Home
Nieuws
Woord v.d. Pastoor
Priester Penne
Opname in de kerk
Dopen
Communie
Vormsel
Huwelijk
Jubilea
Uitvaart
Boete & verzoening
Ziek zijn
Maria
Links
Contactinformatie

Priester Penne

U bent bezoeker 402112 .

Woord van de Pastoor

Elvis

Op 16 augustus was het dertig jaar geleden dat Elvis overleed. Ik hoorde toen op de radio bijzonder veel Elvis en zag op televisie zovele mensen samen – ondanks de hoge temperaturen – op de plek waar hij leefde, stierf en is begraven. Ik hoorde daar ook fans beweren dat Elvis nog leeft, dat het een dubbelganger was die gestorven is, dat de echte Elvis ergens ondergedoken is om te genieten van een oude dag. Sommigen hebben ook aparte religieuze theorieën: Elvis zou de "wedergekomen Christus" zijn, verschillende bijbelse profetieën hadden op "the king" betrekking ! De journaliste Gail Brewer-Giorgio doet in haar boekje 'Is Elvis Alive?' ‘Onvoorstelbare onthullingen': de naam 'Elvis' is een anagram voor 'Lives' (leeft); de namen Elvis en Jezus hebben dezelfde hoeveelheid letters en staan beiden bekend als de 'Koning en was Jezus niet opgestaan uit de doden?’

Elvis is voor sommigen een soort godheid, ook al waren zijn laatste jaren tragisch (geld als water en ongelukkig, een gesloopt lichaam en een voortijdige dood !). We zagen ze allemaal wel al eens: mannen in aparte pakken en met de beroemde Elviskuif. Elvis is hun idool, voor hen blijft hij leven, ze willen hem in alles volgen.

Je kunt met die dingen lachen en je kunt vol medelijden met het hoofd schudden maar toch kunnen we als christengelovigen er ook iets van leren. Elvisfans zien die zanger als hun toonbeeld. Als Jezus-volgelingen zullen we ook moeten doen als die Elvisfans. Zoals zij willen leven en denken zoals Elvis leefde en dacht, zo willen christenen leven en denken zoals Jezus Christus, Gods Zoon, dat deed. Daarover gaat het in het christen-zijn: Jezus Christus laat ons zien Wie God is, hoe God de mens bedoeld heeft en Zijn Woorden en Daden vertellen ons wat God van de mens verwacht. Die echte Elvisfans doen er heel wat aan om op hun idool te lijken, laten voor een stuk hun eigen identiteit achter om op Elvis te lijken. Zo is dat ook voor hen die Jezus Christus echt willen volgen: ze zullen zich constant afkeren van alles wat een mens klein maakt en knecht om voor Hem te kiezen.

Dertig jaar na zijn dood dragen die echte Elvisfans nog altijd uit wie hun idool is, ze laten zijn lied ook nu nog klinken voor mensen die Elvis nooit hebben gekend. Van dat enthousiasme kunnen wij als volgelingen van Jezus Christus toch ook nog wat leren. Hoe dragen wij ons geloof uit in Hem die voor ons aan het Kruis is gestorven, die verrezen is en mensen echt leven laat ? Hoe laten wij het verrijzenislied van Jezus klinken naar de komende generaties ?

Als ik wat lees over het leven van Elvis, denk ik dat hij zo’n cultus nooit zelf heeft gewild. Elvis was een gelovig mens – hij zong: “There is no God but God” , zong gospels, in zijn liederen zijn – zoals in veel mensenlevens – hoop en wanhoop te vinden maar toch zong hij ook “Where could I go but to the Lord”. Ons gebed voor hem, voor zijn fans en voor ons allen mag zijn dat we allen eens mogen gaan naar de Heer en aan Hem ons leven mogen toevertrouwen.

Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne