Home
Nieuws
Woord v.d. Pastoor
Priester Penne
Opname in de kerk
Dopen
Communie
Vormsel
Huwelijk
Jubilea
Uitvaart
Boete & verzoening
Ziek zijn
Maria
Links
Contactinformatie

Priester Penne

U bent bezoeker 402438 .

Woord van de Pastoor

Anders

Op een zomerse dinsdagavond werd ik naar het ziekenhuis van Geraardsbergen geroepen voor de ziekenzalving van Viviane. Met haar moeder, broers en zussen en familieleden stond ik daar rond haar bed om aan deze stervende nog de handen op te leggen en te zalven met de ziekenolie. Van bij haar geboorte was Viviane een zorgenkind geweest: er was zoveel wat mis was, ze zou niet lang leven. Zovele goede zorgen, operaties en deskundigheid hebben er voor gezorgd dat Viviane uiteindelijk bijna 52 jaar mocht worden. Nu was haar hart plots stilgevallen.  


 


Tijdens de uitvaartplechtigheid deden zussen een woordje waarin ze spraken over hun zus die anders was. Anders omdat haar toekomst onvoorspelbaar was, anders omdat niemand wist wat ze voelde en wat er in haar leefde, anders omdat elke vorm van communicatie anders was. Hun toespraak eindigde met de mooie zin: “Voor ons was je niet anders, voor God ben je niet anders. Voor ons ben je Viviane, heel speciaal.”


Precies in die zin ligt een belangrijke opdracht voor ons, als christenen. We waarderen medemensen dikwijls op basis van wat ze kunnen en kennen, op basis van hun prestaties, op basis van hun inzet. Wanneer mensen minder kunnen en kennen, minder presteren en nergens kampioen in zijn, minder inzet hebben, dan zijn ze voor ons anders. Anders betekent dan dikwijls minder want ze brengen ons zo weinig op, je hebt er alleen maar zorgen mee, ze kosten ons dan inspanning. Is het helaas niet zo dat in onze huidige maatschappij mensen die anders zijn al snel op een zijspoor worden gezet. Men durft openlijk te twijfelen of mensen die anders zijn wel gelukkig kunnen zijn. Zoals het in die familie werd aangevoeld, zo moeten wij er ons als christenen sterk voor maken dat we elk mensenleven als waardevol blijven zien. Precies in deze tijd, misschien vandaag nog meer dan vroeger, ligt voor de Kerk de opdracht hen die zogenaamd anders zijn een stem te blijven geven. Elke mens draagt het leven van God in zich, al is het nog zo broos en nog zo gebroken en nog zo getekend. Voor God zijn we nooit anders, Hij houdt van elk mensenkind. Elk mensenkind, en zeker elk mensenkind wat anders is in de ogen van deze wereld,  is een uitnodiging van God om te beminnen, ook al kunnen we zo weinig wederliefde verwachten of ook al is de wederliefde die we ontvangen anders omdat die mens anders is.


 


Als evangelie voor de uitvaartmis van Viviane heb ik een stukje gekozen uit het negende hoofdstuk van het Lucasevangelie, verzen 46 tot 48. Een heel confronterend stukje. De leerlingen beginnen daar onderling te redetwisten over wie van hen de belangrijkste is. Jezus merkt dat hen die vraag bezig houdt en daarom neemt Hij een kind bij zich en zet dat kind naast Hem. Hij zegt dan: ‘Wie dit kind ontvangt in mijn naam, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt degene die Mij gezonden heeft. Want de kleinste van jullie allemaal, die is groot.’ Daarmee beschaamt Jezus eigenlijk Zijn leerlingen die aan het twisten waren wie de grootste was. 


 


Hoe is het bij mij ?  Welke medemensen zie ik als anders ? Welke medemensen worden door de meesten om mij heen als anders gezien ? Kan ik vanuit mijn christen zijn die zin uit die toespraak van die familie onderschrijven: Voor ons ben je niet anders, voor God ben je niet anders, voor ons ben je speciaal.


 


Gods Zegen, uw priester en pastoor A. Penne.


www.priesterpenne.be