Woord van de Pastoor

Acht kanten aan een doopvont

Ik had hier onlangs een groepje mensen uit het Pajottenland op bezoek en liet hen ook onze vier kerken zien. Een van hen stelde mij de vraag of het een betekenis had dat de oude doopvont in de kerk van Holsbeek en de doopvont in Nieuwrode acht kanten had. Jazeker! Het was eigenlijk lang geleden dat iemand nog eens die opmerking maakte.

Veel doopvonten hebben acht kanten en daar is een drievoudige Bijbelse uitleg voor.

De eerste reden is de dag van de Verrijzenis. Jezus is verrezen op de achtste dag, de dag na de Sabbat die de zevende dag is. Als gedoopten worden wij bijzonder verbonden met de Verrezen Heer, Hij die uit de doden opstond. Die acht verwijst dus naar de dag van de Verrijzenis, de nieuwe schepping, naar het nieuwe leven wat we in het doopsel ontvangen. We verrijzen bij het doopsel uit de geestelijke dood. Wij ontvangen het Eeuwige Leven.

De tweede reden is de besnijdenis van joodse jongens op de achtste dag. Jezus werd besneden op de achtste dag. We kunnen dat lezen in het evangelie van Lucas, hoofdstuk 2 vers 21: “Nadat de acht dagen voorbij waren en men Hem moest besnijden, ontving Hij de naam Jezus, zoals Hij door de engel was genoemd voordat Hij in de moederschoot werd ontvangen.” Wij laten ons als christenen niet meer besnijden, wij worden gedoopt, dat is de besnijdenis van het hart, zoals Paulus het zegt in de Romeinenbrief 2,28-29: “Want Jood zijn is niet iets uiterlijks, en de besnijdenis eigenlijk niet iets uiterlijks en lichamelijks. Jood zijn is iets inwendigs, en de werkelijke besnijdenis is er een van het hart, een geestelijke en niet naar de wet.” Die achthoekige vorm van de doopvont verwijst dus naar het nieuwe leven wat we in het doopsel krijgen, naar de besnijdenis van het hart.

De derde reden voor de achthoekige vorm van de doopvont laat ons denken aan de acht mensen die bij de grote zondvloed werden gered. U kent allemaal het verhaal van Noach en de ark. Acht mensen overleefden de grote zondvloed: Noach en zijn vrouw en dan zijn zonen Sem, Cham en Jafet met hun vrouwen. In de eerste Petrusbrief, hoofdstuk 3 verzen 20 en 21 lezen we erover: “In de ark bleven slechts enkelen, niet meer dan acht personen, behouden temidden van het water. Dit was een voorafbeelding van het doopwater, waardoor u nu gered wordt.”

Een doopvont die acht kanten heeft, het is dus niet toevallig. Die acht kanten verwijzen naar de grote rijkdommen die we in het Doopsel krijgen: onverbrekelijke vriendschap met God, vergeving van zonden en het Eeuwige Leven.

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.
www.priesterpenne.be