op 31 maart 2019.
Sommige mensen waren toch nog verrast door het sterven van Elza maar haar gezin zag het al een tijd aankomen. Als een kaarsje is haar levensvlammetje gedoofd. De laatste drie weken lag ze te bed en ze werd steeds stiller. Haar gezin is haar nabij geweest in die laatste tijd, Alex was ook bij haar toen ze is overleden.
Elza was een sterke vrouw met een sterke wil en een sterk karakter, dat maakte het ook niet altijd gemakkelijk. Ze zag er graag mooi uit en zorgde dat alles netjes was. Als huisvrouw heeft ze het beste van zichzelf gegeven, daarbij ook – zoals velen in onze streek - heeft ze hard gewerkt in de aardbeien, op het veld en ook witloof gaan kuisen. Ze was altijd bezig. Ook in die laatste tijd keek ze terug op haar leven en ze zei het ook: “Ik heb altijd moeten werken”.
Met François was ze afgelopen januari 65 jaar getrouwd. Het was niet meer mogelijk om deze briljanten bruiloft nog echt te vieren. De lege plaats zal voor François groot zijn na al die jaren. Voor haar kinderen was ze een zorgzame moeder, streng, met stevige moederhand heeft ze haar kinderen de weg naar de volwassenheid getoond. Ook daar speelde haar sterke wil en haar sterk karakter. De kleinkinderen waren haar leven, de band met hen was sterk en ze was ook blij met de achterkleinkinderen. Voor hen was ze moemoe.
Elza kon genieten van de kleine dingen van het leven. Elk was altijd welkom in haar huis, er was altijd wel een tas koffie en een koekje. Ik beluisterde deze week herinneringen aan hoe ze pannenkoeken en smoutebollen bakte en die moesten dan aan de buurt gebracht worden. Ze hield er van om deel te nemen aan de activiteiten van Ziekenzorg.
Het geloof heeft Elza thuis meegekregen. Met Kerstmis en Pasen kwam ze naar de Eucharistieviering, zolang het mogelijk was. In hun jeugd heeft ze haar kinderen ook de weg naar de Eucharistie gewezen. In de afgelopen tijd werd er op zondag naar de Eucharistieviering op de televisie gekeken. De Heer mag haar nu belonen voor haar leven van inzet.

Op Witte Donderdag 18 april 2019 was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Lucienne Ponsaerts weduwe van Jef Minnen. Ze woonde in de Gravenstraat. Ze werd geboren te Rillaar op 26 november 1931 en is overleden in het UZ Leuven op 12 april 2019.
Het sterven van Lucienne heeft ons allen toch nog verrast. De hoge jaren begonnen steeds zwaarder te wegen. Sinds februari begon ze steeds meer met de gezondheid te sukkelen. Ze is altijd wel zelfstandig gebleven dankzij de goede zorgen van haar gezin. Overdag was ze bijna nooit alleen. Ze voelde in de afgelopen tijd dat het einde dichterbij kwam. Toen onlangs een doktersafspraak werd gemaakt voor volgend jaar, zei ze zelf: “Dan ben ik er niet meer”.
Lucienne zorgde voor iedereen, belangeloos in de weer voor elk, voor elk stond ze klaar en ze wilde nooit ruzie maken. Zorgen en helpen waren 2 belangrijke woorden. Al jong heeft ze dat gedaan. Ze was content als ze kon geven. Ze was een fiere vrouw, ze was graag mooi.
Ze heeft altijd gewerkt, al jong moest ze werken. Haar vader is jong overleden en al jong is ze in de bieten gaan werken. Ook als huisvrouw heeft ze alles gegeven voor haar gezin. Voor hen cijferde ze zich helemaal weg. Zij waren haar leven; de foto’s van haar kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen hadden in de woonkamer een voorname plaats. Met Jef heeft ze lange jaren lief en leed gedeeld tot hij in 2001 plots overleed. Ze heeft dat sterven moeilijk kunnen verwerken; ze bleef over hem spreken en hem missen. Lucienne zei: “Je zou moeten kunnen samen blijven tot je sterft”. Ze was een goede en brave moeder. Moeder had voor haar kinderen gezorgd maar zij zorgden ook goed voor haar door elke dag op bezoek te komen. Ook haar kleinkinderen en achterkleinkinderen waren heel belangrijk voor haar, ze kwamen ook graag bij haar. Ze leefde als ze de kleinkinderen zag. Als de achterkleinkinderen kwamen, was ze gelukkig. Er zijn mooie herinneringen aan het jaarlijkse familiefeest.
Echte hobby’s had Lucienne niet. Werken was haar hobby. Maar ze ging ook graag eens weg, er was breien en in de tuin werken. Lucienne hield van bloemen, het hele huis stond vroeger vol bloemen en deze week zag ik ook nog heel wat bloemen staan.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen, heeft ze altijd in haar hart bewaard. Zolang als ze kon, kwam ze naar de Mis en toen dat niet meer mogelijk was, ontving ze thuis de Heilige Communie. Moge ze nu thuiskomen bij Jezus, het Levende Brood.

Op donderdag 16 mei 2019 was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Jeanne Dewez weduwe van Lou Keunen. Ze woonde in het WZC Sint-Margaretha te Holsbeek. Ze werd geboren te Bree op 11 mei 1925 en is overleden te Holsbeek op 9 mei 2019.
Bijna twee jaar geleden is Jeanne naar het rusthuis Sint-Margaratha in Holsbeek gekomen. Lang mocht ze dus in haar huis in Kessel-Lo blijven wonen. Ze was sterk gehecht aan haar zelfstandigheid en kon moeilijk hulp aanvaarden maar het ging niet meer. Zo moest ze haar huis, waar ze veel van hield, verlaten. Het laatste half jaar was het nu toch een tijd van sukkelen. We mogen zeggen dat de krachten op waren en we hoorden haar zeggen: “Kon ik maar vertrekken naar papa”. De laatste dagen waren dagen van afscheid nemen, iedereen is nog bij haar op bezoek geweest en haar gezin heeft haar omringd tot ze is overleden.
We bewaren van Jeanne het beeld van een fiere, sterke en een plichtsbewuste vrouw. Ze was gastvrij, iedereen mocht binnen in haar huis en mocht blijven eten en blijven slapen, het was bij haar een open huis. Tijdens haar jeugd waren er de oorlogsjaren en dat heeft haar jeugd ook getekend. Haar werkzame leven speelde zich af in de zaak van haar man die een groothandel in rookwaren had. Ze heeft altijd hard gewerkt en haar plicht gedaan. Jeanne heeft geleefd voor de zaak maar ook voor haar gezin. Met Lou deelde ze lange jaren lief en leed tot hij in 1994 is overleden. Ze heeft goed voor haar man gezorgd tijdens zijn ziekte, ze hebben elkaar altijd graag gezien.
Voor haar kinderen was ze een hardwerkende moeder die hen alles heeft gegeven wat ze nodig hadden, ze gaf hen ook een grote vrijheid. Het sterven van haar dochter Brigitte heeft haar ook veel pijn gedaan. Haar kleinkinderen zag ze allemaal even graag, elk werd op dezelfde manier behandeld.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen, heeft ze altijd in haar hart bewaard. Het was haar sterkte en haar kracht. Haar rotsvaste geloof voedde ze met de Eucharistie. Zo lang ze kon ging ze naar Blauwput naar de kerk en wanneer dat niet meer ging, keek ze trouw naar de televisiemis. Ze was dan ook gelukkig dat ze in het rusthuis nu iedere vrijdag de Eucharistie kon bijwonen. Voor haar geldt nu ook de belofte van de Heer: “Ik ben het levende brood, dat uit de hemel is neergedaald. Als men van dat brood eet, zal men leven in eeuwigheid”.

Op dinsdag 21 mei 2019 was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Jozef “Jef” Stas echtgenoot van Jacqueline Matthijs. Hij woonde in de Dutselstraat. Hij werd geboren te Leuven op 19 september 1937 en is thuis te Kortrijk-Dutsel overleden op 15 mei 2019.
In februari kreeg Jef en zijn gezin het nieuws dat hij ernstig ziek was en dat men niets meer voor hem kon doen. Jef aanvaardde het direct. “We hebben het altijd goed gehad. Als mijn rolleke af is, is het gedaan”, zei hij. De laatste dagen nam hij afscheid, hij pakte nog eens de handen vast van allen die nog eens bij hem kwamen. Jef had geen angst om te sterven. Voor Jef kwam de dood als een bevrijding maar ook en vooral was het voor hem “naar Dirk gaan”.
Jef was een eenvoudige en brave man, hij was moedig en standvastig. Met alle pijnen en moeilijkheden die er op zijn pad zijn gekomen is hij altijd een optimist gebleven. Hard heeft hij gewerkt voor zijn gezin. Als schrijnwerker heeft hij lange dagen gemaakt.
Met Jacqueline zou hij aanstaande november 60 jaar getrouwd zijn. Hij was fel voor haar in de weer en heeft haar verwend. “We hebben het goed gehad”, zei hij. Jacqueline heeft ook goed voor Jef gezorgd, dag en nacht was ze de laatste maanden aan zijn zijde.
Voor zijn kinderen was hij een goede vader. Het sterven van zoon Dirk, 25 jaar geleden, heeft hem diep getekend en bleef hem na al die jaren veel pijn doen. Voor zijn kinderen stond hij altijd klaar, ook zij zijn hun vader intens nabij geweest in die laatste moeilijke tijd. Ook met de kleinkinderen was er een goede band. Zijn eerste achterkleinkind zag hij ook graag.
Levenslang is hij een gelovig man geweest. Zijn geloof was ook zijn sterkte en zijn kracht in de duistere momenten van zijn leven. Zolang als het kon kwam hij op zondag naar de Eucharistieviering en zo voedde hij zijn geloof. Onze parochie is Jef blijvend dankbaar voor de vele gedachteniskruisjes die hij heeft gemaakt. De kruisjes die we in de afgelopen jaren gebruikt hebben bij de kerkelijke uitvaarten heeft Jef gemaakt, het was zijn gave aan de kerk, zonder dat hij daar ook iets voor terugvroeg. Toevallig is het laatste van de voorraad van die kruisjes die Jef heeft gemaakt, voor hem zelf. Zijn naam staat geschreven op dat kruisje als een teken van ons geloof dat onze naam en ons zijn die niet wordt uitgewist in de dood. Hij mag nu thuiskomen in het Land van de Verrijzenis en daar hen terugvinden die hij hier heeft gemist.

Op vrijdag 12 juli 2019 was er in onze Sint-Catharinakerk de kerkelijke uitvaart van Roza Schellekens weduwe van Jules Govaerts. Ze werd geboren te Sint-Pieters-Rode op 2 november 1932 en is overleden te Aarschot op 6 juli 2019.
Ook al had ze een hoge leeftijd en was ze zorgbehoevend, dit sterven hadden we niet verwacht. Ze heeft in de loop der jaren veel gesukkeld met haar gezondheid. Toch kon ze tot anderhalf jaar geleden in haar vertrouwde huis in de Horebeekstraat blijven wonen. Toen verhuisde ze naar het rusthuis in Aarschot. Ineens waren de krachten nu op. Ze had onlangs wel gezegd: “Ik denk dat ik niet lang meer ga leven want ik ben zo moe”. Enkele van haar kinderen waren bij haar toen haar vlammetje als een kaarsje snel is gedoofd.
Roza was een lieve, zachte, rustige en stille vrouw. Ze was iemand die hielp waar ze kon helpen, in zoverre het ging met haar gezondheid. Iedereen was altijd welkom bij haar en de mensen zagen haar graag. Ze hield van netheid: ze wilde er goed uitzien en alles in en rond haar huis moest er ook altijd netjes bij liggen. Als huisvrouw heeft ze het beste van zichzelf gegeven, daarnaast was er nog haar zorg voor de aardbeien, de prei en de kippen.
Met Jules was ze bijna vijftig jaar getrouwd toen hij in 2004 onverwacht is overleden. Ze bleef hem na al die jaren missen en zijn sterven bleef haar pijn doen. Voor haar kinderen was ze een bezorgde, soms overbezorgde moeder. Ze heeft altijd gedaan om goed te doen en gezorgd dat haar kinderen een warm nest thuis hadden. Met haar kleinkinderen had ze een goede band. Ze zag ze allemaal graag en ze zorgde ook voor hen, ook de kleinkinderen hingen aan haar, altijd was er snoep en taart voor hen. Ze genoot ook van de achterkleinkinderen, voor hen was ze “Pekke”.
Roza las vroeger veel en lang hield ze de dagelijkse gebeurtenissen bij in een dagboek.
Roza was een gelovige vrouw. Zolang als ze kon kwam ze naar de Mis en wanneer dat niet meer mogelijk was, was ze blij dat ze de Communie thuis mocht ontvangen. Ook in het rusthuis ging ze naar de Mis. Zovele intenties legde ze in haar dagelijks gebed aan de Hemel voor en zoveel kaarsen heeft ze gebrand. Samen met Jules ging ze op bedevaart naar Lourdes maar ze ging ook naar Moeder Maria in Scherpenheuvel en in de kapel in Lubbeek. Ze zei dikwijls: “Ik wil naar onze pa”. De dood was voor haaar de overgang naar het Leven bij God.


PAROCHIE SINT-LAMBERTUS NIEUWRODE

Op dinsdag 5 september was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Maria Van Bael, weduwe van Frans Naulaerts. Ze werd geboren op 28 mei 1923 in Oostham en is overleden in het WZC Dommelhof in Sint-Joris-Winge op 29 augustus 2017.
De laatste jaren was Maria wel getekend door haar hoge leeftijd, maar ze is rustig mogen gaan, zonder lijden. De laatste zes weken was ze heel stil geworden, met toch nog af en toe een teken van herkenning. Stil en ongemerkt, in haar slaap is ze de Eeuwigheid binnengetreden na een leven wat bijna een eeuw overspande.
Maria heeft van het leven gehouden, ze genoot van elke dag die ze er bijkreeg.
De zorg voor haar gezin was haar leven. Haar zes jongens heeft ze de weg naar de volwassenheid gewezen. Ze kon kordaat zijn, ze liet zich niet de les spellen en ze stond haar ‘mannetje’. Naast de zorg voor het huishouden heeft ze ook gewerkt op het veld.
Met Frans heeft ze lange jaren lief en leed gedeeld, “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid”, tot hij in 1996 is overleden. De tijd na het sterven en het alleen zijn was voor haar niet gemakkelijk.
Voor haar kinderen was ze een moeder zoals een echte moeder moet zijn, ze deed alles voor haar kinderen. In haar eigen gezin kwam de dood ook heel dichtbij. Acht jaar geleden is haar oudste zoon Rik overleden en dat is zwaar geweest voor haar. Ook de kleinkinderen waren haar dierbaar en wanneer de achterkleinkinderen kwamen maakte haar dat blij.
Maria kon genieten van de kleine dingen van het leven. Vroeger was er breien, want de kinderen mochten geen kou hebben. Er waren de goede contacten met medemensen. Bloemen waren haar passie, in haar tuin was het een bloemenparadijs. Gastvrij ontving ze bezoekers met koffie en de koekendoos op tafel. Ze was een optimistische vrouw, ik beluisterde herinneringen aan hoe ze voor ambiance zorgde in het rusthuis. Daar ontdekten haar kinderen trouwens dat moeder ook zangtalent had.
Maria was ook een gelovige vrouw, met een grote liefde voor Moeder Maria. Bij haar gezin zijn nog mooie herinneringen aan de Lourdesgrot die er was aan het huis in Nieuwrode. Elk jaar moest die opgepoetst worden.
Aan Gods Zorgen vertrouwen we Maria nu toe. Voor ons is dit sterven niet het einde van alles, niet de ondergang van alles maar de Overgang naar het Leven bij God, daar is al het oude voorbij en daar mogen we weer samen zijn met hen die we hier moesten missen.

Op zaterdag 18 november was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Hilda Van Meensel, weduwe van Evarist Saliën. Ze woonden vroeger in de Veeliedenstraat Hilda werd geboren in Nieuwrode op 3 juli 1923 en is overleden in Rillaar op 12 november 2017.
De laatste tijd begon haar hoge leeftijd voor Hilda steeds zwaarder te wegen. “Ik kan niet meer”, zei ze. De laatste twee weken waren de krachten echt op.
Hilda was een sterke vrouw die wist wat ze wilde, niet veel woorden maar daden. Ze zou altijd doen om goed te doen. Ze leefde volgens de zin: ‘je moet andere mensen behandelen zoals je zelf wil dat je behandeld wordt’. Ze kon veel aan en was veelzijdig in binnen- en buitenwerk. Op de boerderij en voor haar gezin gaf ze het beste van zichzelf.
Met Evarist deelde ze lange jaren lief en leed, tot hij in 1990 totaal onverwacht overleed. Voor haar kinderen was ze een goede moeder. Ze wisten dat moeder veel van hen hield. Ze was zorgend en bezorgd, ze was er altijd voor hen. Ook de kleinkinderen waren haar dierbaar, ze bleef er naar vragen. En ze was blij met de komst van de achterkleinkinderen. Tot in haar hoge jaren bleef ze er van genieten wanneer de familie samen was.
Hilde hield van breien en haken, bakken, bezoekjes aan vriendinnen, de uitstapjes naar Samana (Ziekenzorg) en KVLV.
Het geloof dat ze thuis had meegekregen, heeft ze altijd in haar hart bewaard. Er was haar trouw aan de Eucharistie, hoe ze naar de Mis gingen in de kapel op het Rot. Het gebed was haar houvast. Ook in de laatste dagen hebben haar gezinsleden haar bidden nog gezien. Ze hoorden haar bidden: “Moeder Maria, zegen onze familie”.
Precies op de dag dat Hilda en Evarist zeventig jaar getrouwd zouden zijn, is zij overleden. Na lange tijd mogen ze weer samen zijn bij God, aan de Overkant van het leven samen met hun overleden kindje.

Op zaterdag 25 november was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Albert Van Winckel, echtgenoot van Lucienne Asselberghs. Hij werd geboren in Nieuwrode op 4 oktober 1940 en is overleden in Leuven op 19 november 2017. Hij woonde in de Losting..
Met Albert verdwijnt een vertrouwd gezicht. Veel heeft hij de laatste tijd rondgereden in zijn rolstoel. Wie hij tegen kwam, begroette hij en als het kon maakte hij een babbeltje. Na zijn beenoperatie in 2014 en de moeilijke tijd die daarop volgde, had hij de draad weer opgenomen. Hij had het getekend-zijn aanvaard en hij was er graag bij. Zijn wegvallen uit ons midden heeft ons daarom allemaal stil gemaakt. Sinds vier november lag hij daar roerloos, geen enkele reactie, een tijd van hopen en vrezen.
Albert was een zachte, stille en tevreden mens, het was altijd goed, de discussie zocht hij niet. Hij was een harde werker. Als beenhouwer heeft hij het beste van zichzelf gegeven, dat was zijn leven. Lang is hij gaan helpen en dat is hij blijven doen tot drie jaar geleden. Er was ook het aardbeien kweken.
Zijn gezin was hem dierbaar. Met Lucienne was hij 56 jaar getrouwd. Al die jaren hebben ze zoveel samen gedeeld, “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid”, zoals ze eens voor het Altaar van deze kerk aan elkaar hadden beloofd.
Voor zijn kinderen was hij een zorgzame vader, ook zijn kleinkinderen en achterkleinkinderen waren hem dierbaar. Er was twee keer een viergeslacht en daar was hij trots op. Elke zondagmiddag was het eetdag en dan kwamen alle familieleden eten en daar genoot hij van. Albert genoot van de kleine dingen van het leven. Hij genoot van in de tuin werken. Hij hield er van om onder de mensen te komen en contact te zoeken, de boodschappen te doen en een pintje te drinken. Op zondagvoormiddag kwamen zijn vrienden hem halen en dat waren mooie momenten voor hem. Albert hield van televisie kijken, vooral naar sport; elke dag las hij zijn krant en vulde hij het kruiswoordraadsel in. Hij ging graag naar het voetbal en ik beluisterde deze week ook herinneringen aan zijn verbondenheid met het verenigingsleven. Hij was vroeger ook bij de fanfare en bij de wielerclub.
Het geloof dat hij thuis had meegekregen, heeft hij altijd in zijn hart bewaard.
Moge de Heer hem nu het loon van de trouwe dienaar geven.

Eveneens op zaterdag 25 november was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Louis Symens, echtgenoot van Lea Timmermans. Hij werd geboren in Houwaart op 16 november 1935 en is thuis in Nieuwrode overleden op 21 november 2017. Hij woonde op de Kraaikant.
Totaal onverwacht is Louis overleden. Enkele dagen eerder had hij nog het orgel bespeeld en gezonden tijdens een uitvaartmis van een medeparochiaan. Louis was een ingoede mens, een brave man, eenvoudig, aangenaam, in de weer voor elk, hij deed altijd om goed te doen. Het dienstwerk als koster-organist was zijn leven. Hij vervulde die taken in Houwaart, in Tielt, in Tervuren, in Aarschot. In onze kerk en in de vele kerken in het omliggende heeft hij gespeeld en deed men graag een beroep op hem. Het dienstwerk voor de Kerk ging altijd voor, hij leefde er voor, zijn auto viel stil aan de kerk, de Kerk heeft nooit tevergeefs een beroep op hem gedaan. Voor al die inzet kreeg hij van de aartsbisschop ook het gouden Sint-Romboutskruis. Zingen was zijn werk en zijn hobby, hij had een mooie stem, hij was ook fier op zijn zangkunst. Louis hield van de liturgie, de Latijnse gezangen bleven voor hem grote waarde hebben.
Met Lea was hij 59 jaar getrouwd. In al die jaren hebben ze zoveel samen gedeeld, "in goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid" zoals ze eens aan elkaar voor het Altaar van de Heer hadden beloofd. Voor zijn kinderen was hij een rustige vader, hij maakte zich niet kwaad. Voor zijn kleinkinderen was hij een goede grootvader; hij haalde graag samen met hen plagerijen uit.
Louis was overal graag bij en ging graag een pintje drinken na de Mis. Hij genoot ook van de paarden. Zolang hij kon heeft hij zijn tuin bijgehouden. Hij kon goed verhalen vertellen, echt gebeurd of gewoon verzonnen. Hij is ook nog gemeenteraadslid geweest.
Louis was een diepgelovig man. Biddend was hij met de Hemel verbonden, de Eucharistie was de ontmoeting met de Levende Heer. Als al die mensen voor wie hij een uitvaart Requiem - geef rust - heeft gezongen, hem nu bij de Hemelpoort stonden op te wachten, dan zal het er heel druk geweest zijn. Louis stelde zich de Hemel voor als de plek waar er rijstpap met gouden lepeltjes werd gegeten. Louis hield van rijstpap, we gunnen hem die Hemel zeker van harte.
Moge hij nu Gods Lof zingen in de Eeuwigheid.

Op zaterdag 2 december was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Willy Trevels, geboren in Nieuwrode op 29 juni 1938 en in Leuven overleden op 27 november 2017. Alhoewel hij al drie weken in het ziekenhuis was, is Willy toch nog onverwacht overleden.
Willy was iemand die voor iedereen klaar stond, een eenvoudige mens, snel tevreden met het eenvoudige. Hij deed altijd om goed te doen. Als hij je een plezier kon doen, dan deed hij het. Hij was altijd goedgezind. Met een lach ging hij door het leven. Hij was geliefd door zijn medemensen en hij was ook graag onder de mensen en maakte graag een babbeltje.
Lange jaren heeft hij gewerkt als gemeentearbeider. Hij was ook actief op de groente- en fruitmarkt in Nieuwrode.
Zijn kinderen en kleinkinderen waren hem dierbaar en hij zag hen ook graag. Hij heeft altijd goed voor zijn huishouden willen zorgen en hij heeft hard gewerkt voor hen. Willy heeft een grote zorg gehad voor zijn ouders. Een sterke band was er met Frieda en haar gezin, bij hen kon hij ook altijd terecht en ze zijn hem altijd nabij geweest.
Hij ging graag naar het voetbal kijken. Hij hield van televisie kijken en hij ging ook graag wandelen. Ook in het rusthuis was hij graag dienstbaar, hij had er de zorg voor de bloemen.
Het geloof heeft Willy in zijn jeugd ontvangen en heeft hij altijd in zijn hart bewaard. Ook in het rusthuis hebben ze hem gekend als een gelovige man. Hij was trouw in elke Eucharistieviering aanwezig en hij bracht er de offergaven aan. Hij is dikwijls naar begrafenissen geweest. De bidprentjes hield hij trouw bij en hij herlas ze en liet de herinneringen aan die overledenen weer spreken. Bij die velen die hem voorgingen mag hij nu de rust en de vrede vinden. Hij is begraven op de begraafplaats van Nieuwrode waar zijn ouders, broer en zovele bekenden rusten in de gelovige zekerheid dat hij met die velen herenigd mag zijn. In Gods Licht mag hij nu de rust en de vrede vinden.

Op donderdag 4 januari 2018 was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van André Crabbé, geboren te Nieuwrode op 4 februari 1926 en overleden te Holsbeek op Kerstmis, 25 december 2017.
Op een moment waarop in onze kerken werd gezongen “Midden in de winternacht ging de Hemel open”, is ook voor André de Hemel opengegaan. Hij wist dat hij doodging, hij was moe en had de keuze gemaakt om geen ingrepen meer te ondergaan. Op het Geboortefeest van de Heer is zijn gebed om naar zijn dierbaren te gaan, verhoord, nog sneller dan verwacht. Hij was een zachtaardige man. Op zijn manier is hij door het leven gegaan, iedereen kende hem. Hij was een dorpsfiguur met zijn typische verschijning: met zijn klak op, met de fiets. Veel heeft hij weggegeven. Hij was de jongste van vijf kinderen. André is altijd bij zijn moeder blijven wonen, die jong weduwe was geworden. Hij heeft lang onder haar vleugels geleefd. Dat maakte van hem de man zoals we hem hebben gekend. We mogen zeggen dat hij geleefd heeft in harde omstandigheden maar nooit heeft hij geklaagd.
Zijn twee petekinderen Rien en André waren hem dierbaar, ze bleven hem trouw bezoeken en hebben ook veel voor hem gedaan.
Een tijd heeft André in het koetsiershuis van het kasteel gewoond en daar was hij fier op.
Als schrijnwerker was hij een vakman. Hij maakte mooie dingen, als hij het wilde.
André hield van muziek, heeft piano gespeeld en had ook veel dvd’s. Hij hield van televisie kijken, voetbal kijken. Hij had een grote interesse in alles wat de natuur, de dieren en de vogels aanging.
Het geloof wat hij thuis had meegekregen, heeft hij altijd bewaard. In het rusthuis woonde hij trouw de Mis bij. Zijn Mariabeeldje was hem dierbaar, hij getuigde dat Moeder Maria hem heel zijn leven had beschermd, trouw droeg hij ook de rozenkrans. Moge hij nu, aan de hand van Moeder Maria, de Hemel binnentreden.

Op donderdag 11 januari was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Gusta Meynaerts, echtgenote van Sylvain Storms uit de Appelweg. Ze werd geboren in Nieuwrode op 7 april 1926 en is thuis te Nieuwrode overleden op 6 januari 2018.
We kunnen eigenlijk van Gusta zeggen dat ze opgeleefd was. De laatste tijd ging het allemaal achteruit, de gang werd minder, ze werd stiller. Gusta heeft dat ook zelf aangevoeld. Ze zei: “Ik heb een goed leven gehad en wat er nu nog komt, moeten we er bij nemen”. Die laatste dag is het allemaal heel snel gegaan.
Gusta was een heel zachte en lieve vrouw, behulpzaam. Altijd stond ze klaar voor iedereen. Ze was bezorgd om elk, ze zou geven waar ze kon, positief. Als huismoeder heeft ze hard gewerkt.
Met Sylvain zou ze op 2 oktober 70 jaar getrouwd zijn. Ze kenden elkaar van jongsaf en hun liefde is jong gebleven. Voor haar kinderen was ze de bezorgde en helpende moeder. Ze moest in haar gezin het sterven meemaken van haar zoon Wilbert en van haar schoondochter Lieve. Haar drie kleinkinderen waren haar dierbaar, de band met hen was innig. Voor hen was ze een lieve grootmoeder. Veel heeft ze voor hen gedaan. Ook van haar vier achterkleinkinderen hield ze veel.
Gusta is graag en veel onder het volk geweest. Niet alleen bij de buurt was ze betrokken maar bij vele verenigingen. In haar jonge jaren was er haar inzet voor de BJV, later in het bestuur van de KVLV, Ziekenzorg heeft ze mee opgericht. Als iemand ziek was, ging ze er naartoe. Er was ook haar inzet in de gepensioneerdenbond n aast haar man die voorzitter was en haar hulp in de duivenbond.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen, is altijd haar sterkte en kracht geweest. Biddend was ze met de Hemel verbonden. Op zondag voedde ze haar geloof met de Eucharistie in deze kerk en wanneer dat niet meer ging keek ze naar de televisie. Haar geloof mochten we ook nog zien op haar sterfbed, hoe ze bij de toediening van de Sacramenten nog het weesgegroet meebad. In de ochtend van Driekoningen is ze overleden, moge ze thuiskomen in het Eeuwige Licht van God.

Op zaterdag 10 februari was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Frans Andries, echtgenoot van Julienne Vermaelen uit de Rodestraat. Hij werd geboren te Sint-Pieters-Rode op 15 mei 1935 en is overleden te Leuven op 6 februari 2018.
Het sterven van Frans heeft veel mensen stilgemaakt. Het is allemaal zo snel gegaan. Hij was niet goed geworden, zijn gezinsleden brachten hem naar het ziekenhuis. Zijn hart was op. Men heeft nog alles gedaan wat men kon maar het mocht niet meer zijn. Dit had niemand verwacht, hij had al veel operaties gehad. Er was ook geen echt afscheid, ineens is er die lege plaats.
Ook al werd hij gedoopt met de naam Frans, de mensen kenden hem als Swoi. Hij was een hardwerkende vader die voor zijn zes kinderen alles heeft gegeven. Hij ging bij Stella werken en heeft groenten gezet opdat zijn gezin niets zou tekort komen. Hij heeft zich krom gewerkt.
Met Julienne was hij 58 jaar getrouwd. Voor zijn kinderen was hij een goede en zorgzame vader, op zijn manier en zonder veel woorden zag hij hen graag. Hij was trots op zijn kinderen en op alles wat ze bereikten. Ook zijn kleinkinderen zag hij graag, een bijzondere band was er met zijn petekind. Hij was ook trots op zijn eerste achterkleinkind.
Frans vertelde graag over vroeger. Hij kende veel mensen. Met elk die hij op zijn pad kreeg, maakte hij graag een babbeltje. Hobbies had hij niet, werken was zijn hobby. Er was zijn werk en aandacht voor zijn land, zijn tractor, zijn varkens, zijn hond, altijd buiten.
Achtentwintig jaar was er in het gezin de zware beproeving van het verongelukken van dochter Hilde en schoonzoon André. Dat sterven had hem en de hele familie ten diepste getroffen. Ons geloof is nu dat Frans aan de Overkant naast Hilde en André zit en daar alles aan het vertellen is van die afgelopen 28 jaar. In liefde en gebed blijven we met hem verbonden, over de grens van dit leven.

Op donderdag 15 februari was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Leonie Smets, weduwe van Frans Smets. Zij werd geboren te Nieuwrode op 5 september 1918 en is overleden te Holsbeek op 8 februari 2018.
De kaap van de honderdste verjaardag kwam voor Leonie steeds dichterbij. Ze bleef lang sterk en vitaal en sommigen in het rusthuis droomden al van haar belofte: “Als ik 100 word, geef ik een fuif voor heel het rusthuis”. De laatste maanden werden de krachten steeds minder. “Ik zal geen 100 worden”, hoorden we haar zeggen. Omringd door enkele van haar kinderen heeft ze de ogen gesloten. Haar leven wat net geen eeuw overspande ging zo over in de Eeuwigheid.
Leonie was een zorgzame vrouw, altijd in de weer. Ze was fier en trots en altijd mooi gekleed. Ze had een heel goed geheugen en kende vele data. Ze hield van een grapje. Lang is ze zelfstandig gebleven, tot ze in 2011 naar het rusthuis is gegaan. Leonie was graag in groep en in het rusthuis deed ze mee aan de activiteiten. Na haar studie van snit en naad werkte ze in de administratie van het bedrijf van haar man, in de bezigheden in het cafe.
Met Frans deelde ze lief en leed tot hij in 1992 is overleden. Voor haar kinderen was ze een zorgende moeder. Haar kinderen hebben goed voor haar gezorgd en ze was er dankbaar voor. In haar eigen gezin stond ze ook enkele keren voor het grote mysterie van de dood. Ook haar dochter Gerda en schoonzoon Francois gingen haar voor. Het sterven van haar dochter Gerda heeft haar veel pijn gedaan. Het is ook voor een moeder een omgekeerde wereld als je een van je kinderen naar de laatste rustplaats moet brengen. Haar kleinkinderen en achterkleinkinderen zag ze graag komen, de snoepjes stonden altijd gereed.
Leonie hield van breien en haken, ze kon het goed, in het rusthuis kwamen mensen daarvoor ook naar haar. Tot de laatste week bleef ze de actualiteit en haar televisieprogramma’s volgen: het nieuws, Familie en de kookprogramma’s werden trouw bekeken.
Leonie was ook een gelovige vrouw, biddend met de Hemel verbonden. De priesters van de parochie waren altijd welkom bij haar. Ze was ook trouw in de Eucharistieviering, in het rusthuis had ze ook haar vaste plaats vooraan. De Heer mag haar nu ook een plaats geven in de Eeuwigheid.

Op zaterdag 24 februari was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Tamara Van de Gaer, dochter van René Van de Gaer en Christiane Blockx, uit Wolfsdonk. Zij werd geboren te Leuven op 8 juli 1970 en is er overleden op 18 februari 2018.
Omringd door de hele familie is Tamara rustig overleden. Die laatste vijf weken was ze op de Intensive Care, een tijd van hopen en vrezen. Aan dit sterven ging een weg van jaren vooraf.
Tamara was een heel sociale vrouw, met een sterke eigen mening die ook uitgesproken werd. Met goede en kwade dagen, zoals die in elk mensenleven voorkomen, ging Tamara haar levensweg. Die goede en kwade dagen maakten haar tot de vrouw zoals we haar kenden. Allen getuigen: ze stond altijd klaar voor iedereen, ze was met iedereen begaan en ze kende ook iedereen. Kinderen en oude mensen lagen haar na aan het hart. Ze studeerde voor kinderverzorgster en bejaardenhelpster. Tot de gezondheid haar parten speelde werkte ze in het rusthuis in Holsbeek.
Voor haar ouders was ze de zelfstandige en bezorgde dochter. Voor hen is het een omgekeerde wereld om een kind naar de laatste rustplaats te moeten brengen. Ze was ook de bezorgde zus en tante, ook in het ziekenhuis vroeg ze nog naar Loran en Lio. De familieband was sterk. Tamara had vele vriendinnen, ze babbelde graag met hen en hield er van om samen dingen te ondernemen. Haar hondje was haar trouwe gezel, hij was als een kind voor haar en ook in de laatste dagen was ze in het ziekenhuis nog bezorgd om haar huisdier. Er was haar betrokkenheid bij het voetbalgebeuren van Nieuwrode. Ze ging naar voetbal en cyclocross kijken en volgde het ook op televisie. Ze hield ook van kaarten.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen, heeft ze altijd in haar hart bewaard. In haar jeugd ging ze mee naar de Mis in de kapel op het Rot. Van velen is Tamara naar de uitvaart geweest. Zo dikwijls heeft ze hoorde ze verkondigen dat het sterven niet het einde van alles is, niet de ondergang van alles maar de overgang naar het leven bij God, waar al het oude voorbij is, waar geen lijden meer is. Dat gunnen we haar nu ook. Daarvoor is er ook nog bij haar sterfbed in het ziekenhuis gebeden. “Bedankt voor het komen”, zei ze die laatste dagen nog. Dat willen we nu ook zeggen. We zijn dankbaar dat ze een deel van ons leven was, ook al was het veel te kort. In liefde en gebed blijven we met haar verbonden.

Op donderdag 1 maart was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Lieve Asselberghs. Ze woonde vroeger in de Zandstraat. Ze werd geboren te Nieuwrode op 25 september 1943 en is overleden te Tienen op 22 februari 2018.
Al lange jaren was Lieve door haar ziekte getekend. Al zes jaar vond ze een thuis in Dommelhof. Toch is haar sterven nog onverwacht gekomen. Ze was enkele dagen in het ziekenhuis, het ging weer beter met haar, het werd haar ook zo gezegd: “Ge zijt de goede weg aan het opgaan”. In haar slaap is ze overleden. Haar hart wat in al die jaren zoveel had gedragen en doorstaan, is stilgevallen.
Lieve was een spontane en lieve vrouw, heel sociaal, een hart voor iedereen, ze stond altijd klaar en ze hielp waar ze kon, ze kon met iedereen overweg. Ook al zat het leven niet altijd mee, ze is altijd moedig doorgegaan en ze heeft haar levensblijheid nooit verloren.
Velen herinneren zich Lieve als buschauffeur. Er was het eigen bedrijf en ook daarna is ze nog lange jaren buschauffeur geweest. Door haar beroep kende ze ook veel mensen en ze was ook graag gezien.
Ze was een goede moeder. Haar kinderen konden bij haar terecht als ze problemen hadden. Als ze kon helpen, dan deed ze dat met veel plezier. Voor de kleinkinderen was ze een speelse oma, met veel enthousiasme, voor heb was ze “bommeke”. Ook de achterkleinkinderen waren haar dierbaar.
Als hobby had Lieve naaien. Er was ook tuinieren, ze zag graag bloemen. En er was haar verzameling glazen poppen. Doorheen de goede en kwade dagen van haar leven is ze altijd een gelovige vrouw geweest. Ook in haar laatste dagen hoorden haar dierbaren haar nog “Dank U, Jezus” zeggen. In haar huis hadden de Mariabeeldjes een duidelijke plaats en ze ging graag naar Scherpenheuvel een kaarsje branden.
Vele dierbaren heeft ze zien voorgaan, verschillende van haar dierbaren zijn veel te jong overleden. Die weg is ze nu ook gegaan. De Heer heeft nu ook tot haar gezegd: “Komt tot Mij die uitgeput zijt en onder lasten gebukt, en Ik zal u rust en verlichting schenken.”

Op vrijdag 25 mei was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Leonie Verbinnen weduwe van Albert Janssens. Ze woonde op het Rot. Ze werd geboren te Nieuwrode op 31 januari 1922 en is er thuis overleden op 22 mei 2018.
Leonie kon lang bogen op een sterke gezondheid. Tot ze vorig jaar gevallen is, toen is ze beginnen sukkelen en de krachten werden steeds minder. Ook al werd het steeds moeilijker, ze is toch altijd moedig gebleven. Dankzij de goede zorgen van haar gezin is ze in haar vertrouwde huis aan het Rot kunnen blijven. We hoorden haar in die laatste tijd zeggen: “ Ik kan niet meer…ik wist niet dat sterven zo moeilijk was”. Bewust nam ze afscheid van haar gezin, van haar geburen en van allen die altijd voor haar hebben klaar gestaan en haar liefdevol nabij zijn geweest. Omringd door haar gezinsleden is ze overleden.
Leonie was een sterke en verstandige vrouw. Tot in haar laatste dagen nam ze haar boekje met de woordzoekers in de hand. Ze was fier: ze was graag goed gekleed en alles moest in orde zijn in haar huis en in haar tuin. Als huisvrouw gaf ze het beste van zichzelf, daarnaast heeft ze zoals velen in onze streek gewerkt in de fruitteelt.
Haar gezin was haar dierbaar en haar gezin was haar wereld. Met Albert deelde ze lange jaren lief en leed, tot hij in 1991 is overleden. De eerste tijd na zijn overlijden was niet gemakkelijk voor haar. Voor haar dochter en kleindochter was “ons moe”, ze was een strenge moeder en grootmoeder met een sterke wil, ze hield veel van hen. Het plotse sterven van Arlette was een zware slag. Het sterven van een kind is voor een ouder zeker altijd een omgekeerde wereld en dat was ook zo voor haar. Ze vroeg zich af waarom haar dochter voor moest gaan en waarom zij niet was gegaan. Haar gezin heeft veel voor haar gedaan, ze zijn haar dag en nacht nabij geweest zodat ze niet naar een rusthuis moest. Haar achterkleinkinderen waren haar oogappels. Ook met de buurt had ze een goede band, herinneringen hoe de geburen bij haar verjaardag koffie kwamen drinken en taart eten. Als weduwe van een oud-strijder voelde ze zich ook verbonden met de oud-strijdersvereniging van ons dorp. Leonie genoot van de kleine dingen van het leven. Haar hobby was vroeger haken en breien. Woordzoeken bleef ze doen tot in haar laatste dagen. Het geloof wat ze thuis had meegekregen heeft ze altijd in haar hart bewaard. God mag haar nu belonen voor al het goede wat ze heeft gedaan.

Op zaterdag 2 juni was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Martha Blockx weduwe van Louis Janssens. Ze woonde op Kraaikant. Ze werd geboren te Nieuwrode op 21 mei 1927 en is overleden te Leuven op 26 mei 2018.
Ruim drie weken was Martha in het ziekenhuis. De krachten waren op. Altijd was ze een zelfstandige vrouw. Ze was gelukkig dat ze bijna tot haar 91ste verjaardag zelfstandig kon blijven wonen in haar huis aan de Kraaikant. Die laatste weken waren een tijd van hopen en vrezen. Enkele dagen voor haar sterven was er nog haar verjaardag, die dag was ze goed en heeft ze nog wat gevierd met haar gezin. Haar gezin was haar nabij tot het laatste moment.
Martha was altijd in de weer voor iedereen, altijd content en nooit geklaagd. Ze was zeer gastvrij, altijd was je bij haar welkom en velen liepen binnen en buiten bij “Martha van de mulder”. Als huisvrouw heeft ze het beste gegeven voor haar man en haar vier kinderen. Ze heeft ook lang gezorgd voor haar vader en schoonmoeder. Daarnaast was er in het seizoen ook de teelt van aardbeien en perziken zoals velen in ons dorp.
Met Louis was ze meer dan vijftig jaar getrouwd, ze hebben de gouden bruiloft nog gevierd. Hij is lang ziek geweest en Martha heeft al die tijd voor hem gezorgd tot hij in 2006 overleed. Het was toen een zwaar jaar voor haar met het verlies van haar echtgenoot Louis en haar schoondochter Renilda. Voor haar kinderen was ze de zorgende en bezorgde moeder. Haar kleinkinderen waren alles voor haar en ze was blij met de komst van de achterkleinkinderen.
Martha heeft veel gelezen. Elke week bracht de bibliotheek haar nieuwe boeken. Er waren ook haar kruiswoordraadsels en het rummikuppen. En hoeveel kousen heeft ze niet gebreid ? Haar laatste breiwerk was nog niet af, drie stuks liggen nog onafgewerkt bij haar zetel. Ze genoot ook van haar vele orchideeën en van haar bloemenhof. Lang geleden is Martha ook een goede toneelspeelster geweest.
Martha is altijd een gelovige vrouw geweest, lang is ze naar de Mis gekomen. Ze droeg ook trouw om haar hals een kruisje, een zichtbaar teken van haar verbonden zijn met de Heer. Op een briefje had ze het gedicht geschreven: “Moeders gaan maar sterven niet, zij leven en zij geven. Zolang men moeders kinderen ziet, zolang zal moeder leven”. Van over de grens van dit leven blijft ze dicht bij hen die ze hier liefhad.

Op zaterdag 9 juni was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Finneke Wuyts. Ze was de dochter van Alfons Wuyts en Maria Van Bael (+). Ze woonde in de Veeliedenstraat. Ze werd geboren te Betekom op 10 december 1954 en is overleden te Nieuwrode op 2 juni 2018.
Het sterven van Finneke is niet onverwacht gekomen. Ze was al een tijdje op de sukkel en in de afgelopen tijd is ze flink achteruit gegaan. In de laatste week was het een tijd van afscheid nemen. Finneke ontving de Sacramenten der Zieken. Haar vader en familie zijn haar al die tijd nabij geweest. Ze hebben er voor gezorgd dat Finneke thuis is kunnen blijven.
Finneke was iedereens vriend, ze was content, het was altijd goed, met een warme knuffel liet ze haar liefde en genegenheid voor elk die op haar pad kwam zien. Ze was sterk, sterk ook van wil en karakter, als ze nee zei dan was het ook nee. Haar wereld was vooral het huis in de Veeliedenstraat. Daar was ze gelukkig met haar ouders en met haar familie en allen die er kwamen. Haar ouders en familie hebben altijd goed voor haar gezorgd. Voor haar vader zal het zeker een groot gemis zijn, de zorgen die hij aan Finneke heeft gegeven zijn groot geweest. Ze was de jongste van de kinderen. Ze is nooit alleen geweest, ook bij ziekenhuisopnames lieten ze haar nooit alleen, altijd zijn ze er voor haar geweest. Voor de hele familie was ze “ons Finneke”. Ze hielden van haar, ook in die momenten van afscheid nemen zijn alle kinderen, kleinkinderen en achterkleinkinderen nog bij haar geweest.
Finneke genoot van mee gaan winkelen, samen met haar zus op vakantie, de vakanties met Ziekenzorg, kleuren. Hoeveel heeft ze niet gebreid voor de kinderen van Haiti ?
In onze kerk vertrouwden we haar bijzonder toe aan Gods Vaderlijke Zorgen. Finneke kwam graag naar de kerk en kende vele gebeden van buiten. Op 17 juni zou Finneke weer op vakantie vertrekken, het valiesje met wat spulletjes erin stond al klaar. Nu is ze aan haar reis naar de Heer vertrokken. Haar lichaam gaan we te rusten leggen in het graf waar ook haar moeder rust. Naar dat graf ging ze wel eens mee naartoe om er een bloemetje neer te zetten. Finneke zei wel eens: “Ik mis ons moe”. Nu mag ze weer met haar en zovele samen zijn. In liefde en gebed blijven we met haar verbonden, over de grens van dit leven.

Op donderdag 2 augustus was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Angele Feyaerts echtgenote van Jozef Kennis. Ze woonde in Mennenshoeve. Zij werd geboren te Nieuwrode op 25 mei 1941 en is er thuis overleden op 26 juli 2018.
Die warme zomernamiddag is Angele onverwacht overleden. Jozef was dicht bij haar. Een lange weg van twintig jaar getekend zijn door haar ziekte ging vooraf. Beetje bij beetje moest ze aan krachten inleveren, veel vertrouwde dingen zijn weggevallen, zich uitdrukken werd steeds moeilijker, ze kon bijna niets meer en werd steeds meer hulpeloos.
Angele was een goed mens, zorgzaam, stil en rustig, ze zei niet veel, bedeesd. Ze was fier, ze wilde er graag altijd goed uit zien. Haar huis was haar thuis en daar was ze gelukkig. Alles moest in haar huis piekfijn zijn en blinken, kuisen en wassen heeft ze veel gedaan. De drukte van de straat of het verenigingsleven heeft ze nooit gezocht. Toch was ze ook graag onder de mensen maar ze was nooit de gangmaker. Hard heeft ze gewerkt en als huisvrouw thuis het beste van zichzelf gegeven. Alles stond in het teken van haar gezin, daar leefde ze voor.
Met Jozef was ze bijna 55 jaar getrouwd. Hun gezinsleven was niet gemakkelijk. De zorgen om het gezin, bijzonder de zorg voor Marleen en het dragen van de ziekte hebben ze samen intens gedeeld. Met een grote zorg is Jozef Angele in die lange periode van ziekte liefdevol nabij geweest en haar verwend dat ze het goed had. Angele was ook een goede moeder, een moederkloek, heel beschermend, altijd is ze voor hen opgekomen, ze was ook streng en als het nee was, dan was het ook nee. Haar kleinkinderen waren haar dierbaar en zij hielden van haar. Ook haar familieleden waren haar dierbaar. Van de meisjes was ze de oudste van het gezin en thuis was ze het moederke.
Angele hield van de kleine dingen van het leven. Vroeger was er breien. Muziek was belangrijk voor haar. Elke Vlaamse zanger kende ze, de radio stond altijd open, ze heeft veel gezongen, in de laatste tijd zong ze niet meer. Het geloof wat Angele thuis heeft meegekregen, heeft ze altijd in haar hart bewaard. Ze was blij en dankbaar dat de Heer Zelf onder de gedaante van de Communie regelmatig naar haar toekwam. Nu mag ze de Heer zien en bij Hem mag ze voor haar gezin en voor ons allen ten beste spreken.

Op vrijdag 24 augustus was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Maria Lemmens weduwe van Frans Vervloessem. Ze woonde op de Kriesberg. Ze werd geboren te Rillaar op 7 november 1929.
Twee weken geleden werd Maria met spoed geopereerd. Voor haar hoefde het niet meer maar ze deed het voor haar kinderen. Het was een tijd van hopen en vrezen. Haar gezin heeft bij haar gewaakt en is haar nabij geweest tot ze vredig is overleden.
Maria was een sterke vrouw met een sterke wil, ze wist wat ze wilde en ze hield sterk aan haar zelfstandigheid. Men was altijd welkom in haar huis en ze was blij als ze bezoek kreeg. Ze deed nog alles zelf en ze wilde zo weinig mogelijk hulp. Het harde werken was haar thuis, op de boerderij, meegegeven. Het veld was haar langste leven. Ze hield van eenvoud. Het materiele was voor haar minder belangrijk, ze zegde: “Glorie hoefde niet”. Ze maakte de oorlogsjaren mee en ze stond er op dat er niets werd verspild. Geven was voor haar. Als huisvrouw gaf ze het beste van zichzelf, thuis maar ook bij haar zus ging ze helpen.
Voor haar gezin wilde ze er zijn. Met Frans deelde ze lief en leed tot hij op 1 augustus 1992 onverwacht overleed. Ze was de zorgzame en bezorgde moeder, geen knuffelmoeder maar haar levensdoel was zorgen voor kinderen en kleinkinderen. Het zorgzaam zijn voor elkaar heeft ze ook doorgegeven aan haar gezin. Haar kleinkinderen waren haar dierbaar, ze heeft op hen gepast. Het sterven van kleinzoon Joris heeft haar pijn gedaan. De achterkleinkinderen waren haar oogappels, tot op haar sterfbed gingen haar gedachten naar hen. Voor alle kinderen op haar pad was ze bomma. Er was haar sterke familieband; ze kwam uit een gezin van 7 kinderen en de band is altijd sterk gebleven in leven maar blijkbaar nu ook in het sterven. In de afgelopen zes weken zijn er nu drie zussen overleden. Maria genoot van breien en bloemschikken. Haar tuin bleef altijd haar zorg. En wat heeft ze gekaart, patience.
Maria is altijd een gelovige vrouw geweest, biddend met de Hemel verbonden. Van haar gebed maakte ze geen geheim. Ze getuigde daarvan ook dat het haar kracht en sterkte was. Ze had een bijzondere devotie voor de Moeder van Jezus, Moeder Maria. “Nu mag ja naar Onze Lieve Vrouw gaan”, fluisterden haar dierbaren haar op haar sterfbed toe. Aan de hand van Moeder Maria mag ze nu naar de Heer gaan.

Op 24 november was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Jef Van den Heuvel echtgenoot van Magda Vounckx. Hij woonde op de Bruul in Kortrijk-Dutsel. Hij werd geboren te Ramsel op 25 mei 1943 en is overleden te Leuven op 19 november 2018.
Vijftien weken was Jef in het ziekenhuis. Het is een hele weg geweest. Hij kon niet meer stappen, niet meer eten of drinken maar hij bleef strijden, hij wilde leven en bleef hopen, hij bleef er voor gaan, tot de laatste dag. Het was al die tijd hopen en vrezen. We moeten zeggen dat hij opgeleefd was. Omringd door Magda en zijn gezin is hij overleden.
Jef was een volksmens. Hij was graag onder de mensen, was sociaal, dronk graag een pintje en plaagde ook graag. Hij hield van het leven. Als cipier in Leuven Centraal gaf hij lange tijd het beste van zichzelf. Daarnaast was er thuis ook de bezigheden in de tuinbouw.
Met Magda was hij afgelopen mei vijftig jaar getrouwd. Ze hebben het nog gevierd. Al die tijd hebben ze zoveel samen gedeeld: “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid”, zoals ze in de kerk van Nieuwrode eens aan elkaar hadden beloofd. Zeker sinds de huisbrand zes jaar geleden zijn er veel zorgen geweest en waren er ook nogal wat problemen met de gezondheid. Niets is voor Magda teveel geweest om voor Jef te doen. Tot de laatste dag noemde hij haar “schat” en dat is ze ook voor hem geweest. Zijn kinderen en kleinkinderen waren alles voor hem. Voor zijn kinderen was hij een goede en liefdevolle vader. Er zijn mooie herinneringen hoe hij tijd doorbracht met zijn kinderen, hoe hij samen met hen ging winkelen. Voor zijn kleinkinderen was hij de rustige, bezorgde en trotse opa, begaan met zijn kleinkinderen.
Jef was de oudste van tien kinderen, ook zijn familie was hem dierbaar.
Jef kon genieten van de kleine dingen van het leven. Hij hield van meerijden met de auto en genieten, tussen het volk zijn. Er was zijn interesse voor vrachtwagens, auto’s en tractoren.
Het geloof wat hij thuis had meegekregen heeft hij altijd bewaard in zijn hart. Hij was biddend met de Hemel verbonden. Zijn rozenkrans en gebedsprentjes waren hem dierbaar. Voor ons, christenen, is dit sterven de overgang naar het Leven bij God. Daar is al het oude voorbij, daar is geen lijden en pijn meer, daar mogen we weer samen zijn met hen die we hier moesten missen. Dat geloof is ook uitgesproken toen zijn gezin bij hem samen heeft gebeden. In liefde en gebed blijven we met elkaar verbonden, over de grens van dit leven.

Op zaterdag 15 december was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Paul Crabbé echtgenoot van Lieve Berghmans. Hij woonde in Dorp. Hij werd geboren te Nieuwrode op 21 januari 1951 en is er thuis overleden op 11 december 2018.
Een lange weg is afgelegd. Sinds zijn vijfenvijftigste was Paul lijdend. Vorig jaar, in januari, was er de longtransplantatie. Het herstel verliep spoedig. Hij is nog met het hele gezin op vakantie geweest. De laatste tijd sloeg alles tegen. Het ging de laatste dagen snel.
Paul was een sterke man die altijd wilde helpen, hij had een sterke wil en zijn bedoelingen waren altijd goed. Als leraar Wiskunde gaf hij het beste van zichzelf. Hij was een goede leraar, eerlijk, streng en rechtvaardig, altijd rekening houdend met de concrete situatie van het kind. Dertig jaar heeft hij in het Damiaaninstituut voor de klas gestaan. Hij was een goede collega, aangenaam om mee samen te werken.
Met Lieve was hij 41 jaar getrouwd. In al die jaren hebben ze zoveel samen gedeeld. Dankzij haar zorgen en nabijheid kon Paul ook thuis blijven en thuis sterven. Hij was hij de bezorgde, helpende en correcte vader. Hij was de lieve grootvader, hij hielp de kleinkinderen mee met het huiswerk en stimuleerde hen. Ook met zijn familie was er een goede band.
Paul genoot van de kleine dingen van het leven. Er was de sport, het voetbal, de veteranenclub. Er was de zorg voor de tuin en hij genoot van muziek. Er zijn de herinneringen aan zovele vakanties. Hij keek nog uit naar een verre reis, samen met de familie.
Paul is nu aan zijn laatste reis begonnen. Voor ons is dit sterven de overgang naar het Leven bij God. Het geloof wat Paul thuis had meegekregen, heeft hij altijd bewaard. Vroeger is hij nog misdienaar en lector geweest. Hij was ook lang bij de Chiro en was er leider. Zijn geloof hebben we ook gezien toen hij de Sacramenten der Zieken ontving. Na de bediening wilde hij dat we een aperitief zouden drinken. Hij wist dat hij op weg was naar het Eeuwig Gastmaal. Zo dikwijls ging hij naar het kerkhof, biddend bleef hij verbonden met zoveel die hem voorgingen. Daar gaan mag hij nu ook zijn laatste rustplaats vinden. Ons gebed nu is dat Paul nu gelukkig mag zijn bij God, bij Moeder Maria en de heiligen, samen met zijn ouders, zijn schoonouders, zijn broer en die vele anderen die hem voorgingen op de weg naar de Eeuwigheid.

Op vrijdag 5 april 2019 was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Huguette Deroost echtgenote van Theo Verbeek. Ze woonde in Dorp. Zij werd geboren te Leuven op 27 januari 1950 en is thuis te Nieuwrode overleden op 1 april 2019.
Het is een lange en moeizame weg geweest naar dit sterven. Tien jaar geleden vocht Huguette tegen haar ziekte en ze overwon. Vorig jaar gingen dan ineens de dingen minder. Er waren heel wat onderzoeken en steeds meer werd ze een getekende vrouw. Sinds september kon ze niet meer spreken. Beetje bij beetje werden haar mogelijkheden kleiner en de machteloosheid groter. Liefdevol werd ze verzorgd, de laatste tien weken was ze thuis bij haar liefdevolle echtgenoot. Theo was haar als een “Simon van Cyrene” nabij en met de alle krachten die hij had heeft hij het zware kruis helpen dragen. Samen met de verzorgenden hebben zij er het beste van gemaakt, ook al was het bijna ondoenbaar, er waren toch ook nog mooie momenten in die tien weken. Nu waren de laatste reserves op. Haast ongemerkt is Huguette overleden. Huguette was een vrouw waar men op kon rekenen. Als ze iets zei, dan was het zo, haar woord was haar woord. Ze was een fiere vrouw, problemen zou ze altijd zelf oplossen.
Haar beroepsleven begon ze als kapster. Later hielp ze in het bankfiliaal van haar man en in de loop van de tijd nam zij het verzekeringskantoor voor haar rekening. Lange dagen hebben zij en Theo gewerkt en te weinig tijd voor zichzelf genomen…
Huguette en Theo zouden aanstaande 20 oktober 50 jaar getrouwd zijn. In al die jaren hebben ze zoveel met elkaar gedeeld: “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid”. Hoe pijnlijk concreet is dat geweest in die laatste weken waarin Theo er dag en nacht voor haar was en haar toegewijd en nabij is geweest. Voor haar kinderen was ze de hardwerkende moeder die altijd alles in orde probeerde te houden. Ze was ook streng, de regels waren duidelijk, met een strenge moederliefde was ze hen nabij. Voor haar kleinkinderen golden andere regels, was ze de lieve grootmoeder, helemaal niet streng. Er zijn mooie herinneringen aan typische oma-dingen: het bakken van pannenkoeken met Lichtmis, samen met de kleinkinderen kleren shoppen of rijstpap koken. Hobby’s had Huguette niet: ze gaf het beste van zichzelf voor haar gezin en voor de zaak en dat was haar leven. Moge ze nu thuiskomen in het Eeuwige Pasen.

Op dinsdag 28 mei 2019 was er in onze Sint-Lambertuskerk de kerkelijke uitvaart van Cyriel Demarsin echtgenoot van Thilda Stuyckens. Hij woonde in de Appelweg. Hij werd geboren in Sint-Pieters-Rode op 25 april 1935 en is overleden te Leuven op 24 mei 2019.
Toen Cyriel op Paasmaandag naar het ziekenhuis werd gebracht, heeft niemand gedacht dat hij niet meer naar het vertrouwde huis aan de Appelweg zou terugkeren. Bijna 5 weken was hij nu in het ziekenhuis, het was een tijd van hopen en vrezen. Stil en ongemerkt is hij overleden. Zijn sterven heeft toch nog veel mensen verrast. Aan dit sterven ging een weg vooraf. De laatste paar jaar werd het minder. Cyriel zei zelf: “Oud worden, ge moet er niet op roepen”.
We bewaren van Cyriel het beeld van een kalme en zachte mens, hij wist wat hij wilde. Hard heeft hij gewerkt, lange jaren als arbeider bij Stassano en daarnaast in de tuinbouw. Met het boerenleven was hij grootgebracht en opgegroeid en hij kon het land niet missen. Hij werkte lange dagen in de aardbeien en het witloof en daarnaast nog zijn full-time job.
Met Thilda was hij 53 jaar getrouwd, in al die jaren hebben ze zoveel samen gedeeld, “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid”, zoals ze eens aan elkaar voor het Altaar van de Heer hadden beloofd. Dag en nacht heeft Thilda de laatste moeilijke jaren voor hem gezorgd. De lege plaats zal groot zijn voor haar. Voor zijn kinderen was hij een goede vader en voor zijn kleinkinderen een goede grootvader, ze zijn hem oprecht dankbaar voor zoveel wat hij voor hen deed en wat hij hen heeft geleerd.
Cyriel had weinig tijd voor een hobby, hij genoot van de kleine dingen en er zijn ook nog herinneringen aan de tijd dat hij vroeger bij de Fanfare was en daar bugel speelde.
Zijn zetel staat nu leeg in de woonkamer. Toch geloven wij als christenen dat dit sterven niet het einde van alles is. Het geloof wat Cyriel thuis heeft meegekregen, heeft hij altijd in zijn hart bewaard. In de afgelopen jaren zijn er verschillende dichte familieleden van Cyriel overleden. Hij leed er van maar hij zei er niets over. Nu mag hij weer met hen samen zijn. In liefde en gebed blijven we met hem verbonden, over de grens van dit leven.


PAROCHIE SINT-PIETER SINT-PIETERS-RODE

Op vrijdag 10 november was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Cyriel Boon. Hij was de weduwnaar van Irene De Coster en woonde in de Waterstraat. Hij werd geboren in Kortrijk-Dutsel op 8 december 1923 en is thuis overleden op 3 november 2017.

Ook al was Cyriel hoogbejaard en waren er ouderdomsgebreken: hij bleef gezond en alert, zelfredzaam. Onverwacht is zijn hart stilgevallen en is er de lege plaats. Hij was een joviale mens, zacht, heel eerlijk, hij lachte altijd. Het wereldgebeuren en de actualiteit bleven zijn aandacht hebben en hij had er ook zijn duidelijke mening over. Hij was attent en kon bij een gesprek goed inschatten wat belangrijk was. In hart en ziel was hij “de meester”. Als technisch leraar gaf hij lange jaren het beste van zichzelf, met fierheid sprak hij over zijn tijd als leraar. Cyriel was zeer technisch, dingen moesten juist zijn.
Met Irene was hij 41 jaar getrouwd, toen ze in 1991 overleed. Ze was lang ziek en met een grote toewijding heeft Cyriel voor haar gezorgd. Na die lange jaren dat Irene al overleden is, bleef hij over haar spreken. De band met zijn broers en zussen was sterk, zijn familie was hem dierbaar en hij was dankbaar voor wat ze voor hem deden.
Cyriel genoot van de kleine dingen van het leven. Hij was dankbaar dat hij zo oud mocht worden. Hij heeft er ook zijn best voor gedaan, zijn gezondheidsoefeningen deed hij elke morgen. Hij zwansde graag en ging graag eens goed eten. Vroeger was er zijn inzet, samen met Irene, als kookouders bij de KLJ. Hij was ook bij de fanfare in Kortrijk-Dutsel.
Net in de dagen van Allerheiligen en Allerzielen is ook hij de weg naar de Eeuwigheid gegaan. Cyriel wilde zelf ook nog naar het kerkhof in deze dagen. Zijn familie had nog een foto genomen van het graf van Irene en aan hem laten zien en hij was er dankbaar voor.
Cyriel is altijd een diepgelovig man geweest. Lange jaren geleden heeft hij ook nog de diakenopleiding gevolgd. Zijn trouw aan het geloof en de Kerk is tot de laatste dag gebleven.
Daags voor zijn sterven mocht hij nog thuis de Communie ontvangen. Nu hij zelf niet meer naar de kerk kon, kwam de Heer onder de gedaante van de Heilige Communie Zelf naar Cyriel toe. Moge hij nu thuiskomen bij de Heer in het Eeuwige Allerheiligen.

Op donderdag 14 december was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Simonne Noppen, echtgenote van Joseph De Keyzer uit de Schubbeekdriesweg in Lubbeek. Ze werd geboren in Sint-Pieters-Rode op 4 juni 1936 en is thuis in Lubbeek overleden op 7 december 2017.
Simonne was drie maanden ziek. Het is allemaal snel gegaan. Men heeft nog gedaan wat in de medische mogelijkheden lag, maar het mocht niet zijn. De laatste tijd was ze weer thuis in haar vertrouwde omgeving. Met veel liefde werd ze verzorgd door haar echtgenoot. Als een kaarsje is haar levensvlam gedoofd. Ze heeft het zelf ook geweten dat het einde dichterbij kwam, maar zelf sprak ze er niet over.
Simonne was een goede en tevreden vrouw, een heel gedienstige vrouw, ze stond klaar voor iedereen. Als ze voor iemand iets kon doen, dan deed ze het.
In het huishouden heeft ze het beste van zichzelf gegeven. Ze heeft ook veel voor haar ouders en schoonouders gedaan.
Met Jozef was ze meer dan 58 jaar getrouwd. De lege plaats zal voor hem heel groot zijn. Op 14 oktober 1959 hebben ze in de kerk van Sint-Pieters-Rode elkaar het ja-woord gegeven. Simonne en Jozef hebben veel samen gedaan. In al die jaren hebben ze zoveel met elkaar gedeeld, “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid”.
Met een grote zorg en een groot geduld heeft Jozef haar goed verzorgd: vele uren slaap heeft hij voor de zorg voor zijn vrouw gelaten, wel twintig keer op een nacht uit bed om te zorgen, niets is hem te veel geweest. Dankzij zijn goede zorgen is ze ook thuis kunnen blijven en in haar vertrouwde omgeving gestorven. Er was ook een goede band met de familie. Simonne was ook in de weer voor de buurt met groenten uitdelen.
De eenvoudige dingen van het leven waren de bouwstenen van haar leven. Ze ging ook graag eens winkelen.
Het geloof van haar jeugd heeft ze altijd bewaard. In het gebed en de sacramenten was ze met de Hemel verbonden. Trouw kwam ze naar de Mis. Ze had een grote liefde voor Moeder Maria. Veel is ze naar Scherpenheuvel geweest. In mei en in oktober ging ze dikwijls naar de Mariakapel in Lubbeek. Aan de hand van Moeder Maria mag ze nu de Eeuwigheid binnengaan.

Op woensdag 17 januari was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Remy Dasque, van de Houwaartsebaan. Hij werd geboren te Tielt op 10 september 1933 en is overleden te Leuven op 12 januari 2018.
Op minder dan een week tijd is Remy uit ons midden weggevallen. Maandag werd hij naar het ziekenhuis gebracht. Hij sukkelde met zijn benen. Hij moest gerust gesteld worden want “ naar de kliniek gaan, dat is voor te sterven”, zei hij. Niets had ook maar iets laten vermoeden dat het zo ging aflopen. Vrijdagnacht ging het niet goed en vrijdagmiddag is hij al overleden. Zijn zus Anny en schoonbroer René waren dicht bij hem. Hij heeft geweten dat zijn hart te zwak was voor nog een operatie. Hij wist dat hij doodging en dat zijn tijd hier in Eeuwigheid zou overgaan. Hij sprak nog zijn bezorgdheid uit voor zijn huisdier, “Ge gaat toch voor mijn kanarievogeltje zorgen”.
Remy was een goed mens, hij babbelde graag, hij zat veel buiten. De kinderen en de dieren hadden zijn bijzondere aandacht. Als landbouwer heeft hij het beste van zichzelf gegeven, in de voetsporen van zijn vader.
Zijn familie was hem dierbaar. Lange jaren heeft hij samengewoond met zijn broer Marcel, tot deze in 2004 is overleden. De band met zijn zus Anny en schoonbroer René was sterk, zijn zus deed de was, ze hebben goed voor hem gezorgd en er lang eten naartoe gebracht. Er was ook een sterke band met de jongeren generatie van de familie, ze gingen bij hem het gras afdoen en hij zag hen graag.
Remy genoot van de kleine dingen van het leven. Vroeger heeft hij nog met de duiven gespeeld, dieren hebben hem altijd geïnteresseerd.
Het geloof wat hij thuis had meegekregen heeft hij altijd bewaard. Als christen wist hij dat de dood niet het einde is. Dat het sterven niet het einde van alles is, is ook uitsproken in het toedienen van het ziekensacrament. In dat geloof is zijn lichaam begraven in het graf waar ook Marcel rust, als een teken dat ze aan de overkant weer samen mogen zijn.

Op zaterdag 20 januari was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Georges Goriens weduwnaar van Josephine Minnen, van de Rodestraat. Hij werd geboren te Sint-Pieters-Rode op 27 oktober 1926 en is overleden te Leuven op 13 januari 2018.
Op korte tijd namen we afscheid van Georges. De hoge jaren wogen, hij was moeilijk te been en wellicht heeft hij zich sterker voorgedaan dan hij was maar hij was honkvast. In het huis waar hij bijna zijn hele leven heeft gewoond, wilde hij blijven. Vier weken was hij nu in het ziekenhuis. Het ging beter en er waren plannen om weer naar huis te gaan. Hij had zich nog nieuwe brillen besteld, hij keek letterlijk nog vooruit. En toch...zijn lichaam was op. Hij voelde het ook aan: "Ik geraak er niet meer boven, ik ga sterven".
Georges was een heel actieve man, een harde werker, een handige man, hij hield van knutselen en zorgde zelf altijd voor creatieve oplossingen. Hij werkte in de garage, later bij Van Hoof als glasmaker. Hij kon vertellen over zijn werk, over zijn lange ritten met de vrachtwagen in alle weersomstandigheden. Later bij Sylvania, in de lampen. Er was ook de kweek van de aardbeien, herinneringen hoe het gezin met de tent en wagentjes ging plukken.
Met Josephine deelde hij lief en leed tot ze in 2003 onverwacht overleed. Het was een droeve periode voor hem maar hij heeft weer de draad opgenomen. Voor zijn kinderen was hij een goed vader, bezorgd voor hun toekomst, het was voor hem belangrijk dat ze konden studeren en dat ze een studierichting kozen die hen gelukkig maakte. Ze waren altijd welkom thuis. Voor zijn kleinkinderen was hij de goede en bezorgde “bompa”. Wekelijks kwam het gezin samen. Ook de achterkleinkinderen waren hem dierbaar. In het drukke gezin van weleer vond ook de moeder van Georges een thuis en mocht ze een gelukkige oude dag kennen.
Georges was graag in de natuur. Zijn duiven waren zijn passie, hij wist er veel, de vlucht van de duiven boeide hem. Zijn tuin was hem dierbaar, lang heeft hij in zijn tuin gewerkt want die moest in orde zijn. Hij keek uit naar de bloemen. Georges hield ook van kaarten.
Aan het geloof van zijn jeugd is hij altijd trouw gebleven. Hij was er als gelovig man van overtuigd dat God zijn leven leidde, hij kende zijn geloof. God mag hem nu het loon van de trouwe dienaar geven.

Op zaterdag 26 mei was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Paula Labro echtgenote van Achilles Sente, van de Langestraat. Zij werd geboren te Houwaart op 18 december 1930 en is overleden te Leuven op 19 mei 2018.
Het sterven van Paula heeft veel mensen verrast. De krachten werden de laatste maanden steeds minder, ze kon steeds minder uit de voeten, het werd allemaal moeilijker en er was last en pijn maar toch had niets dit sterven laten vermoeden. Op anderhalve dag moesten we afscheid van haar nemen. Toen ze naar het ziekenhuis werd gebracht, bleek al snel dat ze zo zwaar getekend was dat er geen hoop meer was. Al die tijd is haar gezin haar liefdevol nabij geweest. Haar echtgenoot Achilles en haar dochter waren ook dicht bij haar toen het vlammetje van haar levenskaars die vroege zaterdagmorgen is gedoofd.
Paula was een kordate vrouw, recht door zee. Altijd heeft ze in het bedrijf geholpen en daarbij ook haar huishouden gedaan. Samen met Achilles heeft ze het bedrijf mee opgebouwd. In het begin was haar taak kaarsen kneden en rollen, later kaarsen versieren. Ze gaf het beste van zichzelf als huisvrouw maar ook in het goed ontvangen van de mensen.
Haar gezin betekende alles voor haar. Met Achilles was ze bijna 64 jaar getrouwd. In al die jaren hebben ze samen zoveel met elkaar gedeeld, "goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid" zoals ze eens aan elkaar beloofden voor het altaar van de Heer. Met een grote zorg is Achilles haar nabij geweest in de laatste tijd, het was in de afgelopen periode letterlijk een tijd van vallen en opstaan. Ze was een lieve moeder en schoonmoeder. Ze was een goede grootmoeder, mooie herinneringen aan de jaarlijkse uitstappen met de kleinkinderen. Ook de achterkleinkinderen kwamen graag bij haar. Ook haar familie was haar dierbaar. Paula heeft haar moeder verloren toen ze elf was. Zo jong als ze toen was, moest ze toen instaan om het huishouden te doen als oudste van vier kinderen.
Paula kon genieten van de kleine dingen van het leven: mooie herinneringen aan hoe ze met Achilles veel heeft gereisd met de mobilhome.
Biddend was Paula als gelovige vrouw met de Hemel verbonden. In die laatste moeilijke tijd zei ze wel eens dat ze liever zou vertrekken, ze was zeker niet bang om te sterven. Ze mag nu thuiskomen in Gods Liefde.

Op zaterdag 1 december was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Maria (Gerardine/Mimi/Gigi) Van Meensel weduwe van Gaston Ickx, van de Horststraat. Ze werd geboren te Sint-Pieters-Rode op 2 oktober 1924 en is overleden te Leuven op 27 november 2018.
Sinds februari 2016 verbleef Maria in het rusthuis van Binkom. Tot voorbij haar negentigste verjaardag mocht ze samen met haar zoon in de Horststraat wonen, dichtbij het kasteel waar ze in 1924 werd geboren. De hoge leeftijd, met vallen opstaan, begon steeds zwaarder te wegen. Op Allerzielen was ze gevallen en werd ze naar het ziekenhuis gebracht. Ze kwam weer naar het rusthuis maar al na een dag moest ze weer naar het ziekenhuis. Ze was zo zwak geworden, de krachten waren helemaal op. Stil en ongemerkt is ze overleden.
Maria, sommigen noemden haar Mimi, anderen noemden haar Gigi of Gerardine, was een sterke vrouw, een lieve persoon, vriendelijk, ze maakte graag een praatje, ze was begaan met haar medemensen, blijmoedig, goed gehumeurd. Ze hield van haar vrijheid, het heeft haar pijn gedaan toen haar rijbewijs niet meer werd verlengd. Veel heeft ze gewerkt, lange dagen gemaakt. Toen ze jong was heeft ze in de bank gewerkt en daarna deed ze secretariaatswerk voor Gaston die architect was.
Haar gezin betekende alles voor haar. Met Gaston deelde ze lange jaren lief en leed. Zijn sterven, twintig jaar geleden, was niet gemakkelijk voor haar, moedig ging ze haar weg verder. Voor haar kinderen was ze een lieve en zorgzame moeder. Ze deed alles voor haar kinderen, haar kinderen waren het belangrijkste voor haar. Op hun beurt zijn haar kinderen haar ook nabij geweest met trouwe bezoeken in het rusthuis. Voor haar kleinkinderen heeft ze veel gedaan en ze was blij met de geboorte van het eerste achterkleinkind. Op een moment dat een nieuwe generatie zich aanmeldt, valt de oudste generatie weg.
Ze genoot van kaarten met de vrienden en het naaien van kleren. Ze kon ook goed koken.
De laatste tijd zei Maria zo dikwijls dat ze naar huis wilde. Nu mag ze naar het Eeuwige Huis van de Vader. Als gelovige was ze biddend met de Hemel verbonden. Ook bij haar sterfbed heeft haar gezin nog gebeden. Dat bidden heeft haar rust gegeven. Nu mag ze in de Eeuwige Rust bidden voor ons die achterblijven samen met Gaston, met haar ouders en schoonouders, met haar broers Sylvain en Maurice en met die vele anderen die haar voorgingen.

Op zaterdag 15 december was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Mariette Miseur echtgenote van Lucien Govaerts. Ze woonde in de Gravenstraat. Ze werd geboren te Borgerhout op 1 oktober 1931 en is thuis te Sint-Pieters-Rode overleden op 11 december 2018.
Toch nog plots is Mariette overleden, zonder pijn en ongemerkt. Luciaan was dicht bij haar. De hoge jaren begonnen toch wel heel zwaar te wegen. Ze sukkelde al jaren met de gezondheid. Nu kunnen we zeggen dat de krachten helemaal op waren en dat haar levensvlammetje als een kaarsje gedoofd is. Het was de laatste tijd echt een tijd van vallen en opstaan, een leven tussen de zetel en het bed. De laatste weken kwam ze niet meer uit bed.
We bewaren van Mariette het beeld van een stille vrouw met een zacht karakter, geen babbelaar, altijd tevreden. Het eerste gedeelte van haar leven speelde zich af in Borgerhout, daarna kwam ze naar Sint-Pieters-Rode wonen, een streek die haar niet onbekend was omdat haar ouders hier vandaan kwamen. Haar huis was haar thuis en daar was ze gelukkig. De drukte van de straat en het verenigingsleven heeft ze nooit gezocht. Er waren de contacten met de familie en de geburen en meer hoefde niet voor haar. In haar jonge jaren heeft ze nog een groentewinkeltje gehad in Borgerhout. Daarna was ze altijd huisvrouw, de zorg voor haar huis was haar leven.
Met Lucien deelde ze lange jaren lief en leed. Ze zijn in 1960 in Borgerhout getrouwd, zoveel hebben ze samen gedeeld: “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid”, zoals ze eens aan elkaar voor het Altaar van de Heer hadden beloofd. Met veel liefde en zorg is Luciaan haar nabij geweest en heeft hij voor haar gezorgd zodat ze thuis kon blijven en thuis kon sterven. De lege plaats en het gemis na zo lange tijd van grote zorg zal groot bij hem zijn. Ook met de familie was er een goede band.
Mariette genoot van de eenvoudige dingen van het leven. De televisie stond altijd aan. Graag werd er gekeken naar de Vlaamse televisiereeksen. Van de reeks “Lili en Marleen” had men de tien jaargangen en daar keek men graag naar.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen, heeft ze altijd in haar hart bewaard. Voor ons, christenen, is dit sterven de overgang naar het Leven bij God. Daar is alle lijden voorbij, daar mogen we weer samen zijn met hen die we hier moesten missen.

Op zaterdag 12 januari 2019 was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Edward (Warreke) Deroost weduwnaar van Hermine Peeters. Hij woonde in de Langestraat. Hij werd geboren te Sint-Pieters-Rode op 17 augustus 1921 en is overleden te Leuven op 8 januari 2019.
We dachten allemaal dat Warreke honderd jaar zou worden. Hij was ook goed op weg. Warreke was de oudste mens van ons dorp. Met hem verdwijnt ook een groot stuk geschiedenis en ook veel herinneringen aan mensen en dingen van lang geleden. Vijf dagen was hij in het ziekenhuis. Hij heeft niets gezegd dat hij voelde dat dit het einde was maar wanneer hij vertrok was er duidelijk in de blik van zijn ogen te zien: “Ik vertrek nu”. De krachten waren helemaal op. Zijn gezin was dicht bij hem toen hij naar de Eeuwigheid ging.
Warreke was een man met een sterke wil, “Zijne kop was zijne kop, hij had een kop nog harder als een kasseisteen”. Het leven was niet altijd gemakkelijk. Hij was maar 14 jaar toen zijn vader overleed en van toen af was er de verantwoordelijkheid voor de boerderij. Er waren de moeilijke jaren dertig en de oorlogsjaren. Warreke is altijd boer geweest en het boerenleven bleef hem interesseren tot het laatste. Zijn hele leven speelde zich af op de boerderij aan de Langestraat, daar is hij geboren en daar is hij altijd honkvast gebleven.
Met Hermine was hij 45 jaar getrouwd toen ze in 1994 is overleden. Op zijn stille manier verwerkte hij dat. Voor zijn kinderen was hij een goede vader, ze kregen er nooit slaag van maar hij was wel streng, vaders wil was wet. Warreke was trots op zijn 2 kleinkinderen en 4 achterkleinkinderen, hun foto’s hadden een ereplaats in huis. Van hen miste hij geen feest. Er was ook een sterke band met zijn broers, Warreke was de oudste en ze gingen hem allen voor.
Zijn werk was zijn hobby. Hij hield van de dieren en de bomen en hij genoot van uitstappen die met de landbouw te maken hadden. Hij was het oudste lid van de Landelijke Gilde en er ook het langste bij. De Dag van de Landbouw was voor hem een hoogdag, hij hield de opbouw van de tent in het oog en hij kwam trouw naar de Mis in de tent. Het geloof wat hij thuis had meegekregen heeft hij altijd bewaard. Zo lang als hij kon is hij naar de Mis geweest. De laatste jaren kreeg hij met de hoogdagen de Communie thuis en hij keek er ook naar uit. Het was voor hem de Heer die naar hem toekwam. Hij was ook blij en dankbaar voor de bezoekjes van de priesters. Moge hij nu rusten in Gods Vrede en Liefde.

Op zaterdag 19 januari 2019 was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Margriet Vandermolen weduwe van Georges Matthys. Zij woonde voorheen in de Horststraat. Zij werd geboren te Sint-Pieters-Rode op 11 september 1928 en is overleden in het WZC Sint-Margaretha te Holsbeek op 14 januari 2019.
De krachten van Margriet waren helemaal op. Toch bleef haar sterke hart lange dagen strijden tegen de dood. Haar gezin was al die dagen dicht bij haar. Zeven jaar geleden moest ze haar huis in de Horststraat verlaten en was ze nu in het rusthuis van Holsbeek.
Margriet was een lieve en zorgzame vrouw. Voor de mensen op haar levenspad heeft ze zichzelf helemaal weggecijferd, niets was haar teveel. Een grote voorzichtigheid tekende haar, ze wilde nooit iemand kwetsen. Voor velen blijft ze "Margriet van het kasteel". Ze woonde op het kasteel van Horst maar ook lange jaren heeft ze het café uitgebaat. Dat deed ze tot 1982.
Haar gezin was haar dierbaar. Met Georges deelde ze lange jaren lief en leed. Het leven zat niet altijd mee en enkele malen kwam de dood heel dichtbij in haar gezin. Een zware klap was het plotse sterven van zoon Guido in 1982. Georges had ook nog geen hoge leeftijd toen hij in 1998 overleed. En in haar laatste levensjaren overleed ook haar schoonzoon François, ook dat is zwaar geweest voor haar. Haar kinderen en kleinkinderen waren alles voor haar. Voor haar kinderen was ze de beste moeder die ze zich konden voorstellen. Haar kleinkinderen waren haar dierbaar, voor hen was ze de Bomma. Ze paste op de kleinkinderen en de zorg voor hen was een troost in de moeilijke momenten van haar leven. Ze was gelukkig wanneer haar gezin samen rond haar was. Ze was gelukkig ook met de bezoeken van haar broers en zus en van haar schoonfamilie. Margriet genoot van de kleine dingen van het leven: er was de zorg voor haar huis, eten maken deed ze graag, ze maakte eten om mee te geven, soep maken.
Haar geloof is altijd haar steun en kracht geweest. Biddend was ze met de Hemel verbonden. Er was haar zorg voor het kapelletje van Sint-Jozef en ze had een sterke devotie tot Maria. In de laatste maanden van haar leven, toen ze bijna niets meer zegde, hoorden we haar zo dikwijls wel het Weesgegroet bidden. In die laatste jaren, waarin ze sterk in het verleden leefde, sprak ze wel eens over "ons moe is aan het wachten". Als er iemand overleed in het rusthuis zei Margriet wel eens: "Die is gelukkig". In dat Eeuwig geluk bij zovelen die haar voorgingen en haar verwachten, mag ze nu ook thuiskomen.

Op zaterdag 23 maart 2019 was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Stephanie Vermaelen weduwe van Willy Van den Panhuyzen. Ze woonde in de Houwaartsebaan. Ze werd geboren te Leuven op 8 september 1938 en is er overleden op 16 maart 2019.
“De Heer verschijnt te middernacht, nu is nog alles stil”, zo klinkt het kerklied en zo is het ook gebeurd bij Stephanie. In de nacht is haar levensvlammetje gedoofd. Zacht en zonder lijden is ze overleden. Ze was nu al een tijdje in het ziekenhuis en de laatste dagen was ze zwak. De afgelopen tijd begonnen de hoge jaren toch wel te wegen maar dankzij de goede zorgen van haar dochter kon ze in haar vertrouwde omgeving van de Houwaartsebaan blijven.
Nadenkend over het leven van Stephanie komt haar grote werkzaamheid naar voren. Ze hield niet van stilzitten, ze moest bezig zijn. Stephanie heeft gewerkt van ’s morgens tot ’s avonds. Ze hield van het buitenleven. Bezig zijn in de aardbeien, van het begin met de kleine plantjes tot de oogst en de veiling, dat was haar leven. Van werken werd ze gelukkig.
Als huisvrouw heeft ze het beste van zichzelf gegeven voor haar gezin. Met Willy deelde ze lange jaren lief en leed tot hij in 2005 is overleden. Voor haar dochter was ze de moeder die altijd behulpzaam was, altijd hielp waar ze maar kon en voor elk in de weer. Ook voor haar kleinkinderen zorgde ze. Ze mochten niets tekort komen. Ook haar familie was haar dierbaar. Het sterven van haar zus, in 2017, heeft haar ook getroffen.
Hobby’s had ze niet, werken was haar hobby.
Het geloof wat ze thuis had meegekregen heeft ze altijd in haar hart bewaard. Lang ging ze naar de mis en haar geloof vertaalde haar ook in naastenliefde, ze zou elk helpen waar kon.
In de woonkamer van haar huis hadden de foto van Willy en van haar zus een ereplaats. Nu mag ze weer met hen samen zijn. In liefde en gebed blijven we met haar verbonden, over de grens van dit leven.

Op vrijdag 7 juni 2019 was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Georges Truyens weduwnaar van Maria Van den Panhuyzen. Hij woonde in de Pastoriedreef. Hij werd geboren te O.L.V. Tielt op 13 september 1931 en is overleden te Leuven op 1 juni 2019.
Een ongelukkige val zorgde er voor dat Georges op 15 mei naar het ziekenhuis werd gebracht. Niemand dacht dat hij niet meer naar zijn vertrouwde huis zou terugkeren. Dag na dag ging zijn toestand in het ziekenhuis achteruit. Toch nog onverwacht is hij overleden.
Georges was een brave mens, lief voor iedereen. Hij hield van tradities en had respect voor mensen. Hij was plichtsbewust. In gezelschap was hij de stille aangename aanwezigheid. Hij had ook zijn humor. Als beenhouwer heeft hij lange jaren het beste van zichzelf gegeven. Er zijn mooie herinneringen aan de tijd dat Pastoriedreef 2 een kruidenierswinkel en slagerij was. Hij was gekend voor zijn “uiterzuren” en zijn “witte en zwarte pensen” waar de mensen van heide en verre op afkwamen.
Met Maria deelde hij lange jaren lief en leed. Altijd waren ze samen, dag en nacht bij elkaar in het werkzame leven en daarna. Haar sterven, in 2015, heeft hem eenzaam gemaakt en hij miste haar. Regelmatig ging hij naar het kerkhof. Hij was fier op zijn gezin; hun geluk was zijn geluk. Voor zijn kinderen deed hij alles en niets was hem te veel; hij heeft hen altijd gestimuleerd. Ook met zijn kleinkinderen was er een goede band; altijd stond hij klaar voor oppas en opvang voor hen. Zijn kleinkinderen mochten alles, altijd was hij geïnteresseerd in hen. Ook zijn familie was belangrijk voor hem. Hij had ook een sterke band met zijn buren.
Georges genoot van de kleine dingen van het leven. Er was zijn zorg voor de kippen, de duiven en zijn hof, hij zag graag dieren. Er was de pluk van aardbeien, appelen, rode bessen en krieken. Er was het fruit plukken en er zijn mooie herinneringen aan hoe hij met de tractor reed op het land. Hij ging ook graag naar de bijeenkomsten van OKRA en Samana.
Georges was ook een gelovig man. Hij had een band met Moeder Maria, zo dikwijls ging hij naar Scherpenheuvel. Tot de laatst mogelijke zaterdag was hij in de Eucharistieviering en zo voedde hij zijn geloof. In de tijd dat onze klokken nog met de hand werden geluid heeft hij dikwijls de klokken geluid en zo vreugde en verdriet vanuit de kerkgemeenschap aan ons dorp laten horen. Moge hij nu thuiskomen in het Eeuwige Pasen van de Heer.

Op dinsdag 2 juli 2019 was er in onze Sint-Pieterskerk de kerkelijke uitvaart van Marcelline De Clerq echtgenote van François Vanhoegaerden. Ze woonde aan de Houwaartsebaan. Ze werd geboren te Gelrode op 20 december 1955 en is overleden te Hasselt op 25 juni 2019.
Al lange jaren was de gezondheid van Marcelline getekend. In 2013 was er de open hartoperatie. De mobiliteit werd steeds moeilijker, verwikkelingen allerhande, ze werd steeds meer afhankelijk. Het is voor haar en haar gezin geen gemakkelijke weg geweest, ze voelde het ook zo aan. De laatste zes maanden is ze bijna niet meer uit het ziekenhuis geweest. Het was een tijd van hopen en vrezen. Enkele keren hoorden we haar zeggen: “Sorry maar ik ben zo moe, ik kan niet blijven vechten”. De dood is eigenlijk gekomen als een bevrijding. Omringd door François en enkele familieleden is ze overleden, toch nog sneller dan verwacht. De krachten waren helemaal op.
Marcelline was een zorgzame vrouw, begaan met haar medemensen, zich wegcijferend. Als ze kon helpen, dan deed ze het. Ze had haar eigen wil en was ook koppig. Ze was een stille en rustige vrouw, geen babbelaar, ze leefde onopvallend, iemand die niet graag op de voorgrond stond, de drukte van de straat en het verenigingsleven heeft ze nooit gezocht. Ze was gastvrij, de vrienden van haar zoon konden ook altijd terecht.
Ze werkte bij NTT en later als magazijnierster.
Met François was ze 44 jaar getrouwd, in al die jaren hebben ze zoveel samen gedeeld, “goede en kwade dagen, ziekte en gezondheid” zoals ze eens aan elkaar voor het Altaar van de Heer hadden beloofd. Met veel liefde en zorg is François die laatste jaren zijn lijdende vrouw nabij geweest. De lege plaats zal groot zijn voor hem. Voor Davy was ze een overbezorgde moeder.
Marcelline genoot van de kleine dingen van het leven: vroeger waren er kruiswoordraadsels, de muziek van Jo Vally en samen met François iets gaan eten.
Als gelovige mensen nemen we nu afscheid van Marcelline. Voor ons, christenen, is het sterven de overgang naar het Leven bij God. Daar is al het oude voorbij, daar is geen lijden en pijn meer, daar mogen we ook weer samen zijn met hen die we hier moesten missen. Dat gunnen we Marcelline nu ook van harte, na die laatste moeilijke tijd.